Van Autisme hebben we allemaal wel eens gehoord. Maar het Aspergersyndroom, ofwel het Syndroom van Asperger, klinkt minder bekend in de oren, terwijl deze aandoening ook tot het autismespectrum wordt gerekend. Wat houdt het Aspergersyndroom precies in en wat zijn hier de kenmerken van?
Het Syndroom van Asperger is een pervasieve ontwikkelingsstoornis. Met pervasief wordt bedoeld dat deze stoornis zich uit in meerdere ontwikkelingsgebieden van een kind. De hersenen functioneren dan namelijk anders, voornamelijk bij het verwerken van informatie uit de omgeving en bij de sociale interacties. Kinderen met het syndroom van Asperger zijn vaak emotioneler dan andere, maar ze kunnen deze emoties veel moeilijker uiten, waardoor het lijkt dat ze juist minder emotioneel zijn.
Het Aspergersyndroom is vernoemd naar de Oostenrijkse kinderarts Hans Asperger, die de stoornis voor het eerst beschreef in 1944. Kinderen met dit syndroom vertonen overeenkomsten met het klassieke autisme, zoals problemen met communicatie, socialisatie en motoriek. Tussen het Syndroom van Asperger en Autisme zijn echter ook duidelijke verschillen. Ten eerste is bij kinderen die lijden aan het Syndroom van Asperger sprake van een gemiddelde tot hoge intelligentie, terwijl zeventig procent van de kinderen met klassiek autisme een verstandelijke handicap heeft. Ten tweede beschikken kinderen met het Aspergersyndroom in het algemeen over een goed of in ieder geval beter taalgebruik, in tegenstelling tot veel kinderen met klassiek autisme. Tot slot hebben kinderen met Asperger meer dan gemiddeld last van agressie, depressie en angsten.
Kenmerken van kinderen met het Aspergersyndroom
Kinderen die lijden aan het Syndroom van Asperger kunnen opvallen door:
- Een goed oog voor detail
- Een goed geheugen
- Een hoge tot zeer hoge intelligentie
- Een goede grammaticale kennis en een grote woordenschat
- Een gebrek aan inlevingsvermogen
- Nauwelijks in staat zijn vriendschappen aan te gaan of te behouden
- Gebrekkige sociale vaardigheden
- Het vertonen van excentriek gedrag
- Gebrekkige of afwezige non-verbale communicatie
- Volledig op te gaan in bepaalde onderwerpen
- Een slechte motoriek of een afwijkende lichaamshouding hebben
- Een afwijkende manier van praten: weinig variatie in ritme en toonhoogte, vaak een afwijkende en formele woordkeuze
- Geen onderscheid kennen tussen letterlijk en figuurlijk
- Het ontwijken van oogcontact
- Een ongelijkmatige ontwikkeling van cognitieve en sociale vaardigheden
- Grote zintuiglijke overgevoeligheid
- Geen of nauwelijks uiting van emoties
- Autoritair overkomen door hun bijzonder taalgebruik, vaak stellig en eentonig