Het artikel gaat in op de periodisering van de middeleeuwen. Wanneer eindigen en wanneer beginnen ze. Het doel van deze artikelen is om de belangrijkste meningen van weer te geven en de lezer zelf een oordeel te laten vormen.
http://www.historyathome.nl
Periodisering en duiding van de middeleeuwen
Betekenis van de middeleeuwen
Historici zijn het niet eens over de betekenis van de middeleeuwen (500 – 1500). In
eerste instantie was men er van overtuigd dat het hier een tussenperiode betrof.
Een periode tussen de schitterende oudheid en de evenzo schitterende renaissance,
die uit diezelfde oudheid de inspiratie haalde. De middeleeuwen werden gezien als
een overgangsperiode. Een periode waarin de beschaving verdween, alsmede steden,
wegen, bruggen, geld, wetten en fatsoenlijk bestuur. Bijgeloof en wreedheid kwamen
ervoor in de plaats. Hoe zou zulk een periode van terugval en stagnatie ooit een serieus
onderwerp van onderzoek kunnen worden? Alsof de mensheid iets zou kunnen leren van
deze verschrikkelijke periode.Hoe zou deze periode ooit kunnen concurreren met de oudheid?
Het begin van de middeleeuwen
Volgens de gangbare traditionele indeling beginnen we de middeleeuwen in het jaar 500
en eindigen de middeleeuwen met het jaar 1500. Waarom is niet geheel duidelijk. Het zijn
makkelijke ronde jaartallen en voor iedere andere indeling is wel iets te zeggen. Uiteindelijk
is er consensus bereikt over bovenstaande jaartallen. Dat wil niet zeggen dat er geen
andere meningen zijn. Meningen die het waard zijn om serieus naar te kijken. Om eens een
paar mogelijkheden te noemen: diverse geleerden beweren dat 180 na Christus een goed
moment is om de middeleeuwen te laten beginnen. Anderen denken aan 312 en ook het
jaar 814 wordt wel genoemd. We zullen iets over deze keuzes uitweiden.
Romeinse keizer Romulus Augustus
Met het jaar 500 wordt eigenlijk bedoeld het jaar 476, als de laatste Romeinse keizer
Romulus Augustus wordt afgezet. Voor het gemak wordt deze gebeurtenis
onthouden als 500 na Christus en zo is dit jaartal dus gemeengoed geworden.
Natuurlijk breekt er een geheel nieuwe tijd aan als het westelijk Romeinse rijk ophoudt te
bestaan en het is niet zo gek deze cesuur te kiezen.
Keizer Marcus Aurelius
Een andere mogelijkheid is het jaar 180 na Christus. Na de dood van de grote keizer Marcus
Aurelius komt zijn zoon Commodus op de troon. Deze laatste is een wreedaard die allerlei
associaties met Nero en Caligula oproept. Het was geen man die het rijk bij elkaar kon
houden. Uiteindelijk werd hij vermoord, waarna er een situatie ontstond waarbij de diverse
generaals van de grenslegers zichzelf tot keizer uitriepen en naar Rome opmarcheerden om
hun claims kracht bij te zetten. Dit leidde tot een permanente staat van burgeroorlog, nog
verergerd door invallen van allerlei barbaarse stammen die niet meer aan de grenzen van
het rijk werden tegengehouden. Nooit zou het Romeinse rijk meer worden zoals het vroeger
geweest was. Latere keizers als Diocletianus en Constantijn de Grote hebben het
verval slechts tegen kunnen houden, niet kunnen keren. Er is dus alle reden om te zeggen
dat de terugval in beschaving en dus de middeleeuwen al veel eerder begon dan het
jaar 476.
Constantijn de Grote
Het jaar 312 is ook een optie. Toen immers bekeerde Constantijn de Grote zich tot het
christendom. Hierdoor werd het christendom de belangrijkste godsdienst van het Romeinse
wereldrijk. Dit was een verandering die voor sommige geleerden belangrijk genoeg was om
te stellen dat de oudheid voorbij was. Ook wordt het jaar 814 genoemd. De argumentatie
hiervoor is dat in dat jaar de laatste echte keizer, keizer Karel de Grote, sterft. Hij was de
laatste die Europa verenigde, net zoals dat de Romeinse keizers was gelukt.
Het einde van de middeleeuwen
Ook hier zullen we beginnen met het noemen van het traditionele einde van de
middeleeuwen. De algemene consensus is hier het jaar 1500. Ook hier wordt een aantal
andere jaartallen genoemd. Om eens een paar jaartallen te noemen: het jaar 1453 wordt
genoemd, alsmede de jaartallen 1492, 1517 en 1300. We zullen ook over deze keuzes
uitweiden.
Byzantium valt ten prooi aan islamitische Turken
Het jaar 1453 wordt door Petrarca[1] genoemd. Deze koos voor dit jaartal omdat in dat jaar
Byzantium (het oude Oost-Romeinse rijk) ten prooi viel aan de islamitische Turken. Het was
in die tijd een belangrijke gebeurtenis die veel indruk maakte. Petrarca vond als tijdgenoot
dat “van de twee grote lichten van het christendom (Rome en Byzantium) er één was
gedoofd”.
Een andere mogelijkheid is het jaar 1492. In dat jaar immers ontdekte Columbus Amerika.
Het ontdekken van een geheel nieuwe wereld is voor veel historici een reden om de
middeleeuwen als beëindigd te beschouwen.
Godsdienst voor de middeleeuwen
Godsdiensthistorici wijzen op het belang van de godsdienst voor de middeleeuwen. De
godsdienst is volgens hen de belangrijkste stuwkracht voor veranderingen geweest. Zij die
daarvan overtuigd zijn menen dat de hervorming als eindpunt van de middeleeuwen
gezien moet worden. Met de hervorming immers kwam er een einde aan de universele
christelijke godsdienst. Tot de hervorming waren er wel verschillen van mening geweest en
ketterijen, maar nog nooit was er een totaal nieuwe kerk, de protestantse, gesticht. Het
betekende dat er nieuwe ideeën over het geloof ontstonden. Het betekende dat de
middeleeuwers langzaam gingen afrekenen met bijgeloof en opgelegde dogma’s. Dan nog is
er geen duidelijkheid over het jaartal. Wanneer immers laten we het protestantisme
beginnen? Is dit met het jaar 1517, als Luther zijn 95 stellingen op de kerkdeur in Worms
vastspijkert? Of is dit het jaar 1300, als Wycliff en Johannes Hus op de voorgrond treden? Zij
waren immers de eersten die de wereldlijke macht van de paus ontkenden. Hierdoor golden
zij als voorlopers van de hervorming.
Het is duidelijk dat de periodisering onderwerp is en blijft van een verhitte discussie. Als men
het bovenstaande stuk leest kunnen we concluderen dat de meeste geleerden het einde van
de middeleeuwen rond het jaar 1500 situeren. Het is een boeiende en nuttige discussie. Een
afbakening van een studiegebied is noodzakelijk. Als gevolg hiervan moeten we ons blijven
afvragen waarom we iets afbakenen bij nu juist dat ene jaartal. Ook blijven er discussies over
de vraag of er ook andere interpretaties mogelijk zijn.
[1] Francesco Petrarca (1304 – 1374): beroemd Italiaans dichter en proza schrijver. De grondlegger van het
humanisme.