De rentabiliteitsdrempel bepaalt het omslagpunt van verlies naar winst voor een onderneming. Is het break-evenpoint behaalt dan zijn alle verkochte producten na het break-evenpoint slechts pure winst. Dit is dan ook een zeer belangrijk gegeven voor een onderneming om te weten. Hoeveel moet u afzetten om winst te kunnen draaien. Laat u hier informeren omtrent hoe u het break-evenpoint kunt berekenen indien u één, twee of meerdere producten op de markt afzet. 

Rentabiliteitsdrempel: bereken het break-evenpoint


De rentabiliteitsdrempel is het omslagpunt oftewel het break-evenpoint waarbij een onderneming van verlies naar winst gaat. Daarbij kan het gaan om bedrijven bij:

  • het aanbieden van een enkel product;
  • danwel twee producten;
  • of meerdere producten. 

Het break-evenpoint is het punt waarbij de totale opbrengsten gelijk zijn aan de totale kosten. In alle gevallen geldt voor het berekenen van de rentabiliteitsdrempel dat wordt uitgegaan van:

  • gedurende de periode waarvoor u het break-evenpoint wilt berekenen zijn de vaste kosten onveranderd;
  • in- en verkoop prijzen zijn gelijk;
  • er worden geen concurrerende producten geïntroduceerd;
  • en wat er wordt geproduceerd moet worden verkocht. 

Theorie break-evenpoint


Voor ieder winstgevend bedrijf geldt dat W = O – K. Oftewel Winst staat gelijk aan Omzet minus Kosten. Het break-evenpoint drukt zich dan uit in O = K omdat W = 0. Ieder verkocht product levert opbrengst ‘o’ op en heeft per geproduceerd product ‘kvar’ aan variabele kosten. Daarnaast heeft de onderneming eveneens vaste kosten ‘Kvast’ om de onderneming draaiende te houden. Denk daarbij aan salaris-, overhead-, huurkosten, en dergelijke. Zodoende kan het volgende worden gesteld voor de rentabiliteitsdrempel:

  • de totale opbrengsten zijn gelijk aan de totale kosten oftewel O = K;
  • bij een x-aantal verkochte – en dus geproduceerde producten – geldt: o*x = kvar*x + Kvast;
  • de totale vaste kosten worden dan berekend door: Kvast = o*x – kvar*x = x ( o – kvar );
  • het aantal verkochte producten dat benodigd is om het break-evenpoint te behalen bedraagt: x = Kvast / ( o – kvar ). ( o – kvar ) wordt ook wel de dekkingsbijdrage per stuk genoemd. 

Dit is een lineaire berekening, zodat eenvoudig weg bij ongewijzigde markt omstandigheden de rentabiliteitsdrempel kan worden berekend. 
 

U verkoopt 1 product: rekenvoorbeeld


Stel u heeft een onderneming en u heeft slechts één product dat u aan de man brengt. Dan is de rechtlijnige berekening vrij standaard. U heeft een onderneming en alle opgetelde kosten welke niet aan het productie proces gerelateerd zijn bedragen 691.250 euro. Het product dat u verkoopt biedt u aan tegen een verkoopprijs van 116,20 euro, waarvan de productiekosten per eenheid 49,95 euro bedragen. Gezien voorgaande theorie berekent u het break-evenpoint door:

  • de vaste kosten Kvar = 691.250 euro te delen door:
  • de dekkingsbijdrage per stuk db = ( o – kvar) = 116,20 – 49,95 = 66,25 euro;
  • zodat de rentabiliteitsdrempel op: x = Kvast / ( o – kvar ) = 691.250 / 66,25 = 10.434 te produceren producten ligt. 

U verkoopt 2 producten: rekenvoorbeeld


Op een iteratieve manier kunnen voor ondernemingen met twee te verkopen producten eveneens de break-evenpoints worden berekend. Let wel, verkoopt het ene product minder goed dan moet het beter scorende product de achterstand compenseren. Daarbij dient onderscheid te worden gemaakt in:

  • dba = dekkingsbijdrage product A = ( oa – kvara ) met xa verkochte eenheden A en;
  • dbb = dekkingsbijdrage product B = ( ob – kvarb ) met xb verkochte eenheden B;
  • zodat de vaste kosten worden berekend door: Kvast = xa ( oa – kvara ) + xb ( ob – kvarb ). 

Stel product A heeft een dekkingsbijdrage van 1,20 euro en bij B is dit 2,50 euro. Dan kan de berekening in delen worden opgesteld. Stel u produceert product A 200.000 maal, hoeveel producten van B moeten er nog aanvullend worden verkocht om de vaste kosten à 710.000 euro te dekken:

  • de dekkingsbijdrage van product A bedraagt dba = 1,20 euro en levert xa * dba = 200.000 * 1,20 = 240.000 euro op;
  • dan moet xb * dbb nog 710.000 – 240.000 = 470.000 euro opbrengen;
  • oftewel xb = 470.000 / 2,50 = 188.000 stuks. 

Deze relatie kan voor verschillende hoeveelheden van A maar ook voor B worden uitgerekend. Gebruik daar handig een Excel-sheet voor om snel inzicht te verkrijgen in deze relatie. Bij het berekenen van de rentabiliteitsdrempel dient u vanuit:

  • product A geredeneerd deze formule toe te passen: xb = ( Kvast – xa * dba ) / dbb;
  • en vanuit product B: xa = (Kvast – xb * dbb ) / dba. 

U verkoopt 3 producten of meer


Het wordt lastiger om exact in drie of vier dimensies uit te rekenen waar het exacte break-evenpoint van de onderneming ligt. Het is dan eerder zo dat een percentage van de totale vaste kosten aan een product toegewezen moet worden. Dit kan op basis van ervaringsgetallen worden berekend. Ook kunnen op basis van voorgaande methode middels de computer verschillende rentabiliteitsdrempels per product in een grafische vlak worden weergegeven. In principe geldt dan net als voorgaand het volgende:

  • xa = ( Kvast – xb * dbb – .. – xn * dbn ) / dba;
  • en zou beter uitgedrukt kunnen worden in xa = %Kvast / dba.

U ziet dat het noodzaak is om juist het draagkrachtpercentage van de totale kosten per product te bepalen. Het verkoopaandeel in percentage per product van uw onderneming op het geheel – ervaringsgetallen voorgaande jaren – kan worden toegepast om het %Kvast per product vast te stellen. Daarmee wordt meer houvast gerealiseerd aangaande het bepalen van verschillende break-evenpoints van de afzonderlijke ondernemingsproducten. 

 

http://nl.wikipedia.org/wiki/Rentabiliteitsdrempel

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in