Parijs is het tweede reisverslag in het reisboek "Reisschilderingen" van beeldend woordkunstenaar Connie Harkema. In verhaalvorm beschrijft zij bekende plaatsen als de Tuilerieën en Place de la Concorde . "Reisschilderingen" is te bestellen via www.boekscout.nl.
De wijk Tuilerieën wordt aan de ene kant begrensd door het grote, harmonieuze Place de la Concorde en aan de andere kant door het Grand Louvre. Hier bouwden de koningen hun paleizen. De Zonnekoning Lodewijk XIV is nog steeds te vinden op het ernaast gelegen Place des Victoires, dat speciaal werd ontworpen om zijn standbeeld goed te laten uitkomen. Tegenwoordig regeren er de modekoningen.
Bij het Louvre houdt de bus, waarmee ik een rondrit door het Parijse centrum houd, stil. Dit om de passagiers de gelegenheid te bieden een foto te maken. Voor de bezichtiging van het museum is helaas geen tijd. Een van de medepassagiers, meneer Bos, vloekt binnensmonds. Hij had het Louvre wel van binnen willen bekijken.
De volgende stop is Place de la Concorde. Bos herkent het plein van een plaatje in de reisbrochure en begint meteen te ratelen: "Place de la Concorde is een historisch plein en wel een van de mooiste van Europa. Het beslaat meer dan acht hectare in het centrum van Parijs. Architect Jacques-Ange Gabriel noemde het in het midden van de achttiende eeuw Place Louis XV, omdat er een beeld van de koning stond. Hij maakte er een open achth…….”
De monoloog wordt verstoord door een klein jongetje met rood haar en sproetjes, dat voor meneer Bos zit en zich nu achterstevoren op zijn knietjes heeft gemanoeuvreerd. Hij heeft zijn handjes in zijn haar en maakt zwaaiende bewegingen met zijn vingers, terwijl zijn tong op en neer hopst tussen de tanden van zijn openstaande mond. “Ik vind jou vervelend”, zegt hij.
Zijn moeder draait zich geschrokken om. “Fransje!!”, en geeft hem een draai om zijn oren, maar ik kan zien dat ze een glimlach onderdrukt. En geef haar eens ongelijk, meneer Bos is wel erg irritant.
Mevrouw Bos houdt haar adem in. Haar gezicht kleurt bijna net zo rood als de jurk die ze draagt.
Ze had zich geen zorgen hoeven te maken. Uiterlijk onbewogen hervat Bos zijn laatste zin, alsof er geen Fransje in de bus aanwezig is. “Hij maakte er een open achthoek van, met aan de noordelijke zijde herenhuizen. Tijdens de revolutie werd het plein omgedoopt tot de Place de la Révolution en het standbeeld vervangen door de guillotine. In tweeënhalf jaar werden hier 1119 executies voltrokken, waaronder die van Lodewijk XVI, Marie-Antoinette en de revolutionaire leiders Danton en Robespierre.”
Het bevestigend knikken van mevrouw Bos is bijna aandoenlijk. Alsof ze daarmee het zelfvertrouwen van haar man een hart onder de riem wil steken, hoewel ik betwijfel of hij daar behoefte aan heeft. Zijn speech is nog steeds niet ten einde.
“Na de revolutie werd het in een sfeer van verzoening door tot inkeer gekomen revolutionairen Concorde gedoopt. In de negentiende eeuw kreeg het plein nog meer grandeur door de 3200 jaar oude obelisk uit Luxor, twee fonteinen en acht standbeelden die Franse steden voorstellen. Het is het verzamelpunt geworden voor de parades die elk jaar op 14 juli op de Champs-Elysées worden gehouden.”
We halen opgelucht adem als de woordenvloed eindelijk gestopt lijkt te zijn. Fransje zit inmiddels weer op zijn billen en blikt tevreden voor zich uit.