Dat alarmlichten een must zijn is algemeen geaccepteerd. Reddingsvoertuigen, waaronder brandweerauto’s, politieauto’s en ambulances vallen, gebruiken alarmlichten omdat ze sneller moeten gaan. Vaak kunnen er levens gered worden als ze de plek des onheils snel bereiken, kan het instorten van een gebouw worden voorkomen, wordt letsel voorkomen of kunnen misdadigers worden gepakt.
Voorrang
Voetgangers en andere weggebruikers worden geacht aan alle reddingsvoertuigen voorrang te verlenen, al zijn er in verschillende staten kleine variaties op deze wet. Alarmlichten en sirenes worden gebruikt in de veronderstelling dat de voetgangers en de andere motorvoertuigen een bedreiging vormen voor de grote snelheid van een reddingsvoertuig. Het hoofddoel van deze waarschuwingsmiddelen is dan ook de aandacht te trekken van andere voertuigen op de weg, hen te helpen het reddingsvoertuig als zodanig te herkennen, de omvang van het voertuig duidelijk te maken en andere weggebruikers te informeren over de richting waarin het zich beweegt.
Bewust zijn van anderen
Degenen die alarmlichten gebruiken moeten zich terdege bewust zijn van de manier waarop deze lichten geacht worden hen te helpen om een hogere snelheid te bereiken. Dit betekent dat, ook al schijnen de alarmlichten van een politieauto of ambulance op volle kracht en klinkt de sirene op maximale sterkte, dit hen nog geen immuniteit op de weg verschaft. Chauffeurs van reddingsvoertuigen kunnen niet verwachten dat andere voertuigen en voetgangers in een reflex opzij zullen gaan, enkel omdat de lichten en de sirenes aan staan.
Niet opvallend genoeg
Zelfs als de alarmlichten en de sirenes aan staan, is het heel goed mogelijk dat andere weggebruikers die hint hebben gemist. Heel wat voertuigen zijn tegenwoordig geluiddicht, zodat geluiden van buitenaf gemakkelijk buitengesloten worden. Bovendien hebben veel mensen hun radio of stereo aan staan, of er zijn kinderen die schreeuwen of andere passagiers in het die een mobiel telefoongesprek aan het voeren zijn waardoor het geluid van de sirene overstemd wordt..
Het openlaten van marges bij hoge snelheid
Om ongelukken te voorkomen moeten chauffeurs van reddingvoertuigen een ruime marge openlaten voor deze mogelijkheden. Alarmlichten kunnen ook gemist worden omdat een groot voertuig, bijvoorbeeld een vrachtwagen met oplegger, het zicht op het reddingsvoertuig ontneemt voor andere voertuigen. Ook slechte weersomstandigheden als mist of regen zijn al genoeg om de alarmlichten minder effectief te laten zijn dan de bedoeling is.
Effect op andere bestuurders
Zelfs als een reddingsvoertuig de aandacht van andere voertuigen weet te trekken zoals de bedoeling is, is dat nog geen garantie dat de andere voertuigen opzij gaan. Individuele reacties op situaties kunnen variëren, en niet alle chauffeurs hebben genoeg rijvaardigheid om direct van rijbaan te veranderen. Bovendien kan de verkeerssituatie verhinderen dat chauffeurs van rijbaan veranderen en voorrang verlenen.
Begrip tonen
Dus zelfs als de alarmlichten en sirenes aan staan, moet de chauffeur van een reddingsvoertuig begrijpen dat het gebruik van deze middelen niet automatisch zorgt dat andere voertuigen opzij gaan. Andere weggebruikers kunnen de hint missen en tot een bepaalde manoeuvre besluiten. Dus zelfs reddingsvoertuigen moeten de snelheid niet zo ver opvoeren dat plotseling remmen praktisch onmogelijk wordt.