Mars is vanaf de zon gezien de vierde planeet uit het zonnestelsel. Hij verschilt niet veel met de aarde: er zijn seizoenen (die overigens wel twee keer zo lang duren) en het is er niet te heet of te koud. Daarnaast is het ook mogelijk om op Mars te staan. Er wordt dan ook vaak beweerd dat er marsmannetjes op Mars leven. Er zijn dus redenen genoeg waarom de mens deze rode planeet beter wil leren kennen.

Leven op Mars

De verhalen over leven op Mars komen uit de 19e eeuw. De Italiaan Schiaparelli meende in die tijd namelijk opgedroogde rivieren te zien op de rode planeet. Hij noemde ze ‘canali’, een Italiaans woord dat door velen verkeert werd geïnterpreteerd. Er werd namelijk gedacht dat Schiaparelli het over rechte, kunstmatige kanalen had die door Marsbewoners moesten zijn gegraven. De rijke Amerikaan Percival Lowell nam het allemaal erg serieus en daarom liet hij een sterrenwacht bouwen waarmee hij wilde zien of de ‘kanalen’ er ook daadwerkelijk waren. Lowell zag ze en jarenlang tekende hij kaarten van Mars met daarop honderden kanalen en hij bedacht verhalen rondom de vraag waarom ze er waren. Later bleek dat Percival Lowell alles had verzonnen. Als er al kanalen op Mars zijn dan had Lowell ze niet met zijn telescoop kunnen zien, omdat Mars daarvoor te ver weg staat.

Maar niet alleen het verhaal over de kanalen heeft de mens doen denken dat er leven op Mars is. Een ander bijzondere waarneming was die van de kleurverandering van de planeet. Jarenlang dacht men dat het een soort mos was, die in de zomer grote delen van Mars bedekte en vervolgens in de winter weer afstierf. Als er planten op Mars konden groeien, dan waren er misschien ook mensen, zo werd gedacht. Maar ook deze keer was er niets van het verhaal waar. De kleurveranderingen hebben namelijk te maken met grote stormen die ervoor zorgen dat er stof de lucht in wordt geblazen. Vanaf de aarde lijken die stormdelen een andere kleur te hebben dan de rest van Mars.

Vanaf de jaren zeventig weet iedereen dat er geen mos of kanalen op Mars te vinden zijn. Voor die tijd waren er heel wat mensen die fantaseerden over leven op de planeet. In 1898 schreef de Engelsman H.G. Wells het boek ‘The War of the Worlds’. In het boek worden Marsbewoners beschreven die nauwelijks op mensen lijken. Omdat ze op hun eigen planeet niet meer kunnen leven besluiten ze de aarde te gaan veroveren. Filmregisseur Orson Welles maakte in 1939 een hoorspel voor de radio van het boek. Doordat alles zó echt leek, dachten veel mensen dat de aarde echt in gevaar was en zou worden veroverd door Marsbewoners.

Grote berg

De Olympus Mons is een berg die op Mars ligt. Met zijn 24 kilometer lengte is de berg drie keer zo hoog als de Mount Everest, de hoogste berg op aarde. Wetenschappers vermoeden dat de berg is ontstaan doordat er een zwakke plek in de Marsbodem zat waar warm, vloeibaar materiaal door omhoog kwam. Het warme spul droogde vervolgens op en zo ontstond de Olympus Mons.

Ruimteschepen naar Mars

Er zijn behoorlijk wat ruimteschepen naar Mars geweest om de planeet te verkennen. Sommigen met meer succes dan anderen. Een opsomming:

  • Viking 1 en Viking 2. Deze twee onbemande ruimtescheepjes werden in 1975 door de Verenigde Staten gelanceerd. Beide Vikingen hadden een ‘lander’ aan boord die de bodem van Mars moesten onderzoeken. De resultaten toonden aan dat er geen leven op Mars te vinden was.
  • Mars Explorer. In 1992 werd deze ‘explorer’ gelanceerd met als doel de planeet in kaart te brengen. Nadat de Mars Explorer bij Mars aankwam verloor de NASA het contact. Er werd nooit meer iets van gehoord.
  • Mars Climate Orbiter. Dit ruimtescheepje moest het weer op Mars gaan bestuderen, maar hij heeft dit nooit gedaan. Na een jaar verbrandde de Mars Climate Orbiter toen hij de dampkring van de planeet binnenging.
  • Mars Global Surveyor. In 1997 bereikte dit ruimtescheepje Mars. Het duurde echter nog anderhalf jaar voordat de Mars Global Surveyor in de juiste baan zat. Daarna bestudeerde hij het oppervlak en de dampkring van Mars, dat uiteindelijk meer informatie opleverde dan alle vorige Marsprojecten bij elkaar.
  • Pathfinder. Dit ruimtescheepje landde in 1997 op Mars en had een klein karretje aan boord, de Mars Rover. Het wagentje woog ongeveer elf kilo en had een snelheid van 60 centimeter per minuut, waarmee hij over het Marsoppervlak reed om er foto’s van te maken of om er stenen te bestuderen. De resultaten waren verbluffend: de Mars Rover stuurde 17.000 foto’s naar de aarde en ging uiteindelijk twaalf keer langer mee dan was gepland.
  • Mars Express. Begin juni 2003 vertrok dit Europese ruimtescheepje naar Mars. Er was veel haast bij omdat in de zomer van datzelfde jaar de aarde en Mars heel dicht bij elkaar stonden. Dat gebeurt maar eens in de vijftien jaar, dus de Mars Express moest op dat moment vertrekken. Op tweede kerstdag zou het ruimtescheepje aan moeten komen. Hij zou een kleiner apparaat uitladen, de Beagle 2, die moest gaan meten hoe oud de stenen op Mars zijn. Daarnaast moest de Beagle 2 nog eens naar tekenen van leven zoeken in de grond. Er is echter nooit meer iets van de Beagle 2 vernomen.

God

De Romeinse oorlogsgod heette Mars. De planeet is er naar vernoemd vanwege zijn rode kleur, die kan worden vergeleken met bloed. Daarom wordt Mars ook vaak de ‘rode planeet’ genoemd.

De manen van Mars, Phobos en Deimos, zijn afgeleid van Griekse namen. Phobos is het Griekse woord voor ‘angst’ en Deimos betekent ‘paniek’. Beide namen zijn erg dus erg van toepassing op de planeet. Bovendien waren Phobos en Deimos zonen van de Griekse versie van Mars. Hun moeder was de Griekse Venus, waar ze overigens weinig mee gemeen hadden.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in