Prachtvinken zijn zeer leuke vogels om te zien en bestaan er in een enorme verscheidenheid. Hier een aantal soorten prachtvinken met een korte beschrijving van elk op een rijtje.
Prachtvinken:
De wereld kent vele soorten vogels waaronder diverse soorten prachtvinken. De naam prachtvink is hoogswaarschijnlijk ontstaan omdat deze vogels mooie kleuren heeft en vaak ook mooie aftekeningen. Hier een aantal van deze soorten op een rijtje.
Vuurvink:
De vuurvink komt voor in Tropisch West Afrika en heeft een grootte van ongeveer 10 cm. Het geslacht van deze vogels is duidelijk herkenbaar. De mannetjes zijn dieprood van kleur, de vrouwtjes zijn doffer van kleur. Vuurvinkjes zijn levendige vogels die goed geschikt zijn voor een volière. De vuurvink kan slecht tegen kou en guur weer, daarom is het verstandig om in de winterperiode het binnenhok bij te verwarmen. Ze gaan goed om met andere vinkensoorten, alleen tijdens de broedperiode kunnen de mannetjes wat onhebbelijk worden tegenover andere mannetjes. Vuurvinkjes begeven zich graag in het groen maar scharrelen ook af en toe op de grond. Deze vogels zijn niet kieskeurig voor de nestbouw. Een legsel bevat ongeveer 3 à 4 eitjes die zowel door het mannetje als door het vrouwtje worden bebroed. Na 11 à 12 dagen komen de jongen uit en worden door beide ouders gevoerd. Na circa 3 weken vliegen de jongen uit waarna ze eerst nog door beide ouders worden begeleid.
Blauwgrijs roodstaartje:
Deze vink komt voor in het Noord Westen van Afrika en heeft ongeveer een grootte van 11 cm. Beide geslachten lijken veel op elkaar. Zoals de naam het al doet vermoeden zijn ze grijs van kleur met een felrode staart. Het mannetje is alleen tijdens de voortplantingsperiode herkenbaar aan zijn zang. Blauwgrijze roodstaartjes zijn verdraagzame vogeltjes die het prima doen in een gemengde volière. Zowel onderling als tegenover andere vogelsoorten zijn ze zeer vredelievend. Blauwgrijze roodstaartjes stellen een beplante volière op prijs mits deze is voorzien van een vorstvrij binnenhok. Blauwgrijze roodstaartjes maken tijdens de kweek graag gebruik van een nestkastje of een vrijstaand nest in een dichte struik. Hierin wordt circa 3 tot 5 eitjes gelegd die door beide ouders worden bebroed. Na circa 2 weken komen de jongen uit, waarna beide ouders de jongen voeren. Na ruim 2 weken verlaten ze het nest en worden nog een tijdje door beide ouders bijgestaan.
Blauwkopfazantje:
De Blauwkopfazantje komt voor in Oost Afrika en heeft een grootte van circa 13 cm. De mannen hebben een blauwe bovenkop terwijl het vrouwtje alleen wat blauw op het voorhoofdje hebben. Ook is het blauwe bij het mannetje feller van kleur. Blauwkopfazantjes kunnen prima in een gemengde volière. In de winter kunt u ze het beste binnenhalen aangezien deze vink slecht tegen kou kan. Zowel tegenover elkaar als tegenover andere bewoners zijn ze vreedzaam, alleen tijdens de broedperiode kunnen ze tegenover soortgenoten wat minder vriendelijk zijn. Zowel het mannetje als het vrouwtje zijn goede netsbouwers en doen dit als het ware dan ook samen. Vaak bouwen ze een nestje in een struik maar soms wordt er ook gebruik gemaakt van een nestkastje. Hierin wordt circa 4 tot 6 eitjes gelegd die door beide ouders bebroed worden. Na circa 12 dagen komen de jongen uit waarna beide ouders hun voeren. Na ongeveer 2 weken vliegen de jongen uit en worden door beide ouders nog een tijdje begeleid.
Napoleonnetje:
Het Napoleonnetje komt vooral voor in de steppegebieden van Noordoost en West Afrika. Ze hebben een grootte van circa 10 cm. Vrouwtjes zijn over het algemeen minder fel van kleur dan de mannetjes. Napoleonnetjes doen het prima in een gemengde volière mits deze is voorzien van een vorstvrij binnenhok. Napoleonnetjes zijn levendige vogeltjes die bij voorkeur laag bij de grond scharrelen. Het kweken van deze vogeltjes is niet eenvoudig. Ondanks dat het goede broeders zijn is het niet eenvoudig om de jongen groot te brengen. Om toch een kans te maken kunt u het beste het paartje apart houden van de overige bewoners. Deze vogels maken het liefst een nestje in een dichte struik. Hierin worden 3 tot 6 eitjes gelegd die door beide ouders bebroed worden. Na circa 12 dagen komen de jongen uit en worden door beide ouders gevoerd. Let wel op dat de ouders niet gestoord worden anders is de kans groot dat ze de jongen links laten liggen. Na een kleine 3 weken vliegen de jongen uit en worden tijdelijk nog door beide ouders begeleid.
Andere prachtvinksoorten:
Naast deze 4 soorten met beschrijving zijn er nog talloze prachtvinken. Een aantal andere prachtvinksoorten zijn o.a.:
- Oranjekaakje.
- Sint Helena fazantje.
- Teugelastrilde.
- Granaatastrilde.
- Bonte Astrilde.
- Roodmaskerastrilde.
- Rode druppelastrilde.
- Groene druppelastrilde.
- Bandvink.
- Roodkopamadine.
- Rijstvogel.