Sinds eind 2022 is er veel discussie over chatbots. Dit zijn programma’s die primair bedoeld zijn om vragen te beantwoorden. Ze worden veel gebruikt door webshops. Als een klant een vraag intikt dan geeft de chatbot antwoord. Dit scheelt een klantenservice medewerker. Maar de chatbots worden steeds slimmer. Ze kunnen ook berekeningen maken of teksten schrijven. Vooral van dat laatste wordt steeds gretiger gebruik gemaakt. Scholieren zien kansen voor het automatisch generen van boekverslagen en andere werkstukken. Is dit een bedreiging voor hun kennis? Ja, in veel gevallen wel.
Docenten met de handen in het haar
Vroeger zat je als scholier of student dagenlang te zwoegen op een werkstuk. Een boek lezen voor de lijst kostte uren, en daar moest je dan zelf een samenvatting van maken. Vandaag de dag wordt het leerlingen erg makkelijk gemaakt. Ze vragen aan een chatbot of die hun werk even wil doen. Docenten krijgen werkstukken en boekverslagen onder ogen die niet van echt zijn te onderscheiden. Er wordt gewerkt aan software die met een redelijke zekerheid kan vaststellen of de tekst door een mens of door een chatbot is geschreven. Maar zolang die er niet is, moeten docenten er dus op vertrouwen dat hun leerlingen eerlijk zijn. Of ze moeten zorgen dat hun eigen kennis op orde is. Niet alleen over het onderwerp van een werkstuk, maar ook van de vaardigheden van de desbetreffende leerling. Want een betrokken docent kan zonder moeite beoordelen of Robin die tekst zelf heeft geschreven of dat die uit de computer komt.
Hoe betrouwbaar zijn de teksten?
Een rechttoe rechtaan tekst over de toeristische bezienswaardigheden in Madrid kan een chatbot zweer waarschijnlijk wel redelijk foutloos produceren. Maar zodra het wat ingewikkelder wordt gaat dat verhaal lang niet altijd op. De chatbot gaat namelijk uit van informatie die online te vinden is. En die is helaas lang niet altijd correct. Als een chatbot de verkeerde bronnen raadpleegt kan het dus zomaar zijn dat er informatie in de tekst wordt verwerkt die niet klopt. Het menselijk brein beschikt namelijk over het vermogen om informatie te koppelen. Een mens leest niet alleen wat er online te vinden is, maar praat ook met andere mensen, kijkt televisie, luistert radio en leest kranten en tijdschriften. Dat zijn dingen die een chatbot allemaal niet doet, tenzij de informatie 1 op 1 online te vinden is.
Een doodsteek voor kennis en creativiteit
Natuurlijk moeten we gebruikmaken van de voortschrijdende technologie. Dat doen we inmiddels al jaren. Zo niet dan hadden we nu geen wasmachine en tablet en werd er in ziekenhuizen geen gebruik gemaakt van geavanceerde apparatuur. Maar we moeten er wel voor waken dat we ons als mensen niet n alles door computers laten sturen. Als we zelf niet meer nadenken en alles wat ons wordt voorgeschoteld door ChatGPT en zijn equivalenten dan komt er een tijd dat we niet meer weten wat er om ons heen gebeurt en dat ons dat wellicht ook niet echt meer boeit. Of dat een vooruitgang is? Het antwoord op die vraag zullen de meeste mensen kunnen beantwoorden zonder het aan een chatbot te vragen.