Het begon allemaal met een toren en een muur. In de loop van de tijd zijn er grootse en imponerende kastelen ontstaan. De restanten in heel Europa herrineren ons aan de Middeleeuwen. Waarom werden ze gebouwd, door wie en hoe?
Kastelen in Europa
Het begon allemaal in de negende eeuw na Christus: lokale edelen bouwen Europa vol met kastelen.
Hoewel ze in het begin vrij simpel en zwak waren, zijn veel kastelen gegroeid tot een onneembare vesting.
Het meerendeel van de kastelen in Europa was eigendom van machtige koningen. De bouw van de kastelen kwam echter voornamelijk voort uit zelfbescherming en controle-versteviging van de lokale edelen. De edelen rechtvaardigden de bouw van deze kastelen door te wijzen op het gevaar van barbaarse invallen. Het primaire doel was echter de lokale bevolking onder controle te kunnen houden.
Een goed voorbeeld van de explosieve groei van kastelen in de Middeleeuwen is de Franse provincie Poitou.
In de negende eeuw, tijdens de vele invallen van de Noormannen, stonden in Poitou drie kastelen. In de elfde eeuw stonden er al 39 kastelen! De explosie van de bouw van kastelen voltrok zich in heel Europa, aangezien kastelen snel werden gebouwd.
Tot de intreding van het kannon als oorlogstuig, was een kasteel vaak onneembaar. Het bood een goede verdediging tegen de grootste legers.
De wijze van kasteelbouwen veranderd
De burchten in de negende eeuw waren voornamelijk "Mottekastelen". Een belangrijk kenmerk van deze kastelen was dat er een kunstmatige heuvel werd aangelegd, een motte. Hierop werd een ommuurde houten toren gebouwd. Deze werden tot aan de dertiende eeuw veel gebouwd. De explosieve groei van deze kastelen is met name te verklaren door de aanwezigheid van genoeg grondstoffen. Hout en aarde waren immers makkelijk te verkrijgen.
Vanaf de elfde eeuw begon men meer met steen te werken. Steen was immers een veel effectiever verdedigingsmateriaal.
De houten toren werd vervangen door een stenen burcht. Ook werd er om de heuvel zelf vaak een stenen muur aangelegd. Verder deed de ophaalbrug zijn intrede, waardoor een gracht het kasteel nog eens extra verdedigde. Voor de lokale edelen was dit erg duur, maar toch zijn er veel van dit soort kastelen gebouwd. Een goed voorbeeld hiervan is de Tower Of London.
Kastelen veranderden weer van structuur na de Eerste Kruistocht. Ridders hadden in het Midden Oosten kennisgemaakt met Oosterse burchten. Zij gebruikten dit als voorbeeld en pasten hun kastelen in Europa aan. Zo kwam o.a. de ronde toren in Europa op. De torens waren eerst vierkant, vanaf dat moment werden ze vaak rond gemaakt. Deze torens waren extra moeilijk te beklimmen van buitenaf.
Het kannon verscheen in Europa in de veertiende eeuw. Er werd echter pas effectief gebruik van gemaakt in het midden van de vijftiende eeuw. Het ontwerp van kastelen moest inspringen op de verandering van oorlogsvoering. Hoge muren werden vervangen door lagere muren. Langzamerhand raakten kastelen in verval, deze ontwikkeling had meerdere oorzaken:
- In de dertiende eeuw moesten de edelen toestemming vragen aan de koning voor de bouw van een kasteel
- Kastelen boden onvoldoende veiligheid tegen een agressor met kanonnen.
- De rijkdom van het land verschoof naar de steden. Er waren minder edelen met stukken grond waarop pachters voor hen werkten. Inplaats daarvan kwamen er grote versterkte steden.
- Koningen ontmoedigden de bouw van kastelen. Kastelen waren voor hen een bedreiging voor de controle. Het was voor de koning namelijk veel te duur om elke opstandige edele aan te vallen.
De bouwers van kastelen
Het bouwen van kastelen was een belangrijke industrie in Europa. Een kasteel bouwen kon van minder dan een jaar tot soms wel twintig jaar duren. De kosten waren dan ook vaak extreem hoog. Gespecialiseerde bouwvakkers uit Duitsland werden vaak ingehuurd om de beste kastelen te bouwen. Bij sommige kastelen werd door meer dan 2.000 arbeiders op hetzelfde moment aan gewerkt. Vaak trokken groepen 'kasteelbouwers' van land naar land om hun diensten aan te bieden. Deze kasteelbouwers kregen goed betaald. Niet alleen kastelen werden gebouwd, ook de geestelijkheid betaalde veel geld voor het bouwen van kathedralen.