Een tuinmens die steeds maar verhuisd! Is dat een vreemde vorm van masochisme of toch zinvol?Je moeizaam maar met plezier opgebouwde tuin verlaten is zeker niet prettig maar opnieuw beginnen kan wel leuk en leerzaam zijn. Een ander voor- of nadeel is, dat ik die verlaten tuinen nog eens kan bezoeken en bekijken wat er van geworden is. Verwoest of verkracht door de volgende eigenaar of verlaten en opnieuw ingenomen door de echte natuur.
Op donderdag was ik nog eens in mijn oude, nu verwilderde tuin in Schriek. Begeesterend, spannend en emotioneel vind ik het rondsnuffelen tussen de resten van planten die ik daar ooit gezaaid en geplant heb. Zien hoe ze hun eigen gang gaan, zich flink uitbreiden of overwoekerd worden door de echte natuur. Zuiderse monnikenpepers bijvoorbeeld, waarvan de bloeiende takken zich kronkelend door de open serredeur naar buiten wringen, Marokkaanse munt onvervalst geurend en woekerend tegen huizenhoge bamboes op, stevige Griekse alanten, aardperen, klitwortels en gele agrimonies die zich zonder problemen handhaven.
Natuurlijk zijn er ook veel tere ooit vertroetelde plantjes verdwenen, niet alles kan zich in dit geweld van groei staande houden. Gelukkig denk ik minder aan de planten die er niet meer zijn, dan aan de nog aanwezige kruiden. Uit mijn oog is wel een beetje uit mijn hart.
Ik kom hier vandaag nog wat oogsten voor de herboristen opleiding van vanavond in Haasrode en de cursus van de volgende dagen helemaal in Natoye. Vooral het plukken van de vitextakken vol zoet geurende zaden dompelt mij onder in een Oosterse sfeer van duizend en één nachten, niet verwonderlijk voor een zaadje dat hormonaal werkzaam is.
Gelukkig brengt het ploeterend oogsten van ondergrondse aardpeerknollen en alantwortels mij terug naar de aardse werkelijkheid. En een half uur later rijd ik weg met een auto vol van aardse en hemelse geuren, op weg naar de mensen.
Tuin en oude spoorweg bij Weelde
Op het omgewoelde terrein bij de oude spoorweg van Weelde ontkiemen massaal teunisbloemen, slangenkruiden, wouw en andere tweejarige rosetplanten. De klassieke akkeronkruiden zijn natuurlijk ook van de partij, vooral de klaproos is al aan zijn spectaculaire bloei begonnen. Als derde plantengemeenschap zijn het vooral de heksenkruiden zoals doornappel en bilzekruid die hun magische geuren verspreiden. Voor een herborist is dit bijna van het goede te veel. Wat een overvloed aan betekenis, wat een symbolische en historische waarde op enkele vierkante meters!
- Teunisbloem, een gastarbeider van de zoveelste generatie, waarvan de zaden meegeholpen hebben om genetische codes te ontcijferen.
- Wouw of Reseda luteola, een historisch kleurstof die vroeger onze kleding geel verfde.
- Klaproos, een begeleider van menselijke activiteiten van landbouw tot slagveld.
- Doornappel, een dodelijk stekelige appel die in een zeer ver verleden de primitieve hersenen van de homo erectus door mekaar heeft geschud, waardoor we nu een beetje homo sapiens, denkende (of verdorven?) mens zijn geworden.
- Grijskruid of molenkruid, de eenjarige plant die met trein en tarwe mee reisde om zich hier te vestigen.
Zo vertelt de vervallen spoorweg van Weelde zijn eigen geschiedenis! Een tuin in Weelde vertelt mijn geschiedenis!
- De dertig jaar oude jeneverbes als jong plantje gekregen van mijn nu overleden vriend Fons. Moet en kan ik deze Fons-jeneverbes verplanten zonder dat ook hij dood gaat?
- Een even oude heggerank, ooit in een Hoegaardse holle weg uit de leem getrokken, geplant in ons armoedig Turnhouts zand en nu 30 jaar later tover ik een dertig centimeter brede bietachtige wortel uit de grond. Eén centimeter geschiedenis per jaar.
- Een witte en zwarte moerbei, die hun takken tot aan de top van het dak uitstrekken. En in de schaduw van al deze bomen en struiken groeien en bloeien enkel vierkante meters daslook. Nu een massa geurend groen dat ooit als één bolletje in deze tuin werd gebracht. Zal ik terug met één bolletje verder gaan?
Elke plant een stuk van mijn leven. Elke geur een herinnering voor eeuwig. Verdriet en vreugde tezelfdertijd!