Overheidssteun voor duurzame energie is nodig om een snelle omslag naar een low-carbon toekomst te maken, maar energiebeleid is gevoelig voor maatschappelijke weerstand tegen bijvoorbeeld windmolens.
De gedecentraliseerde Schotse regering in Edinburgh wil dat 100% van alle elektriciteit die in 2020 nodig is, duurzaam wordt geproduceerd. Dat is ambitieus, maar niet onmogelijk. Schotland heeft de beschikking over 25% van de Europese windcapaciteit en is daarmee het winderigste land van Europa. Om maximaal van deze hulpbron gebruik te kunnen maken moeten er veel windmolens worden gebouwd en dat vergt steunmaatregelen van de overheid.
De Britse regering in Londen heeft tot op heden de aanleg van windmolens gestimuleerd, door het garanderen van een tarief voor elke eenheid opgewekte energie. Daarbovenop wordt ook een tarief gegarandeerd, waartegen gedurende twintig jaar opgewekte stroom zal worden afgenomen, die niet door de eigenaar van de molen zelf wordt gebruikt. Met die zekerheid op zak hoeft een investeerder niet al te veel risico te nemen. Tegenstanders van windenergie denken daar heel anders over. Zij beschouwen het tarief als een subsidie voor een economisch inefficiënte technologie, die leidt tot concurrentievervalsing.
Niets is zo veranderlijk als het weer, maar een gebrek aan wind zal nooit een probleem zijn in Schotland. Er is echter wel een probleem als het te hard waait en meer stroom wordt opgewekt dan waar op een bepaald moment vraag naar is. Om overbelasting van het nationale stroomnetwerk te voorkomen worden dan per direct windmolens stilgezet. Dat is immers eenvoudiger dan het stilleggen van een kolencentrale. Voorstanders van duurzame energie verwijten de overheid daarmee het paard achter de wagen te spannen, door uitgerekend het opwekken van duurzame energie te stoppen. Een nationale verdeelsleutel zorgt er wel voor dat de last eerlijk wordt verdeeld over alle windmolens, door ze bij toerbeurt stil te zetten.
Wel wind, maar geen draaiende wieken betekent dat inkomsten worden misgelopen, maar gelukkig voor de getroffen eigenaren wordt de geleden schade gecompenseerd. Dat is koren op de molen van tegenstanders van windenergie, die wijzen op de economische waanzin van betalen voor iets wat niet wordt geproduceerd. Voorstanders pareren die kritiek door erop te wijzen dat dankzij het 'feed-in' tarief windenergie snel is gegroeid. In september 2014 werd in Schotland al meer dan 46% van de vraag naar elektriciteit geleverd in de vorm van duurzame energie, vooral dankzij de groei van het aantal windmolens op land.
Met nog zes jaren te gaan tot 2020 heeft Schotland nog een lange weg te gaan om haar doelstelling te halen. De Schotse regering heeft echter geen zeggenschap over het 'feed-in' tarief. Dat wordt vastgesteld in Londen en het is maar de vraag of de regeling zal blijven bestaan. De hoogte van de tarieven is al enkele keren verlaagd. Bovendien klinken vanuit de conservatieve partij al geluiden dat als het aan hen ligt de regeling zijn langste tijd heeft gehad. Volgens de conservatieven zijn mensen -lees conservatieve kiezers- windmolens meer dan zat. Bovendien is er weinig symphatie in Londen voor de ambities van de nationalistische SNP regering in Edinburgh. Bij het bepalen van de toekomst van het 'feed-in' tarief draait het niet alleen om de effectiviteit van het energiebeleid, maar spelen partij-politieke en populistische overwegingen ook een belangrijke rol.
Scottish Renewables
Energy Saving Trust
2020 Routemap for Renewable Energy in Scotland