Als zwanger worden niet vanzelf lukt, kan er eerst een oriënterend vruchtbaarheidsonderzoek plaatsvinden. Deze wordt uitgevoerd door een huisarts of gynacoloog. Zowel de man als de vrouw worden zullen eerst worden ondervraagd en daarna onderzocht. In dit artikel zal ik dieper ingaan op het vruchtbaarheidsonderzoek bij de vrouw.
Vragen over vruchtbaarheid en gezondheid
Allereerst moeten zowel de man als de vrouw een aantal vragen beantwoorden over hun gezondheid. Hierbij kun je denken aan vragen die gaan over onder andere aangeboren afwijkingen, vruchtbaarheidsproblemen in de familie, problemen met vrijen, medicijngebruik, drugsgebruik, anticonceptie, indaling van de zaadballen, operaties, geslachtziektes en menstruatie. Het is vaak gunstig als er menstruele klachten zijn omdat dit een teken is dat er een eisprong optreedt. Uit de antwoorden op al deze vragen kan de arts een indicatie geven over de mogelijke oorzaak van de eventuele onvruchtbaarheid.
Lichamelijk onderzoek
Het lichamelijk onderzoek bij de vrouw bestaat uit het bekijken van uiterlijke kenmerken en inwendig onderzoek. De arts zal letten op uiterlijke kenmerken zoals de lengte van de vrouw, het gewicht van de vrouw, lichaamsbeharing, de borsten en de verdeling van het lichaamsvet. Een overmatige beharing van de vrouw kan wijzen op een storing in de hormoonbalans.
Bij het inwendig onderzoek zal de arts voelen of er eventuele afwijkingen aan de baarmoeder of eierstokken zijn. Ook kan er een uitstrijkje worden gemaakt van de baarmoedermond. Hiermee kan er worden gekeken of er eventueel baarmoederhalskanker te vinden is. Tevens zal er een uitstrijkje op de kweek worden gelegd om te kijken of er eventuele infecties te vinden zijn.
Bloedonderzoek
Naast het lichamelijk onderzoek zal ook het bloed van de vrouw worden onderzocht. Hierbij wordt gekeken of de vrouw antistoffen heeft tegen chlamydia. Als deze antistoffen in het bloed worden aangetroffen, wijst dit erop dat de vrouw ooit een infectie heeft gehad. Niet alle soorten chlamydia veroorzaken onvruchtbaarheid. Enkel chlamydia trachomatis kan een eileiderontsteking veroorzaken waar je vervolgens onvruchtbaar van kan worden.
Het bloed wordt ook onderzocht op de FSH-concentratie. Als de FSH-concentratie te hoog is, kan dat erop wijzen dat de vrouw vervroegd in de overgang is gekomen en daardoor dus niet meer of minder vruchtbaar is.
Eisprongonderzoek
Wanneer een vrouw een onregelmatige menstruatiecyclus heeft, kan het zijn dat de vrouw niet iedere maand een eisprong heeft. Je kunt dit zelf thuis meten met behulp van de temperatuurcurve. Bij de temperatuurcurve moet je iedere dag, gedurende een hele maand, je temperatuur opmeten. Als de temperatuurcurve uit twee delen bestaat, één met een lagere en één met een hogere temperatuur, dan is er vrijwel zeker een eisprong opgetreden.
Een ander hulpmiddel om erachter te komen of je een eisprong hebt, is een ovulatietest. Bij een ovulatietest wordt het LH-gehalte gemeten. Als het LH-gehalte heel hoog is, komt de eisprong eraan. Een week na de hoogst gemeten LH-piek, kan het progesteron worden gemeten om te controleren of de vrouw daadwerkelijk een eisprong heeft gehad.
De PCT-test
Bij een post-ciïtumtest wordt er binnen 12 uur na het vrijen een beetje slijm uit de baarmoedermond opgezogen en onder de microscoop gelegd. Hier wordt gekeken of de spermacellen bewegen. Als dit het geval is, is het goed. Als dit niet het geval is, kan de wisselwerking tussen het zaad en baarmoederhalsslijm verstoord zijn. Deze test is vaak niet zo betrouwbaar. De test is alleen betrouwbaar als die wordt uitgevoerd vlak voor een eisprong. Het is echter vaak moeilijk te bepalen wanneer dit precies is. De PCT-test wordt door artsen tegenwoordig dan ook vaak achter wegen gelaten.
De SPM-test
De sperma-penetratie-metertest lijkt op de PCT-test. Hierbij wordt ook de wisselwerking van het baarmoederhalsslijm en het zaad gemeten. Er wordt tevens vlak voor een eisprong wat slijm uit de baarmoederhals weggenomen wat vervolgens in een bakje spermacellen wordt geplaatst. Na een half uur wordt er gekeken hoe het zaad reageert. Ook wordt er gekeken hoe het slijm reageert op donorzaad en er wordt gekeken hoe het zaad van de man reageert op het slijm van een vrouwelijke donor. Enkel om de verschillen te meten. Bij de SPM-test is duidelijk te meten of de eventuele oorzaak van onvruchtbaarheid ligt aan het zaad of aan het baarmoederhalsslijm.