De zelfrijdende auto: wat kan en mag hij anno 2015?

Zelfrijdende auto’s zijn de auto’s van de toekomst, dat is wel zeker. Toch gebeuren er nog vaak ongelukken met de auto’s. Zijn we over een paar jaar al wel klaar voor de toekomst? Het fabriceren van auto-onderdelen blijkt geen probleem te zijn voor de veiligheid. En ook de techniek maakt grote sprongen. Wat moet de zelfrijdende auto in de toekomst allemaal kunnen? 

 

Google was in 2014 de eerste die een zelfrijdende auto toonde aan de wereld: een auto zonder stuur, pedalen en spiegels. De auto had naast een start en stop knop slechts een scherm die wordt gebruikt om de route uit te stippelen als een soort navigatie. Door de wetgeving in Californië, waar de auto’s worden getest, worden er tijdelijk pedalen en een stuur in de auto gebouwd zodat de bestuurder zelf nog kan ingrijpen. 

 

Op de langere termijn wil Google de pedalen en het stuur weer weghalen zodat de auto werkelijk zelfrijdend is. Het bedrijf verwacht in 2020 de eerste modellen voor consumenten op de weg te hebben. Experts ondersteunen deze voorspelling. 

 

Bedrijven die als kernproduct auto’s maken, als Mercedes en Audi, kunnen niet achterlopen op Google en hebben ook hun modellen voor de toekomst al onthuld. Mercedes heeft ook al zijn eerste succes geboekt: hun zelfrijdende auto legde al 100 kilometer af zonder dat een menselijke ingreep nodig was. Mercedes investeert tevens in luxe, waar het merk nu ook al bekend om staat, en heeft een model getoond met lounge stoelen voor de inzittenden. De auto heeft ook nog een leuke extra: hij kan zebrapaden projecteren op het asfalt. 

 

Waar Mercedes de focus legt op luxe en afstand, wil Audi vooral de snelste zijn. Zij ontwikkelden een auto die het bekende Hockenheimring-circuit in Duitsland binnen 2 minuten had voltooid met een topsnelheid van 240 kilometer per uur. Eerder legde dit model genaamd de RS 7 al de route tussen Sillicon Valley en Las Vegas grotendeels zelf af. 

 

Volvo is een van de meest ambitieuze merken: zij willen in 2017 al consumenten met hun zelfrijdende auto’s de weg op sturen. Op dit moment wordt in Zweden druk getest met de zelfrijdende auto’s om dit waar te maken. 

 

Deze automerken hebben allemaal een groot verschil met de aanpak van Google: de bestuurder kan in de toekomst als hij wil de auto wel zelf besturen. De auto’s van Google moeten op de lange termijn dus volledig zelfstandig rijden waarbij de bestuurder zelf niet in kan grijpen. Daarmee hebben de auto’s van de traditionele merken dus meer een assisterende functie voor de bestuurder. 

 

De auto’s kunnen nu dus al erg veel, ze mogen alleen weinig. De wetgeving in alle landen waar de auto’s tot nu toe worden getest zit vaak in de weg omdat er nog geen duidelijke afspraken zijn gemaakt met betrekking tot de komst van de auto’s. Zo is het bijvoorbeeld nog onduidelijk wie er aansprakelijk is voor een ongeluk waarbij een zelfrijdende auto betrokken is. 

 

 

Minister Schultz van infrastructuur wil dat Nederland voorop loopt als het om zelfrijdende auto’s gaat. Het nieuwe deels-zelfrijdende model van Tesla mag nu zelfs in Europa de weg op en meer modellen zullen volgen. Tot die tijd moet er nog een hoop getest worden. De makers van de auto’s blijven ondertussen door ontwikkelen, zodat de zelfrijdende auto ook daadwerkelijk de auto van de toekomst wordt.