Naar schatting vissen ruim 3.5 miljoen mensen in Nederland en België. Van deze vissers is ongeveer 80 procent recreant . Vooral bij mooi weer trekken deze vissers massaal naar de waterkant. Wat zijn de beste manieren om te hengelen en hoe zorg je dat je met succes wat vangt?
Vissen met de vaste hengel
Vissen met de vaste hengel is populair bij veel vissers. Meestal wordt hiervoor een zogenaamde telescoophengel gebruikt. Deze hengel kan je uitschuiven waardoor hij op de juiste lengte komt. Een hengel van een meter of 5 a 6 volstaat in de meeste gevallen. Wil je met een nog langere vaste hengel vissen dan kan je het beste een insteekhengel gebruiken. Deze bestaat uit losse delen die je in elkaar zet. Zorg er voor dat de vislijn die je gebruikt ongeveer net zo lang is als de hengel zelf. Met een te lange of een te korte lijn vis je minder makkelijk. De vissen die je prima met het vissen met de vaste hengel kan vangen zijn voorn, brasem, blei, alver en baars.
Vissen met de werphengel
Als je op wat meer afstand wilt vissen of je denkt dat er kans is op sterke vissen zoals karper, dan kan je het beste en werphengel gebruiken. Werphengels zijn er in alle soorten en maten. Kijk maar eens rond bij een hengelsportzaak. Voor een dagje recreatief vissen is de zogenaamde matchhengel een goede keuze. Deze bestaat uit 3 delen en heeft een lengte van ongeveer 3.90 meter. De hengel is lekker licht, wat prettig is aan de waterkant. Het voordeel van en dergelijke werphengel is dat je in combinatie met een werpmolen ver in kan gooien. Zo komen zeker op wat groter water de vissen binnen bereik. En als je er een grote vis aan hebt dan helpt de werpmolen je. Je kan de vis dan namelijk wat lijn geven als hij te hard aan de lijn trekt. Zo gaatje vislijn niet kapot en kan je proberen om de vis wat moe te maken om hem vervolgens binnen te halen. Door met de werphengel te vissen kan je in principe alle vissen vangen die je ook met de werphengel kan vangen. Je kan er voorn en brasem mee vangen, je kan er mee baars vissen, maar maak je ook kans om met succes een karper of een grote zeelt binnen te halen.
Belangrijke hengelspullen
Naast de vaste hengel of de werphengel, zal je de juiste lijn, haak en dobber moeten kiezen. Als je een dagje op van alles en nog wat wilt vissen, dan is een lijn met een dikte van 14/00 of 16/00 een prima keuze. Kies daarnaast een niet te grote haak. Met een haak in de maat 12 kan je van alles vangen. De haak is niet te groot zodat vissen de haak en het aas links laten liggen, maar ook niet te klein zodat je er ook wat grotere vissen mee kan vangen. De keuze voor de dobber hangt af van de omstandigheden. Op groot, diep water met wat stroming en bij veel wind kan je het beste een wat flinkere dobber kiezen. Op klein, ondiep en stilstaand water kan je eigenlijk niet licht genoeg vissen. Gebruik in dat soort gevallen een klein dobbertje. En om de vissen met succes binnen te halen en te onthaken zijn een schepnet (ook wel landingsnet genoemd) en een vistangetje om de vis te onthaken een must. Zo haal je de vissen makkelijk op de kant en onthaak je ze zonder problemen.
Aas en lokvoer voor een dagje vissen
Als je een dagje met plezier gaat vissen en kans wil maken op verschillende soorten vis dan kan je het beste met brood , maden of wormen gaan vissen. Een plat stukje brood, een bolletje brood of een pluimpje doen het erg goed bij voorns, brasems en blei. Met maden en wormen vang je deze vissen ook maar maak je ook nog kans op een vis als de baars. Gooi af en toe ook wat aas in het water rondom je dobber. Dit trekt de vissen aan. En om nog meer kans te maken op vis kan je ook van lokvoer gebruik maken. Er zijn verschillende goede lokvoertjes in de handel maar je kan ook zelf wat maken. Paneermeel of beschuitmeel werkt op zich prima. Met wat havermout of koekjesmeel erdoor wordt je lokvoer nog beter. Een klein beetje limonade erdoor kan ook helpen. Veel vissen houden wel zoetigheid. Probeer het maar eens. Het helpt je vast om vis te vangen.
