SSRI-antidepressiva zijn derdegeneratie medicijnen wat veel voorgeschreven wordt vanwege de goede verhouding tussen werking en bijwerking. Toch zijn SSRI’s niet geheel onomstreden. Zo zouden ze zelfmoordneigingen onder jongeren vergroten. In september 2012 is het resultaat van een onderzoek naar het effect van negatieve media-aandacht op de verkoop van SSRI’s bekend geworden.
Serotonine
Serotonine is een ‘ontspannende’ stof die wordt afgegeven in de zenuwuiteinden. Hij komt voor in het centrale zenuwstelsel -de hersenen en de zenuwen in het lichaam – en daarnaast in de darmwand en de bloedvaten. De functies van serotonine zijn veelvuldig: het bevordert bijvoorbeeld de eetlust, het werkt op de stemming en het speelt een rol bij in- en doorslapen. Verder werkt de stof op het geheugen en de libido (seksdrift). Nog steeds vinden wetenschappers nieuwe functies. Vanwege de variëteit aan functies geeft het sleutelen aan de serotoninespiegel in het lichaam veel bijwerkingen.
SSRI
‘Selective serotonin reuptake inhibitors’ zijn ontwikkeld op het principe dat depressie het gevolg is van te weinig serotonine in het brein. De SSRI’s reguleren de spiegel van serotonine door de heropname te blokkeren zodat de serotonine langer in het lichaam blijft.
Hoge verkoopcijfers
Driekwart van de antidepressiva die wordt voorgeschreven zijn SSRI’s. Hun werking is niet veel beter dan andere medicijnen, maar de bijwerkingen zijn minder ernstig en vervelend voor de patiënt. Omdat lange tijd gedacht werd dat SSRI’s relatief onschuldig zijn, verhoogden artsen bij het uitblijven van voldoende effect vaak snel de doses. Uit onderzoek bleek echter dat hierdoor de klachten niet afnamen en dus veel patiënten een onnodig hoge dosis kregen.
Vrolijkheidmolecuul?
Ander onderzoek geeft steeds meer informatie over de complexe werking van serotonine in het lichaam. Serotonine heeft mogelijk in elk hersengebied een andere uitwerking. In sommige gebieden zou het tot een beter humeur kunnen leiden, terwijl het elders juist tot depressieve verschijnselen leidt. Serotonine is eerder misschien een kwestie van een ingewikkelde balans, in plaats van ‘te veel’ of ‘te weinig’.
Media slaan aan
Behalve dat SSRI’s relatief milde, maar niet te onderschatten bijwerkingen gaven, ging de alarmbel pas echt af toen een sterke correlatie tussen zelfmoord onder jongeren en de SSRI’s werd ontdekt. De ontdekking kreeg grote media-aandacht toen ook nog eens bleek dat fabrikanten deze informatie verzwegen en contraonderzoeken manipuleerden. In 2007 gaf de Amerikaanse Food and Drug Administration een waarschuwing; in Nederland legde het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen de ondergrens voor gebruik van SSRI’s op 18 jaar.
Media-effect op verkoop
De aandacht voor de SSRI’s is grofweg te verdelen in publicaties van ‘echt’ onafhankelijke wetenschappers (en citatie in andere media), formele waarschuwingen van de autoriteiten, achtergrondartikelen en door de farmaceutische industrie aangestuurde public relations en business-to-business communicatie met artsen (tegenoffensief).
De negatieve media-aandacht over vooral het effect op kinderen en jongeren piekte in 2003 en 2007. Daardoor zakte verkoop van de SSRI’s een beetje in. Maar, over de periode 2000 – 2010 constateerden onderzoekers dat de verkoop niet noemenswaardig geschaad was. Als verklaring hanteren zij onder andere dat de media-aandacht sterk gericht was op het negatieve effect van SSRI’s bij jongeren en niet op de bijwerkingen bij volwassenen. De media-aandacht was ook rellerig, incidenteel en onderbelichtte nuanceringen zoals het feit dat dosisberekeningen bij kinderen moeilijker zijn dan bij volwassenen. Als mogelijk ‘ondersteunde’ omstandigheden noemen onderzoekers dat in de periode 2000 – 2010 de richtlijnen – met SSRI’s als eerste keus – en het vergoedingenbeleid van rijksoverheid en zorgverzekeraars niet echt veranderden. Verder geven de onderzoekers aan dat bijvoorbeeld het aspect therapietrouw van invloed kan zijn. Immers, toe- of afname van het volgen van therapie kan een verband hebben met een toe- of afname van het slikken van medicatie.
www.plosone.org
www.uu.nl
www.kennislink.nl