De machteloosheid die wordt gevoeld wanneer je partner een alcohol probleem heeft. Hoe ga je om met het vedriet van jezelf en je kinderen. Het besef dat alcohol in alles een rol speelt. 

De man met twee gezichten


Achterin staat een tas vol met lege flessen. Met een resoluut gebaar gooi ik de achterklep van mijn autootje hard dicht. Gerinkel. Als scherven nou inderdaad eens geluk zouden brengen, dan graag nu. Soms heb ik het gevoel dat mijn hart in scherven ligt. Iedere keer lijm ik het boeltje weer bij elkaar, maar helemaal goed in elkaar krijg ik het niet meer. Misschien heb ik onbewust zelf wel een klein stukje kwijt gemaakt.  Eigen schuld, scheld ik tegen mezelf.  Aan zelfmedelijden heb je niets, aan medelijden ook niet.

Onze dochters begrijpen hem niet meer. Ze voelen zich verlaten. De papa die ze de aandacht geeft die ze nodig hebben, is verdwenen. Eerst was hij hun steun, opvoeder, voorbeeld, een beschermer, hun wereld. Hij zegt wel dat hij van ze houdt, maar op afstand. Zijn interpretaties over liefde zijn verandert de afgelopen tijd. Alles draait maar om een ding. Zijn ding.

Waarom haat papa mij, hoor ik regelmatig.  Razernij neemt bezit van mij, machteloosheid wordt heer en meester. Uitleg blijft steken in mijn keel, alsof je messen voelt tijdens het slikken. Met gebogen rug ruim ik de glazen op.  De fles stroomt leeg in de wasbak.

Doe het dan voor ons, begrijp het dan, zie het dan.  Nee, er is alleen blindheid, blindheid voor alles. Waar is de liefde voor ons?  Wat is de waarheid? Hoop blijft op de loer, maar wordt van alle kanten aangevallen. Tussen overleven en overwinnen zit geen verschil meer. Er zijn al te veel tranen gevloeid en er zullen er nog vele volgen.

Verantwoordelijkheid voelt aan als een warme deken. Geborgen onder moeders vleugels zijn ze veilig. Maar waar is de hand die zacht door mijn haar strijkt? De duim die over mijn wang en lippen glijdt en een rilling laat voelen over mijn rug, die speciale rilling.

Ben ik zo blind geweest al die jaren? Dit speelde al zo lang. Was ik zo naïef, dat ik dacht dat hij wel zou veranderen. Hou ik nu nog wel van hem? Ik twijfel. We zijn al zo lang samen, voor mijn gevoel een leven lang. 's Ochtends herken ik hem weer, maar zijn bloeddoorlopen ogen achtervolgen mij. Leugens worden mij verteld, keihard in mijn gezicht. Is het de ziekte die tegen mij praat, of is het een vreemde. Afspraken niet nakomen, beloftes, keer op keer. Ik wantrouw hem.

Doorgaan, dat probeer ik, moed houden, hoop hebben. Totdat ik er klaar voor ben. Klaar voor het einde, het einde van een leven samen en moed genoeg om opnieuw te beginnen. Lef hebben om te rouwen, het verlies van een dierbare van vroeger. Hoop op een nieuwe toekomst. Een veilige toekomst voor onze dochters.

Voor nu zijn de ochtenden gewoon vertrouwd en getrouwd, maar worden langzaam overgenomen door iemand die ik niet wil kennen.  Een leugenaar, een fantast, een ziek man. Hij realiseert zich niet wat hij nu heeft, wat hij gaat missen. Zoveel moois, zijn eigen vlees en bloed.

Ik recht mijn rug van tijd tot tijd en schud de ballast van mij af en lach. Ik moet. Ik lach voor mijn dochters en heb medelijden, niet met mezelf, maar met hem.


LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in