Op 27 maart 1977 botsten twee vliegtuigen tegen elkaar op het eiland Tenerife. Bij deze ramp kwamen bijna zeshonderd mensen om het leven. Deze ramp is de grootste ramp uit de luchtvaartgeschiedenis.
Het probleem
Op 27 maart 1977 waren er problemen op het vliegveld van Las Palmas. Er was een bomaanslag geweest en er werd gedreigd met een tweede aanslag. Het vliegveld moest daarom ontruimd worden. Een Pan Am-Boeing uit New York moest tijdelijk landen op het vliegveld van het eiland Tenerife. Ook een KLM-Boeing met voornamelijk Nederlanders aan boord, moest eerst landen op Tenerife.
Een aantal uur later werd het vliegveld van Las Palmas weer vrijgegeven. Er waren inmiddels een hoop vliegtuigen op Tenerife geland, waardoor het hier erg druk werd. Daarom moest de startbaan ook als taxibaan gebruikt worden.
De ramp
Op het moment dat de vliegtuigen toestemming kregen om naar Las Palmas te vliegen, kwam er een heftige mist opzetten. Er was bijna geen zicht op de baan en de piloten moesten volledig vertrouwen op de signalen die ze kregen van de luchtverkeersleiding. De KLM-Boeing zou tot het einde van de baan moeten taxiën en daarna met een scherpe bocht keren. Vervolgens zou het vliegtuig kunnen opstijgen wanneer ze toestemming zouden krijgen.
De Pan Am-Boeing uit New York zou ook beginnen met taxiën op dezelfde baan en kreeg van de luchtverkeersleiding de opdracht om de derde afslag te nemen, zodat ze op een andere baan terecht zouden komen. Deze afslag was echter niet geschikt voor een Boeing 747, waardoor de Pan Am doorreed naar de vierde afslag. Ondertussen was het KLM-vliegtuig begonnen met opstijgen, zonder toestemming gekregen te hebben van de luchtverkeersleiding. Door de dichte mist zag de piloot het Pan Am vliegtuig niet op de baan staan.
Pas op het laatste moment kreeg de piloot in de Pan Am-Boeing het KLM-toestel in de gaten. Snel probeerde hij het toestel van de baan af te krijgen, maar het was al te laat. Jacob Veldhuyzen van Zanten, de piloot van de KLM, probeerde op het laatste moment zijn vliegtuig over de Pan Am heen te laten vliegen. Hierdoor schoot de neus van het vliegtuig omhoog, maar raakten de motoren en het landingsgestel de bovenkant van het Amerikaanse vliegtuig. Beide toestellen vlogen in de brand.
Gevolgen
Alle 234 passagiers en veertien bemanningsleden van het KLM-toestel kwamen bij de botsing om het leven. Zeventig inzittenden van het Pan Am-toestel overleefden de klap in eerste instantie. Negen van hen overleden uiteindelijk toch nog in het ziekenhuis. In totaal kwamen 583 mensen bij de ramp om het leven.
Onderzoek
Na de ramp is er onderzoek gedaan door Spanje, Nederland en Amerika. Duidelijk werd dat Veldhuyzen van Zanten te snel was opgestegen. Dit bleek te zijn gebeurd door een storing in de communicatie. Toen Veldhuyzen van Zanten door had gegeven dat hij klaar was om te vertrekken, zei de luchtverkeersleiding tegen hem: ’’Ok, wacht op instructies om op te stijgen.’’ Door de storing hoorde de piloot alleen ‘’Ok’’ en ging hij er vanuit dat hij op mocht stijgen.
Ook had Veldhuyzen van Zanten zijn vliegtuig vast volgetankt, zodat hij snel door kon vliegen naar Amsterdam. Hij had er al veel werkuren opzitten en nog meer vertraging zou ervoor zorgen dat hij verplicht moest rusten. In dat geval zouden hij en zijn passagiers verplicht op het eiland moeten overnachten. Om dit te voorkomen had hij zijn vliegtuig van te voren vast volgetankt, zodat hij snel door kon vliegen. Hierdoor was het vliegtuig een stuk zwaarder geworden. Doordat het vliegtuig zwaarder was kon het niet snel genoeg opstijgen en raakte het de Pan Am-Boeing. Wanneer Veldhuyzen van Zanten niet getankt had, was het ongeluk misschien niet eens gebeurd.
Air Crash Investigations
http://nl.wikipedia.org/wiki/Vliegtuigramp_van_Tenerife
