Als je gaat scheiden moet er veel geregeld worden, de verdeling van de pensioenen is vaak niet het eerste waar je aan denkt. Toch is een redelijke en billijke verdeling van de opgebouwde pensioenen van groot belang voor je toekomst.

Echtscheiding en ouderdomspensioen

De wet verevening pensioenrechten bij scheiden (WVPS)  is sinds 1 mei 1995 in werking. Volgens deze wet hebben beide ex-partners recht op de helft van het tijdens de huwelijkse periode opgebouwde ouderdomspensioen. Voor 1981 werd het opgebouwde pensioen niet betrokken in de boedelscheiding, eind 1981 werd door de Hoge Raad bepaald dat bij de verdeling van de gemeenschap van goederen de waarde van de pensioenrechten verdeeld moest worden.

In de wet verevening pensioenrechten bij scheiding is geregeld dat beide partners recht hebben op de helft van het  tijdens het huwelijk door de ex-partner opgebouwde pensioen. Het staat overigens iedereen vrij hiervan af te wijken. Soms is verevening niet logisch, soms volkomen onredelijk. Als je kiest voor verevening moet de echtscheiding binnen 2 jaar gemeld zijn bij de pensioenuitvoerder.

Wat is verevening?

Bij verevening pensioenrechten krijgt de ex-partner recht op pensioenuitkering vanaf het moment dat degene die het pensioen heeft opgebouwd met pensioen gaat. Vaak, veel te vaak wordt de standaardverevening van 50/50 toegepast. Beide partners hebben recht op de helft van elkaars tijdens de huwelijkse periode opgebouwde pensioen.

Bij overlijden van de partner die het pensioen niet heeft opgebouwd, komt het volledige pensioen ten goede aan degene die het pensioen heeft opgebouwd. Er wordt te weinig gekeken naar de individuele situatie. Een verevening van 50/50 hoeft niet, je kunt kiezen voor een verdeling van 40/60 of 30/70, afhankelijk van beide inkomens.

Afzien van verevening

Als beide partners ongeveer een gelijk pensioen hebben en ongeveer even oud zijn, is de standaard verevening (50/50) volkomen onnodig. Logisch is dan zo prettig mogelijk afscheid van elkaar te nemen en allebei je eigen weg te gaan, met je eigen pensioenpolis onder je arm.

Conversie van ouderdomspensioen bij echtscheiding

Een mogelijkheid die te vaak over het hoofd wordt gezien is conversie. Bij conversie wordt de waarde van het te verevenen pensioen gedeeld, het deel dat toekomt aan de ex-partner (degene die het pensioen niet heeft opgebouwd) wordt samen met het bijzonder nabestaandenpensioen voorgoed omgezet in een eigen aanspraak. Na conversie heb je beiden je eigen ouderdomspensioen. Na conversie ontvangt iedere ex-partner het ouderdomspensioen wanneer deze zelf de pensioengerechtigde leeftijd bereikt.

Conversie kan alleen met toestemming van degene die het pensioen heeft opgebouwd en met medewerking van het pensioenfonds.

Hoe wordt conversie vastgelegd

Conversie kan al vastgelegd zijn in de huwelijkse voorwaarden (bij geregistreerd partnerschap in de partnerschapsvoorwaarden) of in het echtscheidingsconvenant. Bij de keuze voor conversie moet het verzoek daartoe door beide partners ondertekend worden en samen met een kopie van het echtscheidingsconvenant naar de pensioenuitvoerder gestuurd worden. Conversie is alleen mogelijk met toestemming van de pensioenuitvoerder en is definitief, conversie kan niet teruggedraaid worden. Omdat conversie een eigen aanspraak geeft ben je niet afhankelijk van de leeftijd of het in leven zijn van de ex-partner.

Nadeel conversie ten opzichte van verevening

Bij verevening komt het bijzonder partnerpensioen bij overlijden van degene die het pensioen niet heeft gebouwd weer ten goede van de opbouwer. Als maandelijks ouderdomspensioen 1000,- bedraagt en daarvan gaat tengevolge van verevening 500,- naar je expartner, krijg je bij overlijden van je expartner de 500,- weer bij je eigen ouderdomspensioen.

Bij conversie heeft de expartner een eigen recht op pensioen gekregen, er wordt bij overlijden van de ex niets meer aan het pensioen van de opbouwer toegevoegd.

Voorbeeld verevening

Onderstaand een voorbeeld waarbij verevening is toegepast, bij conversie had de man een eigen recht op het pensioen van de vrouw gekregen en dit pensioen was op zijn eigen pensioengerechtige leeftijd ingegaan.

Man, geboren in 1946, vrouw geboren in 1958. De man gaat is in 2011 met pensioen gegaan, de vrouw gaat (vermoedelijk) in 2023 met pensioen. Vanaf 2011 heeft de vrouw bij verevening recht op de helft van het pensioen opgebouwd tijdens de huwelijkse periode. De man wordt gekort op zijn pensioenuitkering. Op het moment dat de man recht heeft op het vereveningsdeel van de vrouw is hij 77 jaar.

Dit is een praktijkvoorbeeld waarbij de standaardverevening is toegepast en de andere mogelijkheden niet eens ter sprake zijn gekomen. In dit geval was afzien van verevening of conversie een logischer keuze geweest.


LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in