Kleuren worden bepaald door het licht. Licht bestaat uit zeven hoofdkleuren, die allemaal in een vaste volgorde staan: rood, oranje, geel, groen, blauw, donkerblauw en violet (paarsachtig). Al deze kleuren samen worden het spectrum genoemd. Doordat deze lichtstralen overal op vallen en weerkaatsen is kleur waarneembaar.

Kleuren zien

Dat een mens kleuren kan zien werkt op een aparte manier. Om een voorbeeld te geven: een blauwe broek. De broek is blauw doordat een lichtstraal met de zeven kleuren op de broek kaatst. De blauwe kleur kaatst terug, de overige kleuren worden door de broek geabsorbeerd. Er zijn uitzonderingen. Zo absorbeerd zwart alle kleuren die in de lichtstralen zitten, wit weerkaatst juist alle kleuren. Hieruit kan worden afgeleid dat zwart en wit alle kleuren bij elkaar zijn.

Verschillende kleuren

Kleuren kunnen worden onderverdeeld in verschillende groepen. Allereerst zijn er de primaire kleuren, bestaande uit rood (magenta), geel (citroengeel) en blauw (cyaan).

Deze kleuren kunnen niet gemaakt worden door andere kleuren met elkaar te mengen Naast de primaire kleuren zijn er secundaire kleuren. Deze worden gecreëerd door twee primaire kleuren met elkaar te mengen. Tot slot bestaan er ook tertiare kleuren. Deze zijn ontstaan door een primaire kleur met een secundaire kleur te mengen. Op die manier kunnen nog meer kleuren worden gemaakt.

Kleurencirkel

De kleurencirkel van Itten is een bekende om de verschillen tussen de verschillende kleuren aan te tonen. In het midden van de cirkel zitten de drie primaire kleuren (rood, geel en blauw). Daarbuiten zitten de secundaire kleuren (de kleuren die worden gemaakt door de primaire kleuren te mengen). Op die manier ontstaan de kleuren oranje (rood en geel), violet/paars (rood en blauw) en groen (geel en blauw). Bij de kleurencirkel van Itten zijn aIle kleuren (de primaire en de secundaire kleuren) in de buitenste cirkel gerangschikt.

In andere kleurencirkels liggen complementaire kleuren tegenover elkaar. Dat betekent dat ze elkaar aanvullen. Door ze met elkaar te mengen ontstaat er zwarte kleur. Voorbeelden zijn blauw en oranje of rood en groen.

Kleuren in het dagelijks leven

Kleuren spelen een belangrijke rol in het dagelijks leven. Zo hebben ze belangrijke functies. Een stoplicht is hier een voorbeeld van. De kleuren rood, groen en oranje (geel) geven aan waanneer een auto mag doorrijden. Ook in de natuur spelen kleuren een belangrijke rol. Dieren geven bijvoorbeeld aan of ze giftig of gevaarlijk zijn, of juist aantrekkelijk. Planten met een gele kleur trekken bijvoorbeeld bijen naar zich toe, om ze naar de honing te lokken.

Kleuren spelen ook een belangrijke rol bij het menselijke gevoel. Zo is witte tandpasta aantrekkelijker dan bruine, en rode tomatensoep ziet er lekkerder uit dan blauwe. (zie ook: betekenissen van kleuren). In veel producten worden dan ook kleurstoffen gebruikt om het er aantrekkelijker en smakelijker uit te laten zien.

Spreekwoorden en gezegden

Kleuren komen veel voor in spreekwoorden en gezegden. Enkele voorbeelden:

  • Blauw van de kou
  • Groen zien van jaloezie
  • Rood staan (= geen geld hebben, negatief saldo hebben)
  • Zo groen als gras
  • Zich groen en geel ergeren (=heel erg ergeren)

Betekenissen van kleuren

Kleuren hebben verschillende betekenissen. Ze dragen allemaal iets anders uit.

  • Rood. Rood is de kleur van het vuur, het leven en de liefde. Het hart is bijvoorbeeld rood en heeft met liefde te maken. Ook is rood erg opvallend. Daarom wordt de kleur gebruikt in brandblussers, stoplichten en alarmknoppen in gebouwen. In de middeleeuwen was rood de kleur van de zonde. Vrouwen met rood haar belandden daarom op de brandstapel.
  • Geel. Geel staat voor zonnig en licht. Voorbeelden zijn Pasen waarbij deze kleur centraal staat, zonnebloemen en blonde haren. In Azië ziet men geel als een heilige kleur.
  • Blauw. Dit is een rustige, koele kleur. Donkerblauw komt daarentegen nogal afstandelijk over. Agenten of zakenmannen dragen bijvoorbeeld donkerblauwe pakken. Gelovige mensen schilderden vroeger hun huizen blauw om boze geesten te verdrijven.
  • Oranje. Deze kleur komt vriendelijk, gezellig en feestelijk over. Koniginnedag is een bekend feest waarbij deze kleur centraal staat. Gekleurde oranje bladeren in de herfst zorgen voor extra sfeer tijdens dit seizoen.
  • Groen. Groen is een rustgevende en vertrouwde kleur. Het is de kleur van de vrede en staat voor veiligheid. Nooduitgangen en stoplichten hebben bijvoorbeeld een groene kleur. Toch zien giftige, enge monsters er vaak groenig uit, dus die laatste regel gaat niet altijd op.
  • Violet. Violet (of paars) is de kleur van helderziendheid, wijsheid en succes. Het is samen met zwart de kleur van de rouw. In de kerk is violet de kleur van de boete.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in