Hoewel velen Jehovah's zien als eigenwijze en conservatieve gelovigen die er een handje van hebben een voet tussen de deur te houden, zeggen ze zelf dat ze het alleen maar goed voor hebben met deze wereld. Ondanks dat de Jehova Getuigen zich ten dele aangepast hebben aan deze tijd en ondanks dat het 'voetje', naar eigen zeggen, verdwenen is, vormen de Getuigen nog steeds een hechte familie waar strikte regels gelden. Wie zich niet aan deze regels houdt is voor eeuwig het zwarte schaap. 

Oorsprong Jehova Getuigen

De Jehova Getuigen vinden hun oorsprong in de Verenigde Staten. Daar had Charles Taze Russel rond 1870 met een aantal personen een bijbelstudiegroep opgericht. In de eerste instantie had deze beweging niet de naam Jehova's Getuigen (Jehova's Witnesses), deze naam draagt men pas sinds 1931. Hiervoor noemde de groep zich de New World Society en daarvoor weer noemde de organisatie zich de Serieuze Bijbelonderzoekers. De naam Jehova stamt af van Jesaja 43:10-12. Russel verkondigde, onder invloed van het adventisme, opvattingen over een spoedige terugkeer van Christus. Russel schreef in zijn leven meerdere boeken waarin hij nader inging op theorieën uit de Bijbel. Hij mag dan ook gezien worden als de stichter van de Jehova's Witnesses ofwel de Jehovah's Getuigen. Charles Taze Russel stierf in 1916.

Kenmerken Jehovah’s

Al sinds het begin van de oprichting wordt een grondbeginsel gebruikt als leidraad voor het geloof. Het beginsel zegt: ’Word met God verzoend op basis van Jezus’ slachtoffer en werk samen met Gods organisatie’. De Getuigen zijn er stellig van overtuigd dat het einde van de wereld nabij is. Hierover zijn al een aantal voorspellingen gedaan maar die zijn tot op heden nog nooit uitgekomen. Volgens de getuigen zal Christus het met een hemels leger opnemen tegen alle bedorven dingen op deze wereld. Deze fatale eindstrijd, die het einde van de wereld betekent, wordt in de Bijbel ‘Armageddon’ genoemd. Verder keert een Jehovah Getuige zich af van het gebruik van alcohol, tabak en verdovende middelen. Ook het ondergaan van bloedtransfusies wordt niet getolereerd. Het beleid van een organisatie als de Jehovah's Getuigen is op sommige punten keihard. Dit komt naar voren in de stelregel dat, personen die zich onttrokken hebben of uitgesloten zijn gemeden moeten worden, niet alleen door kennissen en vrienden, maar ook door familieleden die Getuige zijn. In relatie met de reguliere kerken stellen zij zich ook hard op. Zo vinden Jehova's getuigen alleen hun eigen organisatie goed. Zij zijn dan ook fel tegen de andere Christelijke kerken. Vrijwel elke publicatie van de Jehovah's staat vol aanvallen op de Rooms-katholieke of de Protestantse kerk. Deze kerken worden gezien als ‘De Grote Hoer’. Zij zien hun religie als de ware religie. Alle andere religies zijn door Satan misleide, valse religies.

Veranderingen Wachttoren Genootschap

Door de jaren zijn er vele wijzigingen geweest in de leer van het Wachttoren Genootschap. Oude overtuigingen werden afgedankt en nieuwe kwamen ervoor in de plaats: door correctie van een fout in de Wachttoren chronologie, leerden de Getuigen dat Christus niet in 1874 teruggekeerd was, maar dat het 1914 moest zijn. Volgelingen werd bijvoorbeeld altijd geleerd dat inenting tegen Gods wet inging, toch werd in 1952 het verbod op inenting opgeheven. Ook keurden Jehovah's Getuigen orgaantransplantaties altijd af, maar deze leer over transplantaties werd in 1980 herzien. In 1983 onttrokken verscheidene leden zich van de organisatie. Na het onderzoeken van de geschiedenis van de organisatie konden velen niet langer geloven dat God haar leidde. In 1995 verlieten nog anderen de organisatie, omdat bleek dat de Wachttoren tientallen jaren foutief had verklaard dat "deze generatie" waar Jezus over sprak, betrekking had op "de generatie van 1914". Armageddon zou nu in feite nog honderden jaren op zich kunnen laten wachten.

Ontwikkeling organisatie

In het verleden is gebleken dat als het slecht gaat met de economie het goed gaat met organisaties zoals de Jehovah's. In tijden van een maatschappelijke crisis zoeken mensen oplossingen vaak in alternatieve vormen van geloof. In het begin van de jaren zeventig ging het niet zo goed met de economie. Ook toen groeide het aantal Getuigen sterk, namelijk met zo’n tien procent per jaar. Toen het beter ging met de economie in de tweede helft van de jaren zeventig nam het aantal Jehova's Getuigen af. In de jaren tachtig en in het begin van de jaren negentig bleef het aantal gelijk of steeg het zwak met één of twee procent. In de tweede helft van de jaren negentig van de vorige eeuw het begin van de eenentwintigste eeuw daalde het aantal met een paar procent. Voor de organisatie is het gewoon telkens weer wachten op een daling van de economie. Ongetwijfeld is haar ledenaantal de laatste jaren weer groeiende.

Bewakers van het geloof

Dat Jehovah's bewakers zijn van het geloof is overduidelijk. Op de vraag of ze het goede geloof  bewaken zal een ieder anders antwoorden. De Getuigen zien zichzelf wel als bewakers van het geloof. Zij zien er binnen de organisatie op toe dat alles precies volgens de Bijbel gedaan wordt. Dit 'bewaken van de Bijbel' leidt eigenlijk tot het 'bewaken van het geloof' want wie volgens de Bijbel leeft is een goede gelovige. Dat de Getuigen zichzelf zien als bewakers van het geloof zie je ook terug in de naam van hun halfmaandelijks uitkomend magazine 'De Wachttoren'. Dit bewaken komt ook wel tot uiting in bijeenkomsten en het verrichten van velddienst, hoewel dit laatste beter kan worden gezien als verspreiding van het geloof. In meer dan 229 landen zijn de Jehovah's Getuigen met 4.472.787 leden actief. Van dit aantal zijn er in Nederland zo'n 31.661 verdeeld over 352 gemeenten. Het hoofdkantoor staat in Brooklyn, New York dat tegenwoordig wordt geleid door Don Alden Adams. Hij volgde in 2000 Milton George Henschel op en werd daarmee de zesde president van het Wachttorengenootschap. Hij bewaakt in deze ‘wachttoren’ het geloof over de hele wereld. 

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in