Toen in 2008 een Amerikaanse systeembank omviel, was niet te voorzien dat we daar in 2012 nog steeds de gevolgen van zouden ondervinden. Eigenlijk was dat het begin van een economische crisis waarvan het einde nog niet in zicht is. Het financiële systeem was niet opgewassen tegen de ongebreidelde zucht naar meer winst, waardoor onnodige risico’s waren genomen. Het bleek dat leningen en hypotheken waren verstrekt, die niet (meer) of onvoldoende waren afgedekt door enig onderpand.
Bouwsector hard geraakt
De gevolgen waren desastreus. De gehele wereldeconomie stortte in en banken werden zeer karig in het verstrekken van kredieten omdat ze hun balans weer op orde moesten krijgen. Het gevolg hiervan was een totale ineenstorting van de vastgoedmarkt. Omdat starters nauwelijks meer een hypotheeklening kunnen krijgen, kan de verkopende partij ook niet doorstromen naar het duurdere segment. Hierdoor valt de hele keten op slot. Dat is niet alleen vervelend voor (toekomstige) huizenbezitters, maar vooral ook voor de bouwsector. Het aantal nieuwbouwprojecten is bijna stilgevallen en ook worden er minder verbouwingen uitgevoerd.
Consument geeft geen geld uit
Door de huidige economische onzekerheid, geven consumenten minder geld uit. Zeker voor wat betreft grotere uitgaven neemt men een afwachtende houding aan. Dat is jammer want juist in deze periode zou geld de maatschappij in moeten stromen en niet tegen een minimale rente ongebruikt op de bank moeten blijven staan.
Kan de overheid de consument verleiden om spaargeld te investeren?
Juist bij slechte economische omstandigheden moet een overheid creatief zijn. Dat betekent met slimme oplossingen komen voor specifieke situaties. En juist op het gebied van de bouwsector ligt er een mogelijkheid om met weinig investering de bouwsector te hulp te komen.
Tijdelijke fiscale maatregel
Door een maatregel tijdelijk in te voeren, worden consumenten gedwongen om actie te ondernemen. Want als men niet (tijdig) reageert is het voordeel weg. Ten behoeve van de bouwsector kan de overheid het (groot) onderhoud van de woning tijdelijk weer aftrekbaar maken voor de belasting. Men zou dat kunnen invoeren voor 2013 en 2014. Dit betekent dat de bouwsector de komende twee jaar een steuntje in de rug krijgt.
Belasting maatregel tijdelijk invoeren?
Het (groot) onderhoud van een reguliere woning is op dit moment niet aftrekbaar van de belasting. Alle kosten die voortvloeien uit onderhoud komen op dit moment volledig voor rekening van de huiseigenaar, zoals:
- isolatie,
- schilderwerk,
- nieuwe kozijnen en
- nieuw voegwerk
Alleen het (groot) onderhoud van een monumentenwoning is op dit moment aftrekbaar voor de belasting . Door de aftrekbaarheid van dit (groot) onderhoud tijdelijk in te voeren voor alle woningen, wordt een enorme impuls gegeven aan de bouwsector. Er zullen minder bouwbedrijven omvallen, toeleveranciers zullen meer afzet genereren en minder bouwvakkers zullen werkloos worden.
Kost dat de overheid veel geld?
Dat is nog maar de vraag. Misschien levert het wel veel geld op. Laten we aannemen dat het (groot) onderhoud van de woning €10.000,- kost en dat de woningeigenaar dit aftrekt van de belasting. Als hij in de hoogste belastingschijf valt, zal dat de overheid ongeveer € 5000,- kosten. Maar dit is relatief. Over een gedeelte van de rekening moet de woningbezitter 21% BTW betalen die terugvloeit naar de overheid. Ook zit er in die €10.000 een behoorlijk bedrag aan salaris voor de bouwvakker(s) en hierover wordt weer inkomstenbelasting afgedragen. Er zullen ook minder bedrijven failliet gaan en minder bouwvakkers werkloos worden, wat weer veel geld aan uitkeringen scheelt. Grosso modo zal het de overheid niet veel geld kosten.
Fraude voorkomen
Het is belangrijk dat dit soort (tijdelijke) regelingen goed worden gecontroleerd. Ter voorkoming van fraude zou men voorgenomen onderhoud eerst kunnen laten checken door bijvoorbeeld een ambtenaar van de afdeling bouw- en woningtoezicht van de gemeente. Pas als deze het groene licht geeft kan de verbouwing door de woningeigenaar worden uitbesteedt aan een bonafide bouwbedrijf dat is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Nadat het onderhoud is uitgevoerd dient door de gemeenteambtenaar een eindcontrole te worden uitgevoerd. Pas hierna kan de eigenaar het onderhoud aftrekken van de inkomstenbelasting. Het document met de stempels en handtekening van de gemeenteambtenaar dient te worden overlegd aan de belastingdienst.
Omdat de regeling tijdelijk wordt ingevoerd komt er een bepaalde druk op de woningeigenaar om het (groot) onderhoud toch vooral in 2013 of 2014 uit te laten voeren. Een belastingvoordeel van maximaal 50% is natuurlijk mooi meegenomen in deze moeilijke tijden.
Het is dan ook aan de politiek om eens goed naar dit idee te kijken en te overwegen om dit in te voeren. Alleen op deze manier kan de bouwsector weer op gang geholpen worden. Uiteindelijk wordt iedereen er beter van en komt dood geld weer tot leven!