Allerheiligen. Ik word wakker in Ronse in mijn eigen motorhome. Ronse of Renaix, want wij zijn hier weer op een grens. De Belgische taalgrens. Ik heb nogal de neiging om langs grenzen te wandelen of te rijden. Waarom is mij niet helemaal duidelijk, misschien omdat daar de diversiteit aan mensen en aan natuur groter is en er dus meestal meer te beleven of te leren valt. 

Rance

""We maken de verschillen nog groter want we rijden richting Frankrijk, wel eerst naar Rance, zomaar zonder reden. Het is bijna middag en dus stoppen we daar. Niet echt een toeristisch aantrekkelijk dorp maar er is overal altijd wel iets te ervaren. En soms zijn de lelijkste dorpen het boeiendst. Rance dus, een kerk, een kaal plein met een klassiek oorlogsmonument. Mooi wordt het en zelfs een beetje dramatisch door de geelbruine herfstbladeren die zich, als een soort eerbetoon, aan de voeten van de stenen gesneuvelden verzamelen. Op het plein vinden we verder het Musée du Marbre, heel toepasselijk, voor deze Allerzielentijd. Het geheel wordt verder opgevrolijkt door wulps rondwaaiende lindebladeren, die bevrijd van hun boom zich nog even uitleven voor ze volledig verteerd worden. Een meisje met een wegwaaiend mini-hondje maakt het tafereel compleet. 

Wij drinken in het café La Commerce een vreemde koffie met een speculaaskoekje en filosoferen even over speculoospasta. Is het speculoos of speculaas? En waarom worden er zoveel specerijen zoals kaneel, kruidnagel en gember in deze kerstperiode gegeten? Specerijen zouden net als sommige drugs en andere genotmiddelen het serotoninegehalte wat opkrikken, waardoor we ons ook in het donkere jaargetijde wat gelukkiger kunnen voelen.

Rocroi

""We rijden hier langs de rand met Frankrijk, langs Chimay met zijn trappistenbier naar Rocroi. Rocroi, een piepkleine oude vestingstad in stervorm, we zijn al dikwijls in de buurt geweest maar nu veroveren we de wallen en parkeren ons parmantig op de Place d'Armes. Het grijze druilerige weer zorgt voor extra oorlogssfeer. We wandelen even rond, maar de regen doet ons weer snel verder vluchten. Het is wel even zoeken naar de ontsnappingsroute richting Revin maar dan worden we snel opgeslokt door de mist, de regen en eindeloze herfstige bossen. Echt iets voor depri-toeristen. 

Revin en Monthermé

Revin ligt in de Franse Maasvallei, wij kronkelen nu mee met de Maas tot Monthermé, waar we royaal langs de rivier kunnen parkeren en dus ook voor de nacht bivakkeren. Het is nog wel vroeg maar met het grijze weer en de wintertijd begint de avond al om 3 uur in de namiddag. Dus stoppen we op tijd. Ik wandel nog even door een somber Monthermé langs de Maas. Veel vertier is er niet, altijd weer een groot verschil met Vlaanderen. Weinig cafés en zelfs gesloten op zondagnamiddag. Zo iets kunnen wij ons in België nauwelijks voorstellen.

Langs de Maas besnuffel ik zoals een recht geaarde herborist betaamd nog wat planten. In de hoge muren, die de stad moeten beschermen tegen een overstromende rivier, groeien stevige rode valeriaan, groot glaskruid en muurleeuwebekjes. Niks uitzonderlijk maar toch. Wel uitzonderlijk is de geel bloeiende Zwarte toorts. Verbascum nigrum, ja je leest het goed, wel wat idoot maar de zwarte toorts bloeit gewoon geel. Al is de naam toorts of kaars nu bij dit donkere, sombere weer goed gekozen. Met mijn paraplu bescherm ik mezelf, mijn fototoestel en de vlammende toorts en maak zo een mooi plaatje van de plant. Al zou de mooiste foto nu wel Maurice met toorts en paraplu geweest zijn. Helaas kan ik dat gevoelig plaatje niet vastleggen. 

Ik stap nog even stevig door, maar trek me dan terug in mijn blikken huis om dit verslag te schrijven. Daar zijn de lange winteravonden wel goed voor, schrijven over de kleine dingen van de dag.

Info over de plant Verbascum

""In de kruidengeneeskunde worden de toortssoorten voornamelijk voor de luchtwegen gebruikt. De bloemen bevatten slijmstoffen, die een verzachtende werking hebben op de slijmvliezen en daardoor goed te gebruiken zijn bij een een hese keel of een droge hoest.  

Ook mooie, vreemde verhalen zijn altijd wel weer verbonden geweest met gewone planten. De koningskaars was een belangrijk ingrediënt in de zogenaamde kruidwis, een boeket die speciaal geplukt werd om de mens te beschermen tegen kwade invloeden. Zou daar ons hedendaags gebruik om bij feesten een ruiker bloemen aan te bieden, vandaan komen?  Met een toorts op het graf  geplant, kwam je te weten of je dierbare overledene in de hel, het vagevuur of de hemel terecht gekomen was. Ging de plant dood dan zat de dode zonder twijfel al te branden in de hel, maar 'bloeide ze frisch dan was de ziel in den hemel'.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in