Thomas Hobbes was een zeer groot filosoof, afkomstig uit Engeland. Hij was een fervent tegenstander van van de kerk. Zijn boek Leviathan is het bekendste boek dat hij heeft geschreven. Hobbes heeft ook veel geschreven over de staat. Hobbes stond aan het begin van het seculiere optimisme. Toch is Hobbes waarschijnlijk een van de meest genegeerde filosofen uit de geschiedenis.

Hobbes leven

Thomas Hobbes werd geboren op 5 april 1588. Zijn vader was een arme predikant in het stadje Malmesbury. Thomas werd niet goed opgevoed door zijn vader. Zijn vader was een alcoholist en liet het gezin in de steek toen Thomas zestien jaar was. Thomas was een zeer intelligente jongen. Zo was Thomas een echte talenkenner. Behalve zijn geboortetaal Engels was hij ook bedreven in Latijn, Grieks, Frans en Italiaans. Een vaardigheid die Thomas zijn hele leven zou beoefenen, was het vertalen van teksten. Deze vaardigheden waren in de zestiende en zeventiende eeuw zeer gewild. Thomas had dus al snel een voorsprong op andere studenten. Thomas ging na zijn schoolopleiding naar een college voor algemene letteren. Zoals veel 'net-afgestudeerde' studenten in die tijd, kwam ook Thomas terecht in het huishouden van een adellijke familie. Daar fungeerde Thomas als huisleraar, financieel agent, secretaris en adviseur. Ook ging hij mee op een 'Grand Tour' met de zoon van de edelman voor wie hij werkte. In deze Grand Tour, die duurde van 1610 tot 1615, kwam Hobbes in heel Europa. Hij ging mee als begeleider en leraar, maar had genoeg tijd om vele intellectuelen te ontmoeten. Zo kwamThomas in contact met Galilei, Descartes en nog meer beroemde mensen. Tussen 1630 en 1636 heeft Hobbes nogmaals een Grand Tour ondernomen. Thomas was in zijn lange leven een productief schrijver. Zo schreef hij een aantal belangrijke werken waaronder Leviathan, The Elements of Law en De Cive. In de jaren 1640 tot 1650 was het, politiek gezien, erg onrustig in Engeland. Er woedde een burgeroorlog en Hobbes besloot in november 1640 naar Frankrijk te vluchten. Hier zou hij blijven tot de winter van 1651-1652. In deze tijd heeft hij onder meer kritiek geleverd op Descartes. Een aantal jaren later was hij echter de bondgenoot van Descartes. Vlak voor Descartes' dood, in 1650, kwamen Descartes en Hobbes voor het eerst persoonlijk met elkaar in contact. Thomas werd in 1647 zeer ziek. Zijn toestand was zo kritiek dat hem de laatste sacramenten werden toegediend. Uiteindelijk zou hij na deze periode nog ruim 30 jaar leven. Zijn geest was echter aangetast en het is mogelijk dat hij de ziekte van Parkinson heeft gehad. Vlak na zijn ziekte heeft Hobbes de Leviathan geschreven. Dit boek maakte Hobbes ontzettend impopulair en hij moest zelfs vrezen voor zijn leven. Zijn laatste werk was een vertaling van de Ilias en de Odyssee. In het jaar 1679 werd Hobbes, inmiddels 91 jaar oud, ernstig ziek. Thomas Hobbes stierf op 3 december 1679. 

Leviathan

De Leviathan is het boek waarmee Hobbes wereldberoemd is geworden. Althans, we kunnen beter berucht dan beroemd zeggen. De titel is ontleend aan de bijbel, in het boek Job hoofdstuk 41. Hier gaat het bijna het hele hoofdstuk over een afschrikwekkend beest, genaamd Leviathan. De Leviathan die Hobbes bedoelde was 'de staat'. Hobbes beschouwde de staat als een Leviathan die met al haar kracht de menselijke tekortkomingen moest zien te beteugelen. Het boek is opgedeeld in meerdere belangrijke delen. In het eerste deel gaat hij in op de mens. Hobbes' uitgangspunt bij de mens was "Bellum omnium in omnes" wat betekent: 'oorlog van allen tegen allen'. Deze staat van oorlog heet de 'natuurtoestand'. Hobbes ging er in zijn theorie van uit dat mensen gelijkwaardig waren aan elkaar. Gelijkwaardigheid leidt tot wantrouwen en oorlog. Zonder een machtige staat zou er een constante staat van oorlog zijn en was niemand zijn of haar leven zeker. Ook gaat Hobbes in op de natuurrechten, rechten die zo vanzelfsprekend zijn dat ze door het verstand, de ratio, kunnen worden gevonden. Zo beschreef Hobbes in zijn werk The Elements of Law: "Het is daarom een natuurrecht dat ieder mens het behoud van zijn eigen leven en ledematen mag nastreven met alle kracht waarover hij beschikt". Dit betekent niet dat de mens alles mag doen naar zijn believen. Dit wordt Hobbes soms wel verweten, maar dat bedoelt hij niet. In het tweede gedeelte, over de staat, wordt duidelijk hoe Hobbes dacht over de staat. Om uit de natuurtoestand, de oorlog van allen tegen allen, te komen, moest men een instantie hebben die het gezag en de macht heeft om af te dwingen dat de mensen de natuurrechten eerbiedigen. Anders gezegd, alle mensen moeten het recht om zichzelf te besturen afdragen aan een overheid. Deze overheid moet werkelijke macht bezitten en kan dan de burgers beschermen. De vrijheid van de burgers is wel erg beperkt en daarom wordt Hobbes ook beschouwd als voorstander van een totalitair geregeerde staat. Al met al is Hobbes een zeer interessante man geweest, een persoon die al teveel is genegeerd door latere generaties.

Voor meer informatie verwijs ik u naar een boek waarin het leven en werk van Hobbes uitgebreid wordt beschreven:

Kopstukken filosofie: Hobbes

Auteur: Richard Tuck

Boek: Kopstuffen filosofie: Hobbes
Auteur: Richard Tuck

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in