Het smelten van de ijskappen aan de polen, de gletsjers, woestijnvorming, overstromingen en tsunamies. Het resultaat van het opwarmen van de aarde, ook bekend als het broeikas-effect Deze klimaat-veranderingen worden deels veroorzaakt door de natuurlijke uitstoot van schadelijke stoffen, bij vulkaan-uitbarstingen, steppenbranden, zandstormen, bosbranden en het ontsnappen van methaan-gas uit de aarde. Voor het allergrootste deel echter, is de mens hier zelf schuld aan. De niet te stoppen honger naar energie, industrialisatie, economische groei en macht in de geindustrialiseerde landen zijn de oorzaak van ongekende emissies van schadelijke stoffen in onze atmosfeer in de laatste 20 jaar.
Algemeen:
Hoewel klimaat-onderzoekers, regeringen en natuurbeschermers, al in het begin van de jaren 80, zich meer en meer bewust werden dat klimaat-veranderingen, ernstige gevolgen kan hebben voor het millieu en al het leven op aarde, is tot op heden, ondanks de vele klimaat-conferenties bijna niets gebeurd, integendeel
De geindustrialiseerde landen in Europa, Amerika en Azie en de opkomende industrien in landen als China, India, Brazilie en Korea zijn er zelfs in geslaagd deze emissies te verhogen, ondanks de afspraken van de Kyoto-convention van 1997.
Dat de uitstoot van CO2 dringend moet worden verminderd om nog grotere schade te voorkomen is bekend, maar nog steeds schijnt men niet tot een internationaal haalbare overeenkomst te kunnen komen.
Zon en zonnestraling:
Zonder de zon en dampkring met aan haar uiterste grenzen de ozonlaag, is leven, zoals wij die nu kennen niet mogelijk.
De zon, een hemellichaam met een zeer hoge eigen temperatuur (5700 K) zendt kortgolvige electro-magnetische golven uit, ook naar de aarde.Deze straling kan men beschouwen als een enorme energie-bundel, bestaande uit stralingen van verschillende frequenties, deels met het oog waarneembaar. deels voor de mens onzichtbare straling. Hoe korter de golflengte. hoe groter de energie-inhoud en de schade die deze straling de mens kan berokkenen. (UV-;Gamma- en X-straling).
Zodra deze straling de dampkring rondom de aarde bereikt, wordt een groot deel van de schadelijke UV-, Gamma-, en Röntgen-straling door de Ozonlaag direct gereflecteerd, waardoor dit soort straling de aarde bijna niet bereikt. Ander kortgolvige stralingen worden deels direct doorgelaten, deels door de wolken gefiltreerd en naar alle kanten verstrooid. Alleen een klein deel van de zonnestraling bereikt de aarde direct. Men kan zeggen dat onze dampkring als een selectieve filter werkt, die ons beschermt tegen invloeden uit het heelal.
De kortgolvige straling, die de aarde bereikt bestaat naast Alpha-straling, ook uit Ultra-violette-straling, Infrarood-straling en het voor de mens zichtbare licht. Elk met eigen specifieke eigenschappen en een eigen frequentie-bereik. De UV-straling is een straling met een chemische werking, zonder diep indringend vermogen. Het zichtbare licht is voor het oog van de mens waarneembaar en de IR-straling voelen wij als warmte en is een straling die diep in weefsel en materie kan dringen.
De invloed van de straling op aarde:
Het kleine gedeelte van de straling, die de aarde dan door directe instraling of verstrooing heeft bereikt, warmt het aardoppervlak op. Hoe ruwer en donkerder het oppervlak is, hoe meer warmte er wordt opgenomen. Sneeuw en ijs hebben de eigenschap straling te kunnen reflecteren. Dit gebeurt dus aan de polen en in het gebergte. Een deel van deze straling verdwijnt dan door de dampkring weer de ruimte in.
Bij afkoeling .- wanneer de zon niet schijnt – wordt de door de aarde opgenomen warmte weer aan de omringende luchtlagen afgegeven. De aarde koelt op deze plaatsen af en een ander deel van de aarde, waar de zon schijnt en het dus dag is, wordt weer opgewarmd. Een proces, dat zich eigenlijk voortdurend herhaald. Door de verschillen in temperatuur en luchtdruk, ontstaan luchtstromingen, waardoor fijnstof en andere gasverbindingen zich in onze atmosfeer over de hele aarde kan verplaatsen en verdelen.
In wezen gebeurt er hetzelfde met het water. Door de zonnewarmte verdampt het water en bij afkoeling slaat het water weer neer in de vorm van sneeuw of regen. Fijnstof, wat zich in de hogere luchtlagen bevind, bevordert de vorming van regen en sneeuw. Doordat de waterdamp in de lucht zich aan deze fijne deeltjes hecht en verzamelt, worden waterdruppels gevormd, die als regen of sneeuw weer neerslaan. Hoe hoger de temperatuur, hoe meer waterdamp er door lucht kan worden opgenomen.
De aarde en de dampkring:
Doordat de aarde een dampkring, met aan de uiterste grenzen een Ozonlaag heeft, die als een selectieve filter werkt, is hier leven mogelijk. Deze dampkring beschermt ons niet alleen tegen invloeden uit de ruimte, maar zorgt er tevens voor, dat alleen kortgolvige straling, de dampkring richting ruimte kan verlaten.
Aanvankelijk was er geen zuurstof (O2) in de atmosfeer rondom de aarde. Alleen gassen en gasverbindingen uit Helium, Stikstof, Kooldioxide (CO2), Waterdamp, Zwavel en zuurverbindingen konden zich onder de barre omstandigheden, in die tijden handhaven. Pas nadat de aarde, wat was afgekoeld en zich organismen konden ontwikkelen, die door fotosynthese in staat waren, opgenomen Koolstof (CO2), in Carbonaten en Zuurstof (O2) om te zetten, kon zich de beschermende Ozonlaag (O3) vormen. Dit onder invloed van UV-straling. Het leven en de dampkring konden zich nu verder ontwikkelen. Een proces dat miljarden jaren heeft geduurd.
Onder deze omstandigheden konden zich nu verschillende hogere vormen van leven verder ontwikkelen, die d.m..v fotosynthese, Waterdamp en Kooldioxide (CO2) in Glucose konden omzetten, waardoor Zuurstof vrijkwam.
Deze kringloop heeft miljarden jaren geduurd en heeft op een gegeven moment een zekere natuurlijk evenwicht bereikt.Ook dit proces heeft miljarden geduurd.
Verstoring van het natuurlijk evenwicht:
Met de uitvinding van de stoomketel, stoommachine, turbine en andere stoom aangedreven werktuigen, begon de industrieele revolutie. Later werden de eletriciteits-centrales, auto´s, schepen, vliegtuigen ontwikkeld. Voor al deze moderne ontdekkingen is energie nodig. Energie, die wordt gewonnen uit het verbranden van hout, turf, steenkolen. bruinkolen, olie en gas etc. Bij al deze verbrandings-processen komen roet, fijnstof, koolmonoxide (CO), kooldioxide (CO2) en andere chemische verbindingen vrij
Toen men ook nog begon de bomen in de oerwouden te kappen. om het hout te verkopen, andere vegetatie te verbranden om landbouw-gronden vrij te krijgen voor de aanbouw van mais en palmolie, die wederom worden gebruikt als brandstof, was het evenwicht verstoord. Een deel van het vrijgekomen CO2, dat normaal door de bomen en planten werd opgenomen kwam vrij. Bovendien kwam door het kappen en verbranden een extra hoeveelheid CO2 in de atmosfeer terecht.
Koolstof-dioxide (CO2) en waterdamp zijn verbindingen, die veel warmte kunnen opnemen. Door de verwarming van deze luchtmengsels kan meer water worden opgenomen, waardoor opnieuw een hoeveelheid waterdamp in de hogere luchtlagen terecht komt met als resultaat een nog hogere temperatuur.
Door het smelten van het ijs aan de polen, de grote hoeveelheden fijnstof en roet in de atmosfeer, wordt ook het warmte-reflecterend vermogen negatief beinvloedt, met als resultaat dat meer warmte door de aarde en dampkring wordt opgenomen.
Een proces wat hoog nodig moet worden gestopt of vertraagd !!!!
Wikipedia, Arte