De meeste mensen weten dat aandelen en obligates op de beurs verhandeld worden. Er zijn er echter veel meer investeringsmogelijkheden, die derivaten genoemd worden. Opties zijn een voorbeeld daarvan.
Kenmerken
Een optie is een mogelijkheid om iets op een bepaalde datum tegen een vastgestelde prijs te kopen of te verkopen. Opties worden gemaakt (in vaktermen: geschreven) voor bijna alle verhandelbare producten, van aandelen tot vreemde valuta en zelfs grondstoffen. Een optie heeft een prijs waarvoor het zelf verkocht of gekocht kan worden, een aankoop- of verkoopprijs die voor het onderliggend goed geldt (uitoefenprijs), een looptijd met een afloopdatum (expiratiedatum) en contractgrootte die aangeeft op hoeveel eenheden product de optie van toepassing is. Bij aandelenopties is het meestal 100 aandelen en bij valuta- en obligatieopties ongeveer € 10 000. Opties op grondstoffen betreffen zeer grote hoeveelheden, in de orde van grootte van enkele ton per contract.
Soorten
Opties zijn er verder nog in verschillende uitvoeringen. Allereerst is er het onderscheid tussen Amerikaanse opties (het uitoefenen is mogelijk tijdens de hele looptijd) en Europese opties (het uitoefenen is alleen mogelijk op de expiratiedatum). Dan kan een optie een “put” of een “call” zijn. “Put” betekent in het Engels “leggen” en door deze optie te kopen, kun je iets tegen een vaste prijs verkopen. “Call” betekent “roepen” en het geeft je het recht om iets tegen een vaste prijs te kopen. In beide gevallen ontvangt de verkoper de optieprijs en heeft de plicht om het onderliggend goed te leveren of te kopen tegen een vaste prijs. Van een optie wordt gezegd dat het “in the money” is als het uitoefenen ervan winst voor de eigenaar oplevert. Voor een call-optie is dat wanneer het onderliggend goed duurder is dan de uitoefenprijs en voor een put-optie wanneer het goedkoper is. Als het niet rendabel is om de optie uit te oefenen, dan is ze “out of the money”. Ertussenin, als de optieprijs gelijk is aan de prijs van het goed, ligt “at the money”.
Meerdere opties
Opties kunnen gecombineerd worden om daarmee zeer specifieke financiële constructies qua rendement en risico te verkrijgen. Bijvoorbeeld, als iemand een aandeel bezit en hij verwacht dat het aandeel de komende tijd veel in waarde zal schommelen, hetzij omhoog of omlaag, dan kan hij zowel een put als een call optie kopen. Als het aandeel omlaag gaat, oefent hij de put optie uit, als het aandeel omhoog gaat, de call optie. Deze strategie (“straddle”) is een soort verzekering tegen schommelingen in de aandelenwaarde. Iemand anders, die dan weer stabiliteit verwacht, kan een straddle verkopen. Afhankelijk van de beursontwikkelingen zal een van de twee winst maken.
Het bepalen van de prijs
De prijs van een optie staat niet vast, maar fluctueert. Het bepalen ervan is moeilijker dan bij obligaties of leningen. Dit heeft er onder andere mee te maken dat de verkoper van de optie een verplichting heeft en de koper een mogelijkheid. Verder is de prijs afhankelijk van veel factoren, zoals de prijs en volatiliteit van het onderliggend goed, de uitoefenprijs en de tijd tot expiratiedatum. Optiewaardering is dermate complex dat Robert Merton en Myron Scholes in 1997 de Nobelprijs voor economie hebben gekregen voor het ontwikkelen van een model waarmee de prijs van een optie bepaald kon worden.
Hoger niveau
Al met al zijn opties bedoeld voor gevorderde beleggers. Die hoeven niet altijd geïnteresseerd te zijn in het onderliggend product, want een optie kan best gedurende zijn levensloop meerdere malen van eigenaar wisselen en uiteindelijk bij iemand terecht komen die het product wel interessant vindt of kan leveren. Het is ook mogelijk dat de schrijver zijn eigen optie terugkoopt op expiratiedatum en dus geen verplichting meer heeft. Om in opties te beleggen moet men al wel ervaring hebben. Door de combinaties met aandelen en de ingewikkelde prijsvorming is de winst of het verlies uit een optiepositie niet altijd evenredig met de inleg. Opties zijn daarom meer geschikt voor institutionele dan voor particuliere beleggers.
Bodie, Z., Kane, A., Marcus, A.J. (2009) Investments