Er stond eind april een bericht in de krant waarin verslag werd gedaan van jongeren die de politie aanvielen. Dit incident is gefilmd en op het internet gezet. Hier zijn enkele eigentijdse ontwikkelingen die een verschuiving in normen aangeven waar te nemen. Daarover hieronder.

Hedendaagse gezagdragers op straat

Het is niet de bedoeling dat de politie aangevallen wordt maar dat zij respect afdwingt. Het gezag van de veldwachter van destijds is inmiddels ver naar de achtergrond verschoven. De politie is één van ons en het uniform maakt haar herkenbaar. De manier waarop er met de politie omgegaan dient te worden wordt gekenmerkt door een toegenomen informalisering en het uniform is lang niet altijd een garantie voor respect.  Het kost dan ook niet veel moed en moeite om de gezagsdragers buiten op straat duidelijk de eigen mening te laten horen. Het zijn voornamelijk jonge medeburgers die luid van zich laten horen als zij het niet met de politie eens zijn. Zo werd de politie bij een vechtpartij buiten tegen de grond geslagen.  Passend in de moderne tijd werd van dit incident een amateurfilm gemaakt en op een online jongerenzender op het internet gezet. De politie vroeg de zender om de film waarmee zij het incident zouden kunnen bewijzen. De jongerenzender wilde het filmmatriaal echter niet afgeven aan de politie daar het door iemand anders gemaakt en dus niet hun eigendom was. De politie meende betere beelden van de kwestie als bewijsmateriaal te hebben maar de surveillancecamera stond helaas achter een boom opgesteld…  

Waar het echt om gaat

Samenwerken met mensen die tegenwerken is geen uniek verschijnsel en soms is het nodig hoe merkwaardig het ook klinkt. Hieruit blijkt onze onderlinge afhankelijkheid die toch inhoudt dat wij zorgvuldig met elkaar om moeten gaan, een inzicht waar het vaak aan ontbreekt. Niet zelden komt het besef van een te slordige onderlinge omgang veel te laat. Men praat er dan niet meer over en er komt geen protest op gang. Is er dan soms sprake van een stille vergeving? Nee, vergeving is een riskant woord dat duidt op gemakszucht en zwakke normen. Fout is fout, toch? Maar -en hier komt de hamvraag- hoe weet men wat fout is als het foute gewoon en het goede geen geleefde ervaring waar men op kan bouwen is? Daar stokt de logika, want aan iets referen wat men niet kent is onmogelijk. Eenmaal om toelichting  gevraagd worden er dan ook bij gebrek aan zelfkennis heel wat excuses verzonnen. Hier begint het grote forceren om gelijk te krijgen. Terwijl het eind zoek is, is het begin dat al helemaal. Maar, waarom zou men gelijk willen hebben? Het is toch veel makkelijker om "Ja, hoor het is wel goed" te zeggen? Maar, dat gaat natuurlijk niet.  Er staan eergevoel en persoonlijke kwetsingen op het spel. Dat opent het gevecht om erkenning. En, in dat gevecht gaat het er vaak alleen nog maar om het eigen recht te halen en niet om wat er werkelijk gebeurd is. En soms is zelfs dát dus minder van belang. Een zeer verwarrende doel- en accentverschuiving.

Het is misschien een hele gedachtenvlucht, maar dit doet mij denken aan de Holocaust in WO II. Met de gaskamers en de massavernietiging  van Joden werd een dieptepunt in de geschiedenis bereikt. Mensen  zich die schuldig voelen ontkennen zelfs dat dit gebeurd is. Deze ontkenning is strafbaar. Wie een haast niet te verwoorden ernstige gebeurtenis als de Jodenvervolging en de massavernietiging van Joden wil verzwijgen leeft niet bewust en steekt de kop in het zand. Maar hoe afgrijselijk deze gebeurtenis ook is er wordt nog tijdens massa-evenementen als voetbalwedstrijden luidkeels "Hamas, Hamas, Joden aan het gas!" geroepen. Dat zou ook strafbaar moeten zijn. Want goed? Nee hoor, het is helemaal niet goed. Hoe kán men het roepen? Uit gewoonte? Laten we het niet hopen. Het foute mag nimmer een gewoonte  worden.

 

 

 

 

 

De Telegraaf, 01-05-2010

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in