'Notre Dame'  is een fragment uit het reisboek "Reisschilderingen" van beeldend woordkunstenaar Connie Harkema. In verhaalvorm beschrijft zij  een aantal bekende plaatsen, zoals de Notre Dame gelegen op Ile de la Cité. "Reisschilderingen" is te bestellen via www.boekscout.nl.

De derde dag speelt zich voor een groot deel rond de Seine af. Het is de koudste dag tot nu toe en we dragen alle meegebrachte kleren over elkaar. Voor mij is het onbegrijpelijk dat de zwervers nog steeds zonder te bibberen op de koude trottoirstenen zitten. Het zijn er behoorlijk veel. Een vrouw met lang zwart sluik haar, haar blote voeten gestoken in bruine sandalen, komt naar me toe. Om haar lichaam heeft ze een gestreepte kleurige doek van linnen geknoopt met daarin een jongetje van een paar maanden. Ze houdt haar hand op. Een paar straten verder zit een man die volgens het bordje dat hij voor zijn borst heeft hangen, blind is, maar wanneer we langskomen, steekt hij – om aandacht te vragen – een stok naar voren waarover ik bijna struikel.
Op het even verder gelegen bootvormige eiland in de Seine, Ile de la Cité, ligt de Notre-Dame. Drie grote portalen met prachtig beeldhouwwerk, in het midden een roosvenster en een opengewerkte galerij. Volgens de reisinformatie zou paus Alexander III in 1163 de eerste steen hebben gelegd. Het is een gotisch meesterwerk, gebouwd op de grondvesten van een Romeinse tempel en is voltooid in 1330. Het kerkgebouw is 130 meter lang, heeft luchtbogen, een groot dwarsschip, een diep koor en torens van 69 meter hoog.
Wij laten de informatie voor wat zij is en lopen de kathedraal in. De pilaren en de ramen met de aparte lichtinval zijn overdonderend. De kaarsen branden en het orgel speelt bombastische en sombere muziek. Door het gangpad nadert een stoet in witte gewaden gehulde misdienaars, voorgegaan door een priester. Twee immens grote kaarsen torenen boven het groepje uit; ze worden gedragen door twee oudere misdienaars die aan weerszijden van de geestelijke lopen. De ambiance drukt als een steen op mijn maag.
Weer buiten doet het felle licht zeer aan mijn ogen. Arnold, een van mijn medereizigers, laat een paar grove boeren en spuugt op de grond. Niemand kijkt ervan op.
Nog vol ontzag voor de kathedraal tuur ik naar de Pont Neuf, die ondanks zijn naam de oudste brug van Parijs is.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in