Eén op de drie mensen in Nederland sterft aan de gevolgen van trombose. Vooral mensen met een verhoogd risico op trombose lopen gevaar. Het is daarom belangrijk om te weten wanneer je een verhoogd risico op trombose hebt en hoe je daar het beste mee om kunt gaan.
Risicofactoren
Erfelijkheid
Er zijn verschillende factoren die voor een verhoogde kans op trombose zorgen. Erfelijkheid is bijvoorbeeld een belangrijke risicofactor. Wanneer iemand in je familie trombose heeft, is de kans groter dat jij het ook zal krijgen. Het wil echter niet zeggen dat je dan ook daadwerkelijk trombose krijgt. Er zijn verschillende erfelijke afwijkingen die de kans op trombose kunnen verhogen. De bekendste is Factor V Leiden (Factor Vijf Leiden), waarbij er een afwijking zit in de eiwitten die de bloedstolling regelen.
Zwangerschap
Veel zwangere vrouwen krijgen trombose. Een zwangerschap verhoogt het risico op trombose op twee manieren. Ten eerste spelen de hormonen een belangrijke rol. Hierdoor verandert het lichaam en stolt het bloed sneller. Ten tweede worden de aderen afgekneld door de hoge druk van de baarmoeder. Hierdoor zijn de aderen smaller dan normaal en kan het bloed minder snel doorstromen.
Vliegen
Artsen weten nog steeds niet precies hoe het komt, maar vliegen verhoogt de kans op trombose. Het kan zijn dat het met de hoge druk te maken heeft, waardoor je bloed iets dikker wordt dan normaal. Maar de zuurstofarme omgeving zou ook invloed kunnen hebben. Bovendien is het mogelijk dat mensen trombose krijgen doordat ze lange tijd achter elkaar stilzitten en dus te weinig hun been bewegen.
Langdurig niet bewegen
Wanneer je langdurig niet beweegt, heb je grote kans op trombose. Dit gebeurt dan ook vaak bij mensen die opgenomen worden in het ziekenhuis. Als je een aantal uur achter elkaar in de auto zit zonder regelmatig je benen te strekken, zal de kans op trombose ook groot zijn.
De pil
Volgens de bijsluiter is de kans op trombose door gebruik van de pil zeer klein. Toch zijn er duizenden mensen die door het slikken van de pil trombose hebben gekregen. Vooral wanneer je de pil slikt en ook een andere risicofactor hebt, loop je grote kans om trombose te krijgen. Roken en de pil slikken is ook een slechte combinatie.
Ouderdom
Hoe ouder je bent, hoe groter de kans op trombose is. Bij de trombosedienst komen ook vooral mensen van zestig jaar en ouder. Trombose komt nauwelijks voor bij mensen onder de vijfentwintig. Toch is er altijd de mogelijkheid dat je trombose krijgt als je zo jong bent.
Afwijking in het bloed
Tenslotte is het mogelijk dat je een afwijking in je bloed hebt. Anticardiolipine is bijvoorbeeld een stofje dat ervoor zorgt dat je bloed sneller stolt. Meestal weet je zelf niet dat je zo’n afwijking hebt. Pas na langdurig onderzoek wordt dit bekend. Wanneer je geen trombose krijgt, zul je er verder ook geen last van hebben.
Hoe groot is het risico?
Lang niet alle risicofactoren zijn even gevaarlijk. Het is dan ook belangrijk om na te gaan hoe groot het risico op trombose is. Over het algemeen geldt dat het pas echt gevaarlijk wordt als er sprake is van meerdere risicofactoren. Wanneer je de pil slikt, heb je bijvoorbeeld niet heel veel kans op trombose, tenzij je ook erfelijk belast bent of een bloedafwijking hebt. Wanneer je op je twintigste een lange vliegreis maakt, zul je hier waarschijnlijk niks van merken. Als je dit op je tachtigste doet, is de kans op trombose alweer een stuk groter.
Vooral als je eerder trombose hebt gehad, is het belangrijk om goed op te blijven letten. Blijkbaar ben je er gevoelig voor en kan het zo weer gebeuren.
Waar kun je rekening mee houden?
Risico door erfelijkheid
Aan een verhoogd risico door erfelijkheid is helaas niet veel te doen. Dat je erfelijk belast bent, kun je niet veranderen. Het risico is niet groot genoeg om echte maatregelen te nemen. Belangrijk is wel dat je de symptomen van trombose weet te herkennen, zodat je op tijd naar het ziekenhuis kunt gaan.
Risico door zwangerschap
Om trombose te voorkomen, kun je pillen slikken om de stolling van het bloed te vertragen. Deze pillen mag je echter niet slikken wanneer je zwanger bent. Als je als zwangere vrouw wel een extra verhoogd risico op trombose hebt, is het verstandig om dit met je arts te bespreken. Sommige vrouwen krijgen van het begin tot het einde van hun zwangerschap spuitjes met antistolling, die ze zelf iedere ochtend in hun buik of bovenbeen moeten prikken om te voorkomen dat het bloed te snel stolt.
Risico door vliegen
De meeste mensen krijgen geen trombose tijdens het vliegen, toch kan het gebeuren. Om dit te voorkomen kun je het beste geen strakke kleding dragen. Tijdens de vlucht moet je zoveel mogelijk proberen je benen te strekken en je kuiten te masseren. Loop regelmatig even heen en weer. Het is niet duidelijk of het dragen van steunkousen de kans op trombose ook kan verminderen, sommige artsen raden dit wel aan.
Wanneer je een verhoogd risico op trombose hebt, zijn vluchten langer dan vier uur gevaarlijk. Als je zo’n vlucht toch wilt maken, is het verstandig twee dagen tevoren te beginnen met antistolling. Dat kan het beste in de vorm van een prikje, omdat dit binnen 24 uur werkt. Voor de zekerheid moet je de antistolling tot een dag na de vlucht blijven toedienen.
Risico door langdurig niet bewegen
Als je een lange autorit maakt, is het verstandig om tussendoor zo veel mogelijk te bewegen. Stop ieder uur even om je benen te strekken en masseer je kuiten goed. Wanneer je lange tijd in het ziekenhuis ligt, moet je het ziekenhuispersoneel hiervan op de hoogte stellen. Zij zullen passende maatregelen nemen, zoals het geven van antistolling.
Risico door de pil
Voor mensen met een verhoogd risico op trombose is de pil geen optie. Zij moeten dan ook onmiddellijk stoppen met het gebruik hiervan. Andere voorbehoedsmiddelen die werken met hormonen zijn ook niet geschikt. Zelfs wanneer de kans op trombose zeer klein is, is dit gevaarlijk voor mensen die al een verhoogd risico op trombose hebben.
Risico door ouderdom
Aan ouderdom is niks te veranderen, net als aan het risico op trombose bij ouderdom. Het enige dat je kunt doen als je iets ouder bent, is alert blijven. Wanneer je trombose snel opmerkt, kan er ook tijdig medische hulp komen.
Risico door afwijking in het bloed
Een afwijking in het bloed verdwijnt niet zomaar, vaak zul je er de rest van je leven rekening mee moeten houden. Dit betekent dat je jezelf extra goed moet beschermen op momenten dat er een tweede risicofactor aanwezig is. Neem dus altijd medicijnen om de stolling van het bloed tegen te gaan wanneer het risico hoog wordt.
Symptomen
Vaak ontstaat trombose in het been. Hier sluit een bloedpropje de ader af, waardoor het been pijnlijk en gezwollen wordt. Wanneer dit gebeurt, zal je minder gemakkelijk kunnen lopen en kan het been paars van kleur worden. Bovendien voelt de huid warm en gespannen aan. Als de bloedprop doorschiet naar de longen, is er sprake van een longembolie. Je zult dan last hebben met ademen, je gaat hoesten en zuchten en het kan zelfs zijn dat je bloed ophoest. Je hartslag is verhoogd en je zal pijn krijgen op je borst. Zodra je een van de symptomen opmerkt, is het belangrijk zo snel mogelijk naar de dokter te gaan. Alert blijven is een van de belangrijkste tips om goed om te kunnen gaan met een verhoogd risico op trombose. Tenslotte ben jij degene die je lichaam het beste kent en dus ook als eerste door heeft wanneer er iets niet helemaal goed gaat.