Verjaren in mijn gemotoriseerd home. Is dat een eer? In elk geval, ik moet morgen naar de Molignéévallei en dus rij ik vandaag vrijdag 12 mei, op mijn verjaardag naar de Ardennen. Zo moet ik morgenvroeg niet in volle vaart naar de Ardennen racen.
We vertrekken op de middag, kilometerstand 84585, via Leuven en Waver richting Namen. En we vergeten nog wel eens dat we ons niet moeten haasten en dus ook niet echt de autostrade nodig hebben. Deze keer denken we er dus wel aan en dus slaan we in Hamme-Mille niet rechts af naar de autoweg, maar rijden rechtdoor naar Eghezée.
Dorpjes
Om Namen te vermijden beslissen we in Leuze, eventjes langs 2 autowegen naar het onooglijk dorpje Temploux te rijden. Een hele eer voor dat dorp, zou ik zeggen. Via Florifoux komen we in de vallei van de Samber terecht. Niet echt een mooie streek. Rommelige dorpen en stoffige industrie met tussendoor toch wat natuur. We zigzaggen verder naar Malonne, een, op het eerste zicht, lelijk dorp maar toch met grote school- en kloostergebouwen en blijkbaar een dorp met geschiedenis. We stoppen om te picknicken, maar ik ga uiteindelijk alleen maar de weg vragen in een café. Een vriendelijke, onderkomen Ardenner van mijn leeftijd wijst me uitvoerig de weg naar Bois-de-Villers. De weg vragen is wel wat overkill van ons, want Villers is maar 7 km verder, wij kunnen goed kaart lezen en daarbij is onze wijsneuzige GPS nog instructies aan het geven.
Bois de Villers
Ook Bois-de-Villers is niet het mooiste dorp, maar we verwachten altijd wel wat van gemeenten met Villers of Bois in de naam. Hier in de schaduw van een betonnen bunkerachtige kerkgebouw eten we uiteindelijk, pas om 14 uur, een boterham met gerookte zalm en drinken een zelfgemaakte koffie. Op het plein is een opvallend goed geassorteerde krantenzaak, op zijn Frans zou ik zeggen, waar ik niet mijn eigen ‘De Morgen’ kan kopen maar wel helemaal ‘De Standaard’. In een Frans Alpenblad staat een artikel over het distilleren van lavendel in de Provençe met foto's van onze lavendelboeren Claire en Etienne. Vreemd gevoel zomaar in het Ardeense Bois de Villers verbanden met mijn eigen Franse kennissen te vinden. Na deze kleine geneugten van eten en lezen kunnen we rustig verder dobberen over Ardeense binnenwegen en dorpse drempels naar Fosses-la-Ville en ook even naar het lac de Bambois.
Malonne
Even! Overal even zijn, misschien is dat wel het nadeel van een camper. We komen wel in al die dorpen, maar het zijn er teveel om allemaal te bestuderen en dat ze allemaal een interessante geschiedenis hebben, daar ben ik wel van overtuigd. Neem nu Malonne, een verleden van hier tot ginder. Al in 685 stichtte in dit nauw en bebost zijdal van de Samber de Engelse bisschop Berthwin een Augustijnerabdij. In 1797 tijdens de Franse revolutie werd ze verbeurd verklaard en verlaten totdat er in 1841 een grote kostschool in de gebouwen gevestigd werd. En dat zijn de indrukwekkende gebouwen waar ik nu zomaar achteloos aan voorbij gereden ben. De barokke Sint Berthuinuskerk van Malonne herinnert nog steeds aan die bisschop van weleer. Malonne een dorp met geschiedenis dus.
Maar wij rijden verder om uiteindelijk langs veel kronkelende wegen ons wandeldoel de Molignéevallei en de abdij van Maredsous te bereiken.
Zie dagboek herborist op Kruidwis
Gids voor Wallonië en Luxemburg. 1958