Een aandoening ontstaat niet zomaar. Er is altijd wel een oorzaak, alleen we kunnen het niet altijd aanwijzen. Als het om iets kleins gaat, wat weinig invloed op onze leefstijl heeft, dan kan een puur medische behandeling voldoen. Als het iets is dat een grote impact heeft, dan is naast de medische behandeling, misschien nog wel een andere behandeling noodzakelijk.

Leefstijl

Leefstijl is de manier waarop we ons leven leiden. Alles wat een persoon doet dat direct of indirect gerelateerd is aan gezondheid. Leefstijl is van invloed op verschillende factoren en die factoren zijn weer van invloed op leefstijl. Om te kijken naar de invloeden van bepaalde factoren op leefstijl delen we deze factoren in 3 verschillende niveaus op.

·         Niveau van de persoon

·         Niveau van de omgeving

·         Niveau van de maatschappelijke context.

Elk van deze niveaus wordt weer onderverdeeld in verschillende factoren.

Niveau van de persoon

Als we kijken naar invloeden op leefstijl op het niveau van de persoon zelf dan denken we aan alles wat de persoon zelf kan beïnvloeden. Voeding: Wat eet deze persoon, eet hij gezond, regelmatig en voldoende. Onder het niveau van de persoon valt ook beweging. Doet deze persoon aan sport, hoe vaak, wat voor sport, sport deze persoon niet te extreem (veel of zwaar). Heeft deze persoon een verslaving. Denk hierbij niet alleen aan drugs, maar ook aan alcohol en roken. Hoe is de persoon er psychisch en lichamelijk er aan toe. Hoe is het seksleven van deze persoon. Doet hij het veilig, onveilig of helemaal niet.

Niveau van de omgeving

Factoren op het niveau van de omgeving zijn bijvoorbeeld de woonomstandigheden. Waar woont hij/zij, hoe is de buurt. Woont de patiënt alleen, samen of nog thuis. Hoe moet de patiënt zich vervoeren. Heeft hij een eigen auto, fiets of moet hij iedere keer lopen of met de bus. Bij de omgeving hoort ook de sociale omgeving. Dus heeft de patiënt een gezin, hoe is het contact met de familie, met vrienden, collega’s en de buurt. Ook werkomstandigheden vallen onder het niveau van de omgeving. Heet de patiënt een baan, hoeveel uren werkt hij, wat zijn de verantwoordelijkheden die de patiënt heeft en de sfeer op het werk.

Invloed van maatschappelijke context

Als laatste zijn er de factoren op invloed op maatschappelijke context. Wat verdient de patiënt eigenlijk, heeft hij schulden en is hij verzekerd. Hoe zit het met het pensioen van de patiënt? Niet alleen het economische aspect, maar ook het culturele aspect valt hieronder. Is de patiënt gelovig, welke normen en waarden passen bij de patiënt. Wat ook van invloed is op de leefstijl van iemand, is het opleidingsniveau en de sociaal economische status van iemand.

Al deze factoren bepalen samen hoe iemand reageert op bijvoorbeeld een ziekte, maar ook of iemand meer kans maakt op een bepaalde ziekte. Zo komt een depressie komt vaker voor bij mensen met een lagere opleiding. Al deze factoren bepalen niet alleen hoe iemand reageert, maar volgens het model van Dahlgren & Whitehead beïnvloeden ze elkaar ook nog eens.

Model leefstijl

Al deze factoren beïnvloeden elkaar als in het plaatje hier boven
1.       De kern van de leefstijl wordt gevormd door erfelijke factoren, leeftijd en geslacht.
2.       De laag eromheen bestaat uit de individuele leefstijl factoren, eten, sporten en dergelijke.
3.       Sociale en gemeenschapsinvloeden vormen de volgende laag.
4.       Leef en werkomstandigheden vormen de vierde laag. Denk weer aan de buurt en waar woont de patiënt.
5.       als laatste komen de algemene sociaal-economische, culturele en omgevingsfactoren. (5)

In het model is te zien wat elke laag kan beïnvloeden. De kern kan dus alleen laag 2 beïnvloeden. Dit betekent echter niet dat laag 5 niet door de kern wordt beïnvloed. Laag 5 wordt via laag 2, 3 en 4 beïnvloed. Laag 3 kan zowel laag 2 als 4 beïnvloeden of door deze 2 lagen beïnvloed worden. Niet alleen de wijze waarop je iets kunt beïnvloeden wordt in dit model weer gegeven, maar ook hoeveel ze elkaar beïnvloeden. Laag 5 heeft heel veel raakvlak met laag 4, terwijl laag 3 veel minder raakvlak heeft met laag 4. Oftewel: laag 4 wordt veel gemakkelijker beïnvloed door laag 5 als door laag 3.

Wil je een van de verschillende lagen veranderen, dan moet je dus ook rekening houden met de andere lagen. Het is onmogelijk om de kern te veranderen en erg moeilijk om de persoon zelf te veranderen.

Leefstijl toegepast

Stel iemand krijgt een auto-ongeluk. Na enige tijd in het ziekenhuis te hebben doorgebracht mag hij weer naar huis. Alleen door het auto-ongeluk is hij verlamd geraakt en zit hij nu in een rolstoel. De patiënt kan niet meer sporten en komt daardoor niet meer op de club. In het begin komen mensen nog regelmatig langs, maar langzaamaan veranderd dit. Vrienden, teamgenoten en familie ziet hij steeds minder, hij raakt in een sociaal isolement. Hij is zich hiervan bewust en wordt steeds depressiever. Door de depressie is hij niet meer in staat om te werken en wordt zijn inkomen minder.

Om deze depressie aan te pakken, moet je niet alleen anti-depressiva geven. De leefstijl moet helemaal worden aangepakt. De patiënt kan bijvoorbeeld nog een sport voor mensen in een rolstoel gaan doen. (rolstoelbasketbal). Doordat hij hier aan mee gaat doen, ziet hij weer mensen en wordt de kern van de depressie aangepakt.

Wat is leefstijl? hbo-kennisbank.uvt.nl/cgi/av/show.cgi?fid=6066 module leefstijl

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in