Wouter hoort dat hij een nieuw pleegbroertje krijgt, maar het kan zijn dat de vakantie in Oostenrijk daardoor niet doorgaat.

Na de laatste schooldag ligt Wouter wat later in bed, als de voordeurbel gaat. Bliksemsnel sprint hij uit bed, waar hij boven aan de trap hoort dat zijn vader de buurman, die bij de politie werkt, binnenlaat. De kamerdeur sluit zich achter hen en Wouter kan niet horen wat de buurman komt doen, maar 's morgens bij het ontbijt krijgt hij het te horen.

De politie heeft de dag tevoren een jongen van zijn leeftijd opgepakt in een bos bij Oldenzaal. De jongen had alleen een overall aan, die later gestolen bleek. Ook wordt hij verdacht van diefstal van etenswaren bij verschillende boeren in de omgeving. Wouter heeft het zwijgend aangehoord en eet zijn boterham met pindakaas.

'Hij was behoorlijk vervuild, maar in het ziekenhuis hebben ze hem flink schoongeboend. Lichamelijk mankeert hij niets, maar omdat ze verder geen echt contact met hem konden krijgen denken ze dat hij iets heeft meegemaakt waarbij hij geheugenverlies heeft opgelopen.' vervolgt zijn vader, Jan Gerritsen, het verhaal.

'Heftig.' merkt Wouter op. 'Maar wat hebben wij daar mee te maken?' De buurman komt immers niet langs om alleen dat te vertellen, bedenkt hij.

Zijn vader strijkt een weerbarstige lok haar naar achteren en zegt ernstig: 'Je weet dat wij crisisopvang doen, Wouter. Dus ze hebben ons gevraagd om de jongen in huis te nemen tot ze weten wat er verder met hem moet.'

'Oh nee, krijgen we weer zo'n debiel in huis.' Wouter herinnert zich Mario, een Colombiaanse zwerfjongen, waar geen land mee te bezeilen was.

'Ach, misschien valt het wel mee,' mengt zijn moeder Ine zich in het gesprek.

Tegenslag

Zijn vader klapt intussen zijn lunchtrommel dicht. 'Er is nog één ding. Je moeder en ik hebben het er gisteravond uitgebreid over gehad, maar het zou kunnen dat we de vakantie in Oostenrijk weer af moeten zeggen.'

'Nee hè,' roept Wouter.

'Ja,' zegt zijn vader heel beslist. 'Wij willen nu eenmaal ons steentje bijdragen in deze maatschappij en dan moet je weleens beslissingen nemen die minder leuk zijn.'

'Dat kun je niet menen. We hebben ons er alledrie zo goed op voorbereid.' Zijn ouders en hij zouden gaan fietsen en op forellen vissen in Oostenrijk. De speciale hengels waren al aangeschaft en voor het fietsen hadden ze getraind in Limburg.

'Misschien kan het nog doorgaan. We weten immers nog niet hoe het gaat en of Simon, het enigste wat hij gezegd heeft is zijn naam, al snel ergens anders geplaatst kan worden. Maar anders gaat Oostenrijk niet door.' Zijn vader staat op en stopt zijn lunchpakket in het voorvak van zijn laptoptas. Hij is programmeur bij een bedrijf dat websites maakt. Meestal werkt hij op de zaak, maar hij werkt ook wel eens thuis. 'Ik ga. Mama regelt het verder. Tot vanavond.'

Verslagen zit Wouter zijn boterham met pindakaas te herkauwen. Vorig jaar ging het ook al niet door, omdat zijn moeder een ongeluk had gehad en een gecompliceerde beenbreuk had opgelopen. Ze heeft er nu nog steeds last van en kan haar werk als verpleegkundige niet meer doen. Toen heeft hij tenminste nog een tijdje gelogeerd bij zijn neefje op de boerderij. Dat was wel hartstikke leuk.

Zijn moeder legt haar hand op zijn arm. 'We moeten het even afwachten, Wouter. Misschien pakt het nog goed uit. Ik wou het logeerbed bij jou op de kamer zetten, dan blijft de logeerkamer vrij als computerkamer, als papa thuis wil werken.'

Wouter zucht. 'Ook dat nog.'


LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in