Dit is een vervolg op het eerste artikel waarin een aantal oorzaken voor het succes van het christendom worden beschreven. Er wordt in dit artikel ingegaan op de christenvervolgingen, de andere toon die de christelijke schrijvers gebruikten om hun gedachtengoed ingang te doen vinden bij het grote publiek, alsmede de losse organisatie. Alle drie genoemde elementen droegen bij aan het succes van het christendom..
http://www.historyathome.nl
Het vervolgen van de christenen
De houding van de Romeinse staat tot het christendom was er één van nauwelijks gedogen, tot keiharde repressie en vervolging. De christenen waren gehoorzaam aan de staat, maar op basis van de exclusiviteit van hun geloof konden ze de keizer niet als god erkennen. Dit maakte de christenen verdacht. Daarnaast kwamen ze in het geheim bijeen wat de overheid wantrouwend maakte. Ook waren nogal wat christenen fundamenteel tegen geweld en ze weigerden daarom dienst te nemen in het Romeinse leger. Hierdoor hadden de christenen zwaar te lijden onder vervolgingen. Voortdurend echter hielden de vervolgingen plotseling op. De komst van steeds nieuwe keizers,met telkens weer een ander beleid, hield hiermee verband. Dit had een vreemd gevolg. Het christendom werd hierdoor nooit volledig vernietigd, maar er waren wel veel martelaren die als groot voorbeeld voor anderen dienden. De vervolgingen hadden ook nog een ander onbedoeld bijproduct. De periode van vervolgingen zorgde voor veel vluchtende christenen. Hierdoor werd het geloof door het gehele Romeinse rijk verspreid.
Hardvochtige christelijke schrijvers
Vanaf ongeveer 350 bestonden de oude heidense godsdiensten en het christendom naast elkaar. De heidense godsdiensten werden echter als behoorlijk saai en levenloos ondervonden. Dit gold niet voor de christenen. Hun vurige taal was allerminst saai en die taal werd ook gebruikt in hun geschriften. De vooraanstaande schrijvers van het christendom waren in vergelijking met de heidense schrijvers, hoe geleerd ook, vooral inspirerende schrijvers. Zij waren fanatiek en hardvochtig, maar bovenal vol leven en levensvisie. De leiders van het christendom stonden voor een immense opgave. Zij moesten immers het nieuwe geloof ook aantrekkelijk maken voor de intellectuelen. Het probleem was om een in essentie Semitische religie aantrekkelijk te maken voor mensen die in een Grieks – Romeinse cultuur waren opgegroeid. De Semitische cultuur van die dagen was een nomadische cultuur waar het hoeden van schapen één van de belangrijkste bronnen van inkomen was. Het is voor te stellen dat de godsdienst van dit eenvoudige volk niet bepaald paste bij de gecompliceerde en verfijnde Grieks – Romeinse cultuur en dus op veel punten aanpassing behoefde. Een aantal belangrijke christelijke schrijvers is hierin geslaagd. Zij worden de kerkvaders genoemd, Het optreden van de kerkvaders heeft ertoe geleid dat het christendom niet vijandig is blijven staan tegen antieke culturen, maar dat het hierin assimileerde. Het idee dat indien iets ketters was, het toch bestudeerd moest worden, vond ingang bij de christenen. De christenen waren van mening dat men zijn tegenstander moest leren kennen.
De organisatie van het christendom
Het christendom werd verspreid door de discipelen. Als een apostel stierf werd er een raad van ouden gekozen die de apostel nog gekend hadden. Deze raad noemt men de ouderlingen. Naast de ouderlingen bestonden er ook diakenen, die waren verantwoordelijk voor de armenzorg. Vooral vanaf de derde eeuw ging men over tot het kiezen van bisschoppen. Zij waren de leiders van de gemeenten. Deze bisschoppen worden beschouwd als de directe opvolgers van de apostelen. De naam bisschop is afkomstig van het Griekse woord episkopos, wat opzichter betekent.
Lokale bisschoppen
Lokale bisschoppen kwamen bij elkaar voor het bespreken van de zuiver christelijke leer. Het was niet zo dat er al vanaf het begin sprake was van een hiërarchie. De bisschop richtte zich in eerste instantie puur op geloofszaken. Pas later zou hij zich gaan richten op het kerkelijk bestuur. In principe waren alle bisschoppen gelijk en bestond er geen paus. Wel bestonden er de zogenaamde patriarchen, dat waren de bisschoppen van een groter gebied zoals de provincie. Dit werden later de aartsbisschoppen. We spreken dan bijvoorbeeld over de aartsbisschop van Constantinopel, Jeruzalem, Alexandrië, Antiochië en Rome. Deze hadden een soort heilig aureool en waren daardoor belangrijker dan andere bisschoppen. De bisdommen binnen het Romeinse rijk vielen meestal samen met de reeds bestaande Romeinse bestuurlijke centra. Doordat bijvoorbeeld Constantinopel de hoofdstad van het Oost-Romeinse rijk werd, groeide de bisschop van Constantinopel uit tot een soort super – bisschop (patriarch). Al snel ontstonden er discussies tussen de belangrijke bisschoppen. Het ontbreken van een eenhoofdige leiding had nogal wat consequenties voor de bijbeluitleg. Hierdoor ontstonden er variaties in denkrichtingen, aangevoerd door de leidende personen.
Autoriteit tegen ketterijen
Wie trad er op tegen ketterijen en wie had de autoriteit om vast te stellen wat ketterij was? In eerste instantie was dat de keizer. Hij nam het initiatief om het eerste concilie bijeen te roepen (Nicea 325), waar het arianisme veroordeeld werd. Blijkbaar was dus een bijeenkomst van alle bisschoppen de hoogste autoriteit in de kerk. De macht over alle zaken berustte bij de vergadering. Dit algemeen concilie wist, de in de loop der tijd ontstane macht van de keizer over kerkelijke zaken, te verminderen. De gebrekkige organisatie was in eerestre instantie een voorddel omdat er daardoor in het huis van de heer vele kamers waqren. In die zin was het dus evenals de vervolgingen een van de oorzaken voor het succesvol zijn van het christendom.