Een dierenarts is een arts die gewonde of zieke dieren behandeld. Voor de opleiding is een VWO-diploma een vereiste. Daarna kan op de universiteit de opleiding diergeneeskunde worden gevolgd. Tijdens die studie komen niet alleen zaken als het kennen van alle diersoorten aan bod, maar zijn ook de anatomie, de ziektes die de dieren kunnen krijgen en de gezondheiszorg en geneeskunde belangrijke aspecten die geleerd moeten worden.
Specialisatie
Na de studie is het ook mogelijk om verder te specialiseren. Zo is er de specialisatie ‘kleine huisdieren’. Daaronder vallen katten, honden , muizen, cavia’s, konijnen, vogels etc. Daarin is een verdere specialisatie mogelijk. Sommige dierenartsen zijn bijvoorbeeld gespecialiseerd in katten, anderen in vogels en weer anderen weten alles over knaagdieren.
Naast de kleine huisdieren is er de specialisatie ‘landbouwdieren’. Hieronder vallen koeien, varkens, paarden en schapen. Een dierenarts die hierin gespecialiseert is, wordt ook wel een veearts genoemd, hoewel die benaming steeds minder vaak voorkomt. Binnen de specilisatie landbouwdieren kan ook verder worden gespecialiseerd. Een voorbeeld is een paardenarts, of een arts die met exoptische dieren omgaat, zoals slangen en andere reptielen. Daarnaast is een dierenarts in een dierentuin ook mogelijk.
Tot slot is er een specialisatie buiten de dieren en diersoorten. De arts richt zich dan vooral op het medische gebied. Voorbeelden hiervan zijn chirurg, internist of rontgonoloog.
Opleiding
Zoals al eerder werd vermeld is een VWO-diploma met het profiel Natuur en Gezondheid voor een aankomend dierenarts een vereiste. In enkele gevallen kan een student worden toegelaten die een HBO-opleiding heeft gevolgd. Vervolgens kan een opleiding van 6 jaar worden gevolgd aan een universiteit. In Nederland kan dat in Utrecht en in Belgie is dit mogelijk in Antwerpen. Verdere vereisten zijn: een dierenarts moet van dieren houden, vindt het niet erg om vies te worden en heeft er geen problemen mee om ‘s nachts uit bed te moeten komen als dit moet.
Na het 4e studiejaar wordt een student benoemd tot doctorandus in de diergeneeskunde, maar pas na afrondig van het 6e leerjaar ontvangt de student een dierenartsdiploma. Daarna wordt er vaak praktijkervaring opgedaan onder begeleiding van een volleerd dierenarts in zijn/haar kliniek.
Een volleerd dierenarts verdiend gemiddeld zo’n 3000 euro per maand.
Werk
De praktijk van een dierenarts lijkt veel op die van een huisarts. Allereerst heeft een dierenarts een assistente die de afspraken noteert. Een wachtruimte ontbreekt ook niet, evenals een spreekkamer. Daar staat meestal ook een operatietafel/behandeltafel. Verder is er een laboratorium waar bloed kan worden afgenomen dat eventueel kan worden opgestuurd naar een specialist die het bloed grondiger bekijkt. Bij de operatietafel staat meestal ook een rontgenapparaat waarmee de dierenarts foto’s van het dier kan maken.
Een dierenarts schrijft net als een huisarts medicijnen voor. Deze kunnen bij een apotheek worden gehaald, maar vaak heeft de dierenarts ook zelf een voorraad medicijnen in zijn praktijk. Deze worden in een koelkastje bewaard.
In tegenstelling tot een huisarts opereert een dierenarts vaker. Een huisarts verwijst een patiënt meestal door naar het ziekenhuis. Vaak kan een dierenarts zelf het dier behandelen/opereren.
Tot slot verschilt een dierenarts op een ander punt van een huisarts. Een huisarts heeft een vrij spreekuur. Bij een dierenarts is een afspraak maken noodzakelijk.