Er is voor minderheden in welke samenleving ook altijd veel te vechten als het om hun akseptatie gaat. Hier volgt een kleine geschiedenis die daarmee te maken heeft. Het is dan wel verzonnen, maar de kern is stilzwijgend waar: je moet vechten voor je rechten. 

Kom, denkt kabouter Pollewop, ik ga eens stappen en hij trekt zijn pollewopse schoenen aan. Vol goede moed stapt hij door de straten van kabouterstad. Na verloop van tijd wordt hij moe en zoekt een rustplaats.
"Wat is dat nu? Ik zie helemaal geen paddenstoelen waar moet ik nu op zitten? Een stad zonder stoelen dat gaat niet!"
Hij pakt zijn pennetje en een papier en schrijft vastberaden aan het stadsbestuur:

 

"Geacht stadsbestuur van Pollewopstad,

Sinds enige tijd woon ik in kabouterstad maar ik merk dat men vergeten heeft hier en daar een paddenstoel neer te zetten zodat mijn kabouterbeentjes af en toe kunnen rusten. Dat lijkt mij toch wel normaal. U moet weten, ik ben maar klein en kan niet zo lang lopen. Daarom wil ik u verzoeken om bij uw volgende begroting aan de planning van een paddenstoel voor kleine bewoners te denken. Ik wil hierbij benadrukken dat het echt niet om een luxe gaat. Iedereen heeft recht op rustplek."

De ontvangst van het protest

Op de volgende vergadering leest de voorzitter van het Stadsbestuur de brief van kabouter Pollewop voor. De bestuursleden fronsen hun wenkbrauwen. Paddenstoelen in de stad? 
"Tja, heren", zegt de voorzitter, "daar hebben wij een serieus probleem. Paddenstoelen zijn niet goedkoop, misschien kunnen wij wat anders verzinnen. Want, het is toch onze taak om de bewoners tevreden te stellen anders verliezen wij hun stem. En, niets doen zou in strijd zijn met onze recreatiewet. Daar staat immers in dat er voldoende rustplekken aanwezig moeten zijn."
Er wordt gezamenlijk nagedacht over een vervanging van de paddenstoel.
"Zou het een idee zijn om hier en daar wat mos neer te leggen? Dat is nog betaalbaar," zo oppert één van de leden.
De aanwezigen knikken vol instemming. Een wijs idee, daar is men het over eens. Het mos wordt besteld, want dat kan men  nog wel op de Grote Dienst verhalen. Daar is nog geld genoeg. Het mos kan al gauw geplaatst worden en krijgt een feestelijke inwijding.

Toch nog waardering

"En, kabouter Pollewop, ben je nu tevreden? Wij hebben aan je verzoek voldaan en rustplaatsen gemaakt."
Kabouter Pollewop is verbolgen. Mos? Dat is niet eerlijk. Wat denken jullie wel wie ik ben? Hij springt driftig op en neer en besluit direct de Pollewopse Antidiscriminatie Partij (PAP) op te richten. Daar heeft het Stadsbestuur niet van terug. Met deze daadkracht weet hij het stadsbestuur te overtuigen.
"Deze kabouter laat zich niet onderkrijgen, hij heeft een sterke wil. Ik geloof dat wij hem in ons bestuur moeten opnemen, want iemand met doorzettingsvermogen kunnen wij wel gebruiken. En, hij kan recreatieve zaken vast goed beheren."

Eind goed al goed

Zo krijgt de wandeling van kabouter Pollewop een bijzondere wending. Hij wordt van klein tot groots en neemt trots plaats in het Stadsbestuur. Fier zit hij op zijn moskussen en denkt: "Wat zou het ook dat mos, als je maar meetelt."
 

 

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in