In een ander artikel heb ik gesteld dat het enige dat mensen eigenlijk hebben tijd is. Wat we ook denken allemaal te hebben, we hebben het alleen maar dankzij het feit dat we tijd hebben. Blijkbaar is tijd iets noodzakelijks of het nu een constructie is die we meten of een werkelijk bestaand iets zoals massa, lengte, oppervlak en inhoud. Het vreemde is echter dat we tijd zien als iets waar alleen wij eigenaar van zijn.
De mooiste tijd van mijn leven
Als we dit zinnetje gebruiken dan geven we daarmee aan dat we een ervaring hebben die in positieve zin buitensporig afwijkend is van wat we gewend zijn. We geven het vaak ook als antwoord op de vraag van anderen hoe we iets vinden. Zo kan een vakantie in Spanje voor ons gevoel ‘de mooiste tijd van ons leven’ zijn. Waarbij alles ons meezit, van het weer tot het plezier dat we beleven en hoe we ons de hele tijd voelen.
Uit dit zinnetje blijkt echter ook hoe belangrijk tijd eigenlijk voor ons is. Want we gebruiken het begrip tijd om aan te geven hoeveel plezier iets ons bezorgt en hoe goed we ons voelen. Wat betekent dat we ook hadden kunnen zeggen:
“Ik heb ontzettend veel plezier gehad!”
Of:
“Dit is een ervaring die buitengewoon fijn is geweest!”
Of:
“Ik heb ontzettend veel lol gehad!”
Maar in plaats daarvan zeggen:
“Ik heb de mooiste tijd van mijn leven gehad!”
Alsof we de rest van ons leven geen mooie tijd hebben. Maar misschien is dat ook wel zo. Want hoe gaan we de rest van de tijd, dus als we niet ‘de mooiste tijd van ons leven’ hebben, om met onze tijd.
Tijd en leven
Als we eerlijk kijken naar hoe we met tijd omgaan, dan zouden we iets vreemds zien. We zouden zien dat we onze eigen tijd verschrikkelijk belangrijk vinden, waardoor we vinden dat we het recht hebben om te bepalen wat wij met onze tijd doen. Terwijl we vinden dat anderen dat recht niet hebben. Met als gevolg dat we de tijd van anderen ondergeschikt maken aan onze tijd. Dus als wij een vraag hebben aan anderen, dan moeten ze direct antwoorden. Hebben anderen een vraag aan ons, dan willen we alle tijd nemen om die vraag te beantwoorden. Hebben wij de hulp van anderen nodig, dan moeten ze ons meteen helpen. Hebben anderen onze hulp nodig, dan moeten ze dat eerst vragen en ons de tijd geven om te bepalen wanneer wij hun willen helpen.
Het meest simpele voorbeeld is misschien wel de wachtrij in de supermarkt. Zolang we in de rij staan hebben we geen geduld. Maar zodra we afgerekend hebben, hebben we alle tijd van de wereld om onze spullen in te pakken en te betalen. Ook als dat betekent dat de mensen achter ons moeten wachten, voordat ze bij hun spullen kunnen. Vandaar natuurlijk dat het kassasysteem in de meeste supermarkten is uitgerust met lopende banden en een scheidingsplank, zodat de boodschappen van twee klanten na het afrekenen gescheiden van elkaar op de band kunnen staan.
Onze tijd
Onze eigen tijd is dus blijkbaar heel belangrijk en het beslag, dat wij in onze tijd op de tijd van andere mensen doen, bepaalt dat we de tijd van anderen ondergeschikt vinden aan onze tijd. Want hun tijd mag ons niet hinderen bij het gebruiken van onze tijd. Vandaar ons ongeduld ten opzichte van de bediening in horeca gelegenheden. Of ons ongeduld bij het wachten in het openbaar vervoer of bij de kassa in een winkel. Waarbij we met ons ongeduldige gedrag duidelijk maken dat de tijd van de anderen ondergeschikt is aan onze tijd. Iets wat natuurlijk niet kan, omdat tijd geen waarde heeft. Je zou tijd zelfs waardeloos kunnen noemen, zoals een hamer die niet gebruikt wordt waardeloos is.
Maar dat betekent dus ook dat als mijn tijd waarde heeft, omdat ik het gebruik, dan heeft de tijd van anderen ook waarde want ook zij hebben hun tijd in gebruik. Je kunt tenslotte niets anders met tijd dan het gebruiken. En niemand anders dan de gebruiker van de tijd kan bepalen wat de waarde van die gebruikte tijd is. Net zoals ik een tekstverwerker waardeloos vind zolang ik er niets mee doen en het pas waardeer als ik er teksten mee schrijf.
Maar waar we nog wel waardering hebben voor ongebruikte tekstverwerkers omdat we er teksten mee zouden kunnen schrijven, daar hebben we een probleem met het waarderen van de tijd van anderen. Het lijkt wel alsof we de waarde van de tijd van anderen laten bepalen door twee zaken.
Tijd waarderen
De eerste waardering die we toekennen aan de tijd van anderen hangt samen met hoe we onze eigen tijd op het moment van waarderen benaderen. Als wij onze eigen tijd belangrijk vinden, dan vinden we de tijd van anderen ook belangrijk. Dus als we samen aan een project werken en ik vind de tijd die ik aan dat project besteed waardevol, dan vind ik de tijd die de ander aan het project besteedt ook waardevol. De waardering voor onze tijd dient dan als basis voor de waardering van de tijd van de ander. We zijn zelfs verbaasd en soms een beetje boos als de ander laat blijken het project niet waardevol te vinden. Waarna we vinden dat de ander dan maar moet stoppen met het project. Het kan zelfs een reden zijn om in de toekomst niet met de ander samen te werken aan een nieuw project.
Betalen
Een tweede waardering die we toekennen aan de tijd van anderen, wordt bepaald door hoeveel we betalen voor die tijd. Zo vinden we de tijd van een chirurg waardevoller dan de tijd van een schoonmaker. Ook al doet een schoonmaker belangrijker werk voor een hele groep. Terwijl een chirurg alleen maar belangrijk is voor onszelf en onze directe omgeving. Zo vinden we de tijd van verkopers ook weer minder belangrijk dan de tijd van een directeur. Simpelweg omdat de ene minder betaald krijgt voor zijn tijd dan de ander. Deze voorbeelden laten zien dat we de factor geld gebruiken om te bepalen hoe we de tijd van anderen waarderen. Terwijl de tijd voor alle partijen gelijk is. Het is niet zo dat de schoonmaker en verkoper meer tijd in een dag hebben dan de directeur en chirurg. Het is eerder andersom blijkt steeds weer uit medisch onderzoek. Mensen in lage sociaal economische klassen hebben minder levenstijd dan mensen in hoge sociaal economische klassen. Als het economische principe van "schaarste bepaalt de prijs" echt zou gelden voor de levenstijd van mensen, dan zou de tijd van schoonmakers en verkopers duurder moeten zijn dan die van directeuren en chirurgen. Maar ja, we berekenen de kostprijs voor de tijd van groepen niet op basis van persoonlijke levens, maar op basis van het aantal leden van de groep directeuren of chirurgen of verkopers of schoonmakers.
Conclusie
Hoewel we voortdurend laten merken dat we tijd belangrijk vinden, bijvoorbeeld in de de uitspraak:
“Het was de mooiste tijd van mijn leven.”
Gedragen we ons niet alsof tijd belangrijk is. In plaats daarvan laten we zien dat we alleen onze eigen tijd belangrijk vinden. Waarbij we aan de hand van twee maten bepalen hoe belangrijk we onze tijd en die van anderen vinden. De ene maat is:
Hoe belangrijk vinden wij onze eigen tijd?
De andere maat is:
Hoeveel wordt er betaald voor de tijd van de ander?
Daarbij is de eerste maat het belangrijkste. Kijk maar naar hoe we omgaan met anderen als we iets doen wat we leuk vinden, waardoor we de tijd die we gebruiken belangrijk vinden. Dan maakt het ons niet uit hoeveel we moeten betalen voor de tijd van de ander.