Max Havelaar is een boek geschreven in 1860. Het gaat over Max Havelaar die opkomt voor de rechten van de inlandse bevolking van Nederlands-Indië in de tijd van kolonisatie.

Samenvatting

Batavus Droogstoppel, een makelaar in koffie, vertelt dat hij een boek wil schrijven (hoewel hij dit niet gewend is, als man van zaken) over koffie. Dat hij makelaar is in koffie wordt de lezer maar al te duidelijk ingeprent: “Last & Co., Makelaars in koffie, Lauriergracht, no. 37” hoofdstuk 3, pagina 38 en nog een tiental pagina’s. Droogstoppel is in het bezit gekomen van een pakket boeken en artikelen. Dit pakket heeft hij, tegen zijn zin in, gekregen van een oude klasgenoot. Deze oude schoolvriend wordt nadrukkelijk aangeduid als Sjaalman, omdat hij er arm uitzag en een Sjaal droeg. Droogstoppel lijkt een afkeer te hebben voor Sjaalman. Deze afkeer verdwijnt wanneer hij toch in het pakket schrijfsels kijkt en ziet dat een deel van de geschriften over koffiehandel gaat.

Als hij een aantal geschriften heeft gelezen, ziet hij dat hij deze goed kan gebruiken voor zijn boek. Al snel staat hij voor een probleem, het is lastig om van deze losse geschriften een goed lopend geheel te maken. Hij schakelt hiervoor de hulp in van een van zijn bedieners, Stern.

“Maar, dacht ik, als ik mijn boek door die Stern schrijven liet? Als ik er wat bij te voegen heb, schrijf ikzelf van tijd tot tijd een hoofdstuk.”Hoofdstuk 4, pagina 60. Zo gezegd, zo gedaan. Na een aantal hoofdstukken van Batavus Droogstoppel krijgen we het deel te lezen dat Stern heeft samengesteld uit de geschriften van Sjaalman.

De geschriften die Stern heeft verwerkt tot een verhaal blijken zich af te spelen in het voormalig Nederlands-Indië. Er wordt een beschrijving gegeven over Java en het bestuur van Indië. Al snel blijkt het een en ander hier niet te kloppen. De inlandse bevolking wordt uitgebuit. Het bestuursstelsel zat niet eenvoudig in elkaar. Elk gebied heeft een assistent-resident aangewezen gekregen, dit is de hoogste Nederlandse ambtenaar in een assistent-residentie (een soort gemeente). Daarnaast was er een Regent (uit de inlandse aristocratie) die bepaalde bestuurstaken op lokaal niveau verrichtte.

In de assistent-residentie Lebak (Zuid-Bantam) wordt een nieuwe assistent-resident aangewezen, dit is Max Havelaar. “Hartelijk voor zijn vrienden, maakte hij – wat te snel soms – zijn vriend van al wat leed. Hij was gevoelig voor liefde en aanhankelijkheid, trouw aan zijn woord, zwak in kleinigheden, maar standvastig tot hoofdigheid toe, rondborstig uit trots, en bij vlagen achterhouden, waar hij vreesde dat men zijn oprechtheid zou aanzien voor onverstand” hoofdstuk 6, pagina 103. De dag erop houdt Max Havelaar zijn beroemde toespraak tot de hoofden van Lebak, dit doet hij in het Maleis. Havelaar laat in deze toespraak heel goed merken dat hij op de hoogte is van de onrechtvaardige handelingen tegenover het inlandse volk. Dat veel regenten en assistent-residenten hun macht misbruiken uit eigenbelang. Havelaar heeft deze informatie uit de archieven van de voorgaande assistent-resident van dit gebied, Slotering. De grootste oorzaak van de wantoestanden was de regent Adhipathi Karta Nata Negara. Deze kon zijn familie niet onderhouden en liet veel inlanders voor hem werken onder miserabele omstandigheden. Zijn werkwijze was al een tijd bekend bij Slijmering, de resident van Bantam, maar heeft geen maatregelen genomen.

Het verhaal wordt onderbroken door Batavus Droogstoppel. Hij kan nergens iets over de handel in koffie lezen en dat het verhaal over Max Havelaar geen lezen kan boeien. “Ik verbeeld me dat uwe vrouw vraagt: ‘is er nogal wat aan dat boek?’.” Maar hij vraagt de lezer om toch aandachtig door te lezen. “Welnu, barbaar, lees verder! Het belangrijkste staat juist voor de deur.”

Vervolgens wordt Havelaar beschuldigd van een kastekort in Natal. Dit levert conflicten op met de leidinggevenden, waaronder de generaal Van Damme. Havelaar kreeg ’s nachts klagende mensen, die de dupe waren van de acties van de regent, maar Havelaar kon zelf weinig voor ze betekenen. Havelaar besluit naar de gouverneur-generaal (hoogste ambtenaar in Indië) te gaan en steun te ontvangen. Hierna volgt, naar men zeggen, het ‘beroemdste’ hoofdstuk uit het boek, namelijk de geschiedenis van Saïdjah en Adina. Dit hoofdstuk geeft de gebeurtenissen en uitbuiting in Lebak goed weer. Vervolgens gaat het gerucht dat Havelaar zal worden vergiftigd, dit vreest mevrouw Slotering, ditzelfde is met haar man gebeurd die tegen hetzelfde onrecht op wilde treden.

Saïdjah is een zoon van een boer in Lebak. Hij bewerkt het land met een buffel. De buffel wordt voor de zoveelste keer afgepakt door de regering. Saïdjah besluit om ergens anders te gaan werken om uiteindelijk een nieuwe buffel te kunnen kopen. Hij belooft Adinda, waar hij verliefd op is, over drie jaar terug te zijn. Wanneer hij is teruggekeerd en wacht onder de Ketapan, de plaats die ze hadden afgesproken, komt zijn liefde niet opdagen. Hij gaat naar Adinda op zoek en komt te weten dat ze is vermoord. Hij kan alle tegenslagen niet meer verdragen en pleegt zelfmoord. De functie van dit verhaal is om een beeld te geven van de toestand in Indië. Het is een verpersoonlijking van de uitbuiting van de inlanders. Het helpt de lezer een beeld te vormen van de werkelijke toestand in het land.

Het verhaal wordt onderbroken door Droogstoppel die een nieuwe poging doet om Sjaalman te ontmoeten. Hij ontmoet zo een resident uit de Oost. Deze regent vertelt hem dat er niets aan de hand is in Nederlands-Indië en dat de bevolking tevreden is. Volgens hem is sjaalman een ontevreden persoon.

Slijmering verzoekt Havelaar om zijn aanklacht tegen de resident in te trekken, maar Haverlaar weigert dit. De zaak moet worden behandeld door een hogere instantie. Havelaar wordt genoodzaakt overgeplaatst naar Ngawi, maar hij vraagt echter zelf ontslag. Havelaar wil de goeveneur-generaal in buitzenzorg spreken, maar deze heeft het te druk met zijn aanstaande vertrek om hem te spreken. Havelaar schrijft nog een brief, maar deze blijft onbeantwoord.

Havelaar dwaalde arm en verlaten rond. Hij zocht… Genoeg, mijn goede Stern! Ik, Multatuli, die veel heeft gedragen neem de pen op. Je bent niet gekomen om Havelaars levensgeschiedenis te schrijven. Stern wordt verteld dat hij kan gaan, en Multatuli zelf neemt de pen over. Je bent onder mijn pen uitgegroeid tot een monster. Ik walg van mijn eigen maaksel; stik in koffie, verdwijn! Hoofdstuk 21, bladzijde 314.

In het slot vertelt Multatuli dat hij met zijn boek zijn kinderen iets mee wilt geven voor later en dat het boek gelezen zal worden. Iedereen moet weten van de gebeurtenissen op Java. Ten slotte richt Multatuli zich tot Willem de Derde, koning van het Rijk van Inulinde, en vraagt hen of het zijn wil is dat zijn, meer dan dertig miljoen, onderdanen worden mishandeld en uitgebuid in zijn naam.

 Eigen mening

Het boek is van grote waarde geweest voor de mensen in de periode waarin het boek is geschreven. Ik vind dat het boek in deze tijd niet meer tot de verplichte literatuur moet worden gerekend. Het is vrij sterk verouderd en vaak moeilijk te begrijpen. Veel stukken zijn zeer langdradig. De delen die ‘Droogstoppel’ heeft geschreven zijn humoristisch een ook een stuk makkelijker te lezen. Zodra het verhaal overgaat naar de situatie in de voormalige kolonie is er veel concentratie nodig. Ik hou ervan om boeken te lezen voor ontspanning, dit kon ik niet bij dit boek. Ik moest mezelf er echt toe zetten om nog een stuk te lezen.

Al met al dus een zeer sterk verhaal. Voor het lezen moet wel aardig wat tijd worden vrijgemaakt en ik vond het wat minder geschikt voor mijn leeftijd (jong adolescent).


LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in