Hoogbegaafdheid, toch een probleem voor ouders, leeftijdgenootjes en leerkrachten? Zo'n twee tot drie procent van onze bevolking wordt als hoogbegaafd beschouwd. Door deze groep hoogbegaafden kan onze wereld snel veranderen, maar wat als je kind tot deze groep behoort? Een hoogbegaafd kind hebben is niet altijd een pretje en vereist enige basale kennis over hoogbegaafdheid om hier op een gepaste manier mee te leren omgaan. 

Kenmerken van hoogbegaafdheid

In groep een en twee heb je meestal al veel belangstelling voor cijfers en letters. Je leert jezelf vaak lezen en rekenen voor je naar groep drie gaat. Dit soms tot wanhoop van de leerkracht, die dan niet meer weet wat je tijdens de les moet doen. Je hebt als kind zin om dingen te ondernemen en onderzoeken. Als je daarvoor de kans krijgt, ben je in je element. Als het dingen zijn die je al kent of kunt, ga je je snel vervelen. Daardoor kun je gedragsproblemen krijgen. Je trekt je terug of je zoekt juist de grenzen op van wat mag. Je hebt vaak de leiding bij spelletjes, maar je leeftijdgenoten kunnen niet altijd met je meedenken. Je speelt graag met constructiemateriaal of je houdt van denkspelen als schaken, dammen, stratego en vaak computer-gebruik. Je bent geinteresseerd in bijzondere onderwerpen als dinosaurussen, sterrenkunde, farao's enz. Je kunt vroeg logisch denken en ingewikkelde redeneringen opzetten en volgen.

                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                

Je denkt al op jonge leeftijd diep na over levensvragen als: 

  • waar komen we vandaan,
  • waar gaan we naartoe,
  • wat is het doel van het leven.  

Erkenning van hoogbegaafdheid      

Als je ongeveer 8 jaar bent, is het mogelijk je intelligentie betrouwbaar te meten. Je fijne motoriek (hierop wordt een beroep gedaan bij de meeste intelligentietesten) is dan voldoende ontwikkeld. Ook ben je op die leeftijd zelfstandiger in je optreden en heeft je omgeving niet meer zo veel invloed. Je ziet dan beter hoe jouw eigen capaciteiten zijn. Een intelligentie-test is niet altijd nodig om hoogbegaafdheid te ontdekken. Aanwijzingen over je handelen en denken door je omgeving kunnen al voldoende zijn. Het is voor iedereen het prettigste als je hoogbegaafdheid zo vroeg mogelijk gesignaleerd wordt. Dan kunnen je school, je familie, vrienden en natuurlijk jijzelf het beste bekijken, hoe ze met je bijzondere aanleg om kunnen gaan.

De problematiek rondom de gedragingen van hoogbegaafde kinderen als druk gedrag, aggressief zijn, zich afsluiten van zijn/haar omgeving of het niet zoeken van oogcontact, kan het proces van erkenning voor een hoogbegaafde bemoeilijken. Deze kenmerken hebben diverse raakvlakken met onder meer ADHD, dyslexie en autisme. Extra voorzichtigheid bij hoogbegaafdheid testen is dus geboden!

Minder prettige kanten van hoogbegaafdheid zijn:

  • je bent heel alert en neemt goed waar, maar daardoor ben je soms ook (over) gevoelig.
  • je verveelt je snel als je in een groep zit die langzamer denkt en leert dan jij.
  • mensen begrijpen je gedachtensprongen en gevoel voor humor vaak niet, soms voel je je daardoor eenzaam en "anders" dan je klasgenoten.
  • je kunt problemen krijgen in het maken van contact met anderen, hierdoor word je "misschien" agressief of trek je je juist terug. Het kan zelfs zijn dat je slechter presteert dan je "gezien je capaciteiten" zou kunnen. Misschien doe je dat om erbij te horen of aan de druk tot topprestaties van je omgeving (of van jezelf) te ontkomen.
  • als je niet geleerd hebt "hoe" te leren, kun je moeite hebben met leerstof die om uit het hoofd leren vraagt, bijvoorbeeld woordjes bij vreemde talen.
  • begrijpend lezen gaat je soms niet goed af, omdat je teveel achter de vragen zoekt en moeite hebt met het terugzoeken van het antwoord in de tekst.
  • meerkeuzevragen brengen je aan het twijfelen, omdat je te diep doordenkt.
  • als je klasgenoten een andere oplossing en aanpak hebben, kun jij denken dat jij het niet goed doet, omdat je alles zo goed mogelijk wilt doen. Als het soms wel eens niet lukt, ben je misschien faalangstig.
  • sommige hoogbegaafde leerlingen trekken zich terug omdat ze vooral niet op willen vallen.
  • het kan zijn dat je moeite hebt met het maken van vrienden of dat je gepest wordt of steeds ruzie hebt.
  • als hoogbegaafde kun je ook dyslectisch zijn.

Herken je iets in het volgende? Als hoogbegaafde dyslecticus, ben je misschien al heel vroeg gaan praten en had je erg veel belangstelling voor letters en klanken. In groep drie leerde je vervolgens een eigen, verkeerde manier van klanken aan tekens koppelen. Je ging daardoor niet goed vooruit met lezen en spellen. Je niveau was rond het gemiddelde en daardoor viel je niet op bij de leerkracht. De verschijnselen van ADHD lijken wel eens op bepaalde gedragsproblemen die zich ook bij hoogbegaafdheid kunnen voordoen. Denk aan slechte aandacht , hoog activiteiten niveau en moeite met regels. Toch zijn  er ook verschillen. Een hoogbegaafde zal niet in alle situaties dit gedrag vertonen, een ADHD'er meestal wel. Het kan ook zijn dat je ADHD hebt en hoogbegaafd bent. Dan is de diagnose extra moeilijk vanwege de soms nauwelijks merkbare verschillen.

Het kan voorkomen dat je bent gaan onderpresteren of dat je vanwege onbegrip en weinig waardering gedragsproblemen (lessen verstoren, agressie, spijbelen, uitdagen, enz.) hebt gekregen. Je houding kan juist een roep om aandacht zijn. Onderzoek eens of je frustraties wat weggenomen kunnen worden door een open gesprek met iemand die je vertrouwt. Een gezamelijk opgesteld contract kan goed helpen. Hoogbegaafdheid heeft dus voor-en nadelen. Veel hoogbegaafden redden zich goed in het leven, maar soms is extra hulp nodig, zowel voor de leerling als voor de omgeving. En tot slot: Niet alle hoogbegaafden zijn hetzelfde. Er zijn wel een aantal gemeenschappelijke kenmerken, maar ieder mens heeft ook zijn eigen aard en karakter.

Ik heb zelf ervaring met mijn hoogbegaafde kleinkinderen en ik heb bij Google gekeken om als aanvulling te gebruiken.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in