Iedereen heeft zijn mond vol over overgewicht. We doen er dan ook alles aan om ons gewicht onder controle te krijgen en ons meest ideale gewicht zo dicht mogelijk te benaderen. Maar wat als we geconfronteerd worden met het tegenovergestelde probleem, namelijk magerzucht? Wanneer zijn we té mager, en wat kunnen we er aan doen om de nodige kilo's aan te kweken en ons terug goed in ons vel te voelen?

Magerzucht en anorexia niet hetzelfde

Overgewicht wordt door wetenschappers als dé epidemie van de toekomst beschouwd. Vele landgenoten kampen echter met magerzucht, en voelen zich evenmin goed in hun vel. Zij slagen er maar niet in om de nodige kilo's bij te winnen. Magerzucht is zéker niet hetzelfde als anorexia. Anorexiapatiënten doen er alles aan om er zo mager mogelijk bij lopen, terwijl mensen met magerzucht er alles voor over hebben om gewicht te winnen.

Verschillende factoren

Magerzucht hangt van verschillende factoren af. Het is onder meer afhankelijk van wat je eeten (en niet eten), van je motivatie, leeftijd en geslacht. Wetenschappers zijn ervan overtuigd dat magerzucht, in sommige gevallen, genetisch bepaald is. Mirakeloplossingen bestaan ook hier niet. Onze eet- en leefgewoonten aanpassen, kan in vele gevallen uitkomst bieden.

Wanneer zijn we te mager?

Wanneer zijn we nu te mager, en spreken we van magerzucht? De Quetelet of de Body Mass Index (gewicht x lengte x lengte), is veruit de meest gebruikte methode om na te gaan of je met overgewicht of met magerzucht kampt. Bij een normaal lichaamsgewicht, ligt ons BMI-cijfer tussen 20 en 25. Bij een Body Mass Index lager dan 20, spreekt men van ondergewicht.  Als onze BMI- waarde lager ligt dan 18,5 spreekt men van magerzucht. Wetenschappelijk onderzoek leerde dat vrouwen meer vetmassa hebben dan mannen. Als gevolg van het ons opgedrongen slankheidsideaal, leggen we onszelf vaak een streefgewicht op dat ver beneden het biologisch normale lichaamsgewicht ligt. Het aantal vrouwen dat écht té mager is, ligt in alle Europese landen opvallend hoger dan het aantal mannen.

Negatieve energiebalans

Vermageren is het rechtstreekse gevolg van een negatieve energiebalans. Deze ontstaat bij een verminderde voedselopname en een verhoogd energieverbruik. Verschillende ziektebeelden en verminderde slik- en kauwproblemen bij bejaarden, kunnen aan de basis liggen van magerzucht. Magerzucht kan ook het gevolg zijn van allerlei stress- situaties of tijdsgebrek. Deze personen vertonen vaak een ongestructureerd eet- en leefpatroon. Een verhoogd energieverbruik kan op zijn beurt het gevolg zijn overactiviteit en/of intensieve sportbeoefening.

Metabolisme in rust

Je energieverbruik wordt bepaald door je rustmetabolisme, of het verbranden van calorieën in rust, door de thermogenese van je voeding en je energieverbruik. Je rustmetabolisme neemt, in normale omstandigheden, gemiddeld zeventig procent van je dagelijks energieverbruik voor zijn rekening. Deze calorieën heb je nodig om goed te kunnen blijven functioneren, en dus alle vitale functies als ademhaling en celvernieuwing in stand te houden. Onze vetvrije massa beïnvloed in belangrijke mate je rustmetabolisme. Het meest sprekende voorbeeld hiervan zijn onze bejaarden, die geleidelijk spiermassa en dus ook vetvrije massa verliezen. Dat resulteert uiteindelijk in een sterk verlaagt rustmetabolisme, met gewichtsverlies tot gevolg. Na iedere maaltijd gaat extra energie naar je spijsvertering, naar de opname van ons voedsel en de verwerking ervan. Dit proces noemt men thermogenese, en neemt ongeveer tien procent van je dagelijks energieverbruik voor zijn rekening.

Wat doen aan magerzucht?

Om magerzucht te verhelpen, stel je bij voorkeur een goed gestructureerd voedingsprogramma op. Dit gebeurd op basis van een gezond, evenwichtig en gevarieerd voedingspatroon. Magerzucht mag inderdaad geen excuus zijn om ongezond te eten. Verschillende welvaartsziekten als te hoge bloeddruk, te hoog cholesterolgehalte en osteoporose, zijn de voornaamste gevolgen van magerzucht. Naast onze drie klassieke hoofdmaaltijden, lassen mensen met magerzucht enkele tussendoortje in. Ze gebruiken bij voorkeur calorierijke voeding, eventueel aangevuld met energierijke preparaten. Patiënten met magerzucht moeten meer calorieën opnemen via voedsel dan via drinken. Vetten zijn een uitstekende bron van calorieën en hebben een lager verzadigingsgevoel dan eiwitten en koolhydraten. Zorg echter steeds voor een evenwichtig voedingspatroon.

Aandoeningen die magerzucht veroorzaken

Vele ziekten waaronder kanker, longemfyseem en levercirrose zorgen er voor dat je lichaamseiwitten en vetweefsel worden afgebroken. Daardoor beschikken je over een té kleine dosis koolhydraten. Je lichaamstemperatuur gaat de hoogte in en je energieverbruik stijgt. Samen met een verstoorde veterings- en absorptiecapaciteit, verminderde eetlust en eventuele kauw- en slikproblemen, veroorzaakt dit vlug energieverlies. Verlies je vijf procent aan gewicht binnen een tijdspanne van één maand, dan is medische tussenkomst noodzakelijk.


LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in