In tegenstelling tot de bewering ‘good teachers are born, not made’ zijn er wel degelijk docenten die zich hun vak eigen hebben gemaakt door erin te groeien. Ongetwijfeld zijn er ook docenten bij wie het lesgeven gemakkelijker afgaat, maar als iemand het enthousiasme heeft om de benodigde vaardigheden meester maken, kan het worden geleerd. Dit essay gaat over hoe een ideale docent eruitziet en welke competenties hij of zij moet bezitten.
Als er aan een leerling wordt gevraagd wat nu precies een goede docent is, krijg je een breed scala van antwoorden zoals: “Ik zou graag willen dat de docent er netjes uitziet,” ”een docent moet goed orde kunnen houden” tot “een docent moet veel van zijn vak weten.” Het is zeker dat een docent een voorbeeldfunctie heeft voor de klas en dat uiterlijk ook een rol speelt. Volgens de studie van Hans van Gennip en Gerrits Vrieze zijn er drie componenten waar een docent rekening mee moet houden als hij voor de klas staat.
Dit zijn de vakkennis, de instrumenten die de docent gebruikt voor kennisoverdracht (de zogenoemde interventies) en de docent als persoon. Hoe zwaar ieder component weegt kan verschillen, dat is wat het beroep leraar zo afwisselend maakt.
Als er wordt gekeken naar vakkennis, wat voor een eisen staan daarvoor?
Wanneer een docent voor de klas staat wordt verwacht dat hij bepaalde kennis bezit, de zogenoemde basiskennis. Dit is echter maar één belangrijk onderdeel, het is even belangrijk om belangstelling op te wekken en boeiende lesstof te verschaffen. Daar moet aan worden toegevoegd dat uit onderzoek is gebleken dat dit belangrijk is voor het leerresultaat van de leerlingen.
Het niveau van de docent is te beïnvloeden door het niveau van de vooropleiding, de initiële opleiding, nascholing, academisch denkniveau en een extra beloning geven voor goede resultaten. De docent heeft hier de rol van vakspecialist.
Hoe brengt een leraar zijn kennis over?
Uit het onderzoek van Gennip en Vrieze is gebleken dat er twee soorten effectieve interventies zijn. Bij de eerste soort speelt de docent de rol van instructeur, hierbij moet je denken aan kennisoverdracht. De interventies die hierbij horen zijn onder andere: orde en rust handhaven, de stof helder presenteren, gestructureerd werken, heldere doelen stellen, evalueren etc. Het is dan ook van groot belang de les effectief in te delen.
Daarnaast speelt de docent ook de rol van coach, dit is het ‘nieuwe leren’.
De docent geeft de leerling meer ruimte om zelfstandig te leren en stelt ook moderne media ter beschikking. In de praktijk blijk dat strategieën die gericht zijn om de leerling aan het leren te krijgen het meest succesvol zijn. De heldere manier van lesgeven: orde en een positieve leeromgeving, werken in het verlengde van de strategie. Door middel van training, supervisie, mogelijkheden tot doorgroei en evaluatie kan de docent zijn interveniërende vaardigheden vergroten.
Wat voor een soort persoon is een goede docent?
Hiermee moet je ‘geboren zijn', om even terug te komen op de inleiding.
Alle vakinhoudelijke zaken, evenals het interveniëren, kunnen worden geleerd.
Echter het willen, doorzetten en enthousiasme om een leerling optimaal te laten presteren moeten uit de persoonlijkheid vloeien. Idem dito voor het ‘streng zijn’ en voor de uitdagingen die bij het beroep horen.
Als een docent voor de klas staat zien de leerlingen het liefst dat de docent ‘zichzelf’ is en van nature een passie voor lesgeven heeft. Dit is wat de klas graag wil zien, de individuele leerling ziet graag dat een docent zich interesseert voor de leerling door middel van persoonlijke aandacht. Vanzelfsprekend is dat zowel de klas als de individuele leerling af en toe, als de gelegenheid het toelaat, het gepaste gevoel voor humor van de docent kan waarderen.
Er zijn geen Nederlandse onderzoeken die hebben aangetoond dat de persoonlijkheid van de docent te maken heeft met de studieresultaten van de leerlingen.
Echter mag er wel vanuit worden gegaan dat er een correlerend verband bestaat.
Concluderend dat een ideale docent aan de volgende eisen voldoet, toonbaar gemaakt door middel van een rekensom.
F (een ideale docent) = (b1 vakinhoud (V) + b2 interventies(I) + b3 de persoon(P))
De (b1,b2,b3) staan voor het gewicht van het desbetreffende component.
De echte sterleraren
Natuurlijk zijn er heel veel goede docenten die weer heel erg verschillen van elkaar, maar bovenstaande componenten goed beheersen om competent les te geven.
Uit het onderzoek van Wartenbergh-Cras en van Gennip is gebleken dat er zeven typen sterdocenten zijn in het voortgezet onderwijs.
De supervakdocent
Deze docent weet heel veel van zijn vak en kan dit erg enthousiast en effectief overbrengen aan de leerlingen.
De raspresentator
Deze docent kan ieder verhaal heel erg goed brengen omdat hij een goede presentator is.
De vertrouwenspersoon
Deze docent wekt altijd het gevoel dat een leerling bij hem al zijn verhalen kwijt kan. Dit schept de rust in de klas die nodig is om de stof goed over te brengen en creëert ruimte voor ontwikkeling.
De idealist
Deze leraren hebben een scherp oog voor verschillen tussen leerlingen en proberen met inzet van al hun didactische en pedagogische talenten uit alle leerlingen te halen wat erin zit. Deze docent wil dat iedereen ten minste de basis van het vak gaat beheersen en slaagt.
De leerprocesbegeleider
Leerprocesbegeleiders zijn kenner bij uitstek van leerprocessen. Ze stimuleren de leerling in leren zonder zelf al te nadrukkelijk inhoudelijke kennis aan te dragen. Zij leren de leerling leren en dragen metakennis over, zoals hoe informatie te zoeken en probleem oplossen.
Ook zorgen ze voor een optimale omgeving om te leren. Laten de leerling nadenken over zijn leren en denken mee over geschikte individuele leerroutes.
De filosoof
Filosofen laten merken dat ze hebben nagedacht. Ze zetten de leerlingen aan het denken over veel zaken, die hen in het leven beroeren en plaatsen deze in breder perspectief. Leerlingen hebben veel aan hun kijk op het leven en voelen zich daardoor verrijkt. De filosofen stralen levenswijsheid uit, zonder betweterig te zijn.
De ict-ster
De ict-ster is gefascineerd door de verrijkende mogelijkheden van technologiegestuurde leermiddelen en –vormen. Deze leraren weten met inzet van ict, krachtige en gevarieerde leeromgevingen te scheppen waarin leerlingen boeiende en afwisselende leerervaringen worden geboden.
Gennip, Hans van; Gerrit Vrieze,Studie naar kennis, interventie en persoon. Nijmegen: ITS Radboud Universiteit, 2008. 12 november 2010 http://www.velon.