In de rasstandaard van de labrador staat: ”Geheel zwart, geel of lever/chocoladekleurig. De gele kleur kan variëren van licht roomkleurig tot vossenrood. Kleine witte vlek op de borst is toegestaan”. Hoewel voor de fokkerij de kleur van de hond van ondergeschikt belang hoort te zijn speelt de kleur wel een rol bij het maken van keuzes.
De Labrador Retriever: zwart, geel of chocoladekleur
Ook de kleur van onze hond blijkt aan mode onderhevig te zijn, een chocoladebruine labrador was in de jaren 90 een trend. Een modetrend vergroot de vraag naar een bepaald artikel, in dit geval de vraag naar een chocoladebruine labrador. Vraag en aanbod zijn onverbrekelijk met elkaar verbonden. Het gevolg was dat een groep fokkers kleurselectief ging fokken. Als dit gebeurt dreigen andere, belangrijke eigenschappen ondergeschikt te raken.
De kleur is een belangrijke eigenschap van een hond, maar de waarde moet niet overschat worden.
Voor een fokker is het belangrijk te weten hoe de vachtkleur tot stand komt. Voor de puppekoper die verbaasd naar een gele moeder met een hele berg zwarte pups kijkt is het interessant om te begrijpen hoe dit kan.
Homozygoot of heterozygoot
Volgens de erfelijkheidsleer kan men een chromosoom zien als een in partjes verdeeld staafje, elke partje heet een locus. Chromosomen komen in paren voor, de hond heeft 39 chromosoomparen waarin de genenparen liggen die kenmerkend zijn voor de eigenschappen van de hond, waaronder zijn vachtkleur. Als de loci in het chromosomenpaar dezelfde genen hebben heet dat homozygotie.Zijn de genen verschillend heet dat heterozygotie
Dus als beide genen de kleur zwart als eigenschap hebben is de hond homozygoot voor de kleur zwart. Heeft één gen de eigenschap zwart en een andere gen de eigenschap geel, is hond heterozygoot voor de kleur zwart.
Zwart is dominant, de kleur van de hond is in beide gevallen zwart. Bij heterozygotie is er altijd een gen dat overheersend is en een gen dat ondergeschikt is.
Genotype
Het genotype is de optelsom van de genen en bepaalt het uiterlijk van de hond. Het uiterlijk van een hond kan ook tijdens zijn leven gewijzigd worden, denk bijvoorbeeld aan een gecoupeerde staart. Deze wijzigingen behoren niet tot de genen en zijn dus niet erfelijk.
Aan het uiterlijk van de hond is niet altijd te bepalen wat het genotype is. Bijvoorbeeld bij een zwarte Labrador reu, zwart is dominant dus de hond kan homozygoot of heterozygoot zijn
Dus als deze hond een homozygoot zwarte teef dekt, kunnen er gele pupjes in het nest zitten. De reu is dan heterozygoot, zijn er alleen zwarte pups dan is de reu homozygoot.
Alleen bij zwarte honden doet zich deze vraag voor
Deze vraag doet zich bij onze labradors alleen voor bij zwarte honden. Gele en bruine labradors zijn altijd homozygoot. Zoals we gezien hebben is zwart dominant, dus zouden de gele en bruine honden een gen voor de kleur zwart hebben zouden ze zelf ook zwart zijn.
Als een homozygoot zwarte hond gekruist wordt met een homozygoot gele hond, geeft de zwarte hond uitsluitend chromosomen met genen voor zwart mee. De gele hond geeft alleen de kleur geel mee. Alle kinderen van een dergelijk paar zijn drager van het zwarte gen en van het gele gen, maar zij zullen allemaal zwart zijn.
De meeste labradors zijn zwart, chocoladebruin of geel. Er zijn nog wat uitzonderingen:
Yellow Livers
Gele honden zonder zwart pigment op neus, oogranden, lippen en voetzolen. Voor dit verschijnsel bestaan verschillende benamingen:
- Yellow Liver
- Yellow Chocolates
- Peppermint creams
- Honden met NBP (no black pigmentantion)
Deze honden hebben, net als de bruine labrador, een lichtere oogkleur dan de zwarte of gele labrador. Deze kleurvariant is niet erg populair, niet omdat het een “fout” is, maar omdat de uitdrukking van deze honden wat minder sprekend is.
Tanpoint.
Hierbij is wel sprake van een kleurfout veroorzaakt door een voor de labrador ongewenst gen (denk aan de black and tan kleurverdeling bij de Rottweiler).
“Black and Tan” komt zelden voor bij labradors. Dat het af en toe voorkomt is het gevolg van het feit dat vroeger Gordon Setters werden gekruist met Labradors. Een recessief (ondergeschikt) gen is hardnekkig.
Wanneer twee dragers van dit gen een gezellige middag met elkaar hebben kunnen pups met deze kleurvariant hier het gevolg van zijn.
Brindle
Sommige labradors hebben lichte aftekeningen, voornamelijk op de poten en rond de snuit. Ook hierbij geldt dat beide ouders drager van hetzelfde gen moeten zijn.
Somatische mutatie
Hierbij komen op een gele hond zwarte pigmentvlekken voor. Er is geen sprake van een kleurfout maar van een mankementje in de celdeling in de vroege embryonale ontwikkeling. De nakomelingen van een dergelijke hond zullen deze vlekken niet vertonen.
Silver en blue
Wij kennen in de rasstandaard de drie kleuren, zwart, geel en bruin. In Amerika zijn enkele fokkers die labradors met een grijze vacht voortbrengen. Deze honden hebben ook een lichte oogkleur.
Er is nogal wat discussie over de raszuiverheid van deze honden en daar is men voorlopig nog niet uit.
De labrador is een populaire hond, juist vanwege de populariteit is het van belang met zorg een goede fokker uit te zoeken. Voor een pupkoper is de kleur misschien belangrijk, voor de fokker hoort het voortbrengen van gezonde honden voorop te staan.