Een hogesnelheidstrein is een trein die snelheden kan halen tussen de 200 en 350 kilometer. Doordat de trein zo snel gaat bevat een spoorlijn weinig stations en hoeft de trein nooit te stoppen voor ander verkeer omdat er veel viaducten en tunnels worden aangelegd. In Nederland worden momenteel ook twee lijnen voor deze trein aangelegd.

Geschiedenis

Meer dan 400 jaar geleden reden er al houten wagens over houten rails. Er waren nog geen locomotieven, de wagens moesten door de mensen zelf worden geduwd of getrokken. Dit gebeurde bijvoorbeeld als er steenkool uit de mijnen gehaald werd. IJzeren rails kwamen er pas na de uitvinding van de stoommachine. De eerste stoommachines hadden een vaste plaats, ze zorgden ervoor dat het water uit de mijnen gepompt werd. Later kregen ze wielen: dit waren de eerste stoomlocomotieven.

Overal werden spoorwegen aangelegd en reizen over lange afstanden werd nu mogelijk.

In 1825 werd in Engeland de eerste spoorweg van de wereld aangelegd. Op 20 september 1839 reed de eerste trein in Nederland: de rit ging van Amsterdam naar Haarlem.

In de loop van de tijd gingen de treinen steeds sneller rijden.

De hogesnelheidstrein

Stoomtreinen rijden er alleen nog voor toeristen. Nu rijden er elektrische treinen en (op slechts een paar sporen) dieseltreinen. De elektrische treinen krijgen stroom via bovenleidingen. Er zijn verschillende soorten treinen:

  • Intercitytreinen: deze stoppen alleen op grote stations. Intercity betekent "tussen de steden".
  • Stoptreinen: deze zijn voor korte afstanden, ze stoppen bijna overal.
  • Sprinters: dit zijn treinen die snel kunnen optrekken en afremmen. Ze rijden vooral in de Randstad, tussen de grote steden Amsterdam, Utrecht, Den Haag en Rotterdam.
  • Dubbeldekkers: dit zijn treinen waar twee keer zoveel mensen in gaan.

De treinen in Nederland rijden tussen de 100 en 140 kilometer per uur. Als een trein meer dan 200 kilometer per uur rijdt noemen we het een hogesnelheidstrein.

De eerste hogesnelheidstrein reed in Frankrijk, dat was in 1981. Hij heette T.G.V. , dat betekent: “Train a Grande Vitesse”, ofwel trein met een hoge snelheid. Deze trein komt tegenwoordig ook naar Nederland, deze heet Thalys.

Een hogesnelheidstrein rijdt dus sneller dan een gewone trein. Om dat te kunnen, moesten de treinenbouwers aan veel denken. De treinen moesten bijvoorbeeld extra harde wielen krijgen, want gewone treinwielen slijten veel te snel bij zo'n hoge snelheid.

Ook zien de treinen er gestroomlijnd uit, dat wil zeggen mooi glad, zonder uitsteeksels aan de buitenkant. Zo kan de trein sneller rijden.

De hogesnelheidstrein rijdt op stroom. In het voorste en achterste deel van de trein zitten de motoren. Die treindelen worden motorwagens genoemd. Op het dak van deze motorwagens zitten beugels.

De elektrische stroom komt van bovenleidingen die boven de rails hangen. Vanuit de bovenleiding gaat de stroom via de beugels naar de elektromotoren.

De spoorlijn

Voor de T.G.V. moeten er nieuwe spoorlijnen worden aangelegd. In de bestaande spoorlijnen zitten te veel bochten, zodat de trein niet hard genoeg kan rijden. Soms worden de bestaande spoorlijnen aangepast aan de T.G.V., want het aanleggen van nieuwe spoorlijnen is erg duur.

Er zijn geen overwegen op de sporen van de T.G.V., dat is veel te gevaarlijk. Overal waar straten en wegen de spoorlijn kruisen zijn viaducten, tunnels en bruggen aangelegd, zodat auto's, fietsers en voetgangers niet te dicht bij de trein kunnen komen. Ook liggen er maar weinig stations langs de spoorlijn zodat de trein niet zo vaak hoeft te stoppen, want dit kost allemaal tijd.

Omdat deze treinen zo hard rijden kan de bestuurder van de trein, de machinist, vanuit zijn cabine geen seinpalen of waarschuwingslichten die langs de rails staan zien. Daarom heeft hij in zijn cabine een radio, telefoon en een computerscherm, zodat hij toch op tijd te horen en te zien krijgt dat er iets aan de hand is. Als een hogesnelheidstrein moet stoppen duurt het ruim twee kilometer voordat de trein stilstaat.

Hogesnelheidstreinen in Nederland

De komende jaren zullen er in Europa steeds meer hogesnelheidslijnen worden aangelegd. Momenteel wordt er in Nederland ook gebouwd aan twee hele dure spoorlijnen: een lijn van vliegveld Schiphol naar de Belgische grens en een lijn van Schiphol naar de Duitse grens. Die naar België kost 9 miljard gulden en die naar Duitsland 6 miljard gulden.

Omdat er in Nederland niet zoveel plaats is, is het moeilijk om zo maar even twee nieuwe rechte spoorlijnen aan te leggen. Er moet ontzettend veel overhoop gehaald worden, honderden huizen moeten worden afgebroken, de trein moet door dorpen en natuurgebieden lopen en zal daarnaast waarschijnlijk veel geluidsoverlast veroorzaken.


LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in