De Parson Russell Terriër: het verschil tussen de Parson Russell en de Jack Russell zit voornamelijk in de schofthoogte. Bij de Parson is dit 30,5 tot 35 centimeter, terwijl deze bij de Jack Russell tussen de 20,5 en de 30,5 centimeter ligt. De Parson staat hoger op de pootjes. De Parson Russell Terriër loopt mee in de meute, de kortbenige Jack Russell kan voorop een paard gezet worden of worden gedragen in een zadeltas.
De Parson Russell Terriër
Parson (Parson betekent dominee) John Russell, bijgenaamd Jack(1795-1883) kocht tijdens zijn studie in Oxford in 1819 zijn eerste hond. Met dit teefje werd de basis gelegd voor onze Parsons. “Ze heette Trump en werd de stammoeder van de beroemde lijn Jack Russells terriërs die in binnen-en buitenland naam maakten”.
Na zijn studie en bij aanvaarding van zijn kerkelijke functie keerde Jack Russell terug naar zijn geboortestreek Devon, waar hij een lijn werkende terriërs fokte uit draadharige, bij voorkeur witte foxterriërs. Toen hij stierf had hij een lijn ruwharige foxterriërs ontwikkeld die zo'n eigen type hadden dat er in feite sprake was van een apart ras.
Jack Russell stelde duidelijke eisen aan zijn honden: ze moesten mee kunnen lopen in de meute en ze moesten het wild aanblaffen en uit de holen jagen zonder te doden. Ze moesten de moed hebben om de vos in zijn hol op te zoeken, aan te blaffen, lastig te vallen en op te jagen. De vacht van de hondjes moest bestand zijn tegen de strenge winters in Devon. De honden moesten voornamelijk wit zijn, met aftekeningen op de kop en de staartaanzet. Een reden kan zijn dat een witte terriër niet gauw voor een vos wordt aangezien.
Eind 19e eeuw werden de honden ook als showhond ontdekt. John Russell en andere liefhebbers van de werkende terriër bleven fokken op werklust en karakter.
De Parson Russell Terriër werd in 1990 erkend als ras.
Omdat het ras vooral op werklust, gezondheid en karakter gefokt is zijn er niet veel karakterfouten en gezondheidsproblemen.
Als je kiest voor een Parson moet je je een aantal dingen realiseren: ondanks het vertederende uiterlijk is een Parson een moedig, intelligent maar vooral ook eigenzinnig hondje. De Parson Russell Terriër is een grote hond in een kleine verpakking.
Rasstandaard
- Algemeen: een echte werkhond, actief en lenig, gebouwd op snelheid en uithoudingsvermogen.
- Karakter: onverschrokken en vriendelijk, niet nerveus en niet agressief. Energiek en intelligent. Uitermate waaks.
- Hoofd: vlakke, matig brede schedel. Een kleine stompe zwarte neus. De mond heeft sterke kaken en een scharend gebit (boventanden moeten over de ondertanden vallen)
- Ogen: diepliggend en donkerbruin. Amandelvormig met een alerte uitdrukking.
- Oren: klein, V-vormig, naar voren vallend. De oren vallen dicht tegen de kop om de gehoorgang bij het ondergronds werken tegen vuil te beschermen.
- Lichaam: sterke, rechte rug. Licht gewelfde lendenen. Smalle borstkas die omspannen kan worden door handen van gemiddelde grootte. De lengte staat in verhouding tot de hoogte. De achterhand moet sterk en gespierd zijn, met goed gebogen knieën.
- Voeten: compact met stevige zolen. Een gesloten kattevoet.
- Staart: sterk, recht, hoog aangezet. De staart mag niet over de rug worden gedragen. Voordat het couperen verboden werd, was het de gewoonte de staart in te korten tot een soort handvat. Indien nodig kon de hond aan dit `handvat` uit een vossenhol getrokken worden.
- Gangwerk: atletisch en veerkrachtig, goed gecoördineerd. Van verre kun je een Parson herkennen aan zijn “dansende” gang.
- Vacht: de vacht is van nature stug en dicht, we kennen drie vachttypen, gladharig, ruwharig en brokencoated. (Brokencoated is een gladde dichte ondervacht en een bovenvacht van langer stug haar. De bovenvacht is tweemaal per jaar makkelijk te plukken).
- Kleur: overwegend wit met bruine en/of zwarte aftekeningen. De aftekeningen zitten bij voorkeur op het hoofd en bij de staartaanzet.
- Grootte: ideale schouderhoogte reuen 35 cm. Schouderhoogte teven 33 cm.
De Parson Jack Russell Terriër is ontstaan uit het oudere type foxterriër. De Parson is in onveranderde vorm behouden gebleven, er zijn wel een aantal andere terriërrassen uit ontstaan, waarvan de kortbenige Jack Russell Terriër de bekendste is.
De Parson staat dicht bij het oorspronkelijke type, hij heeft veel beweging nodig en is intelligent, als eigenaar zul je bij de les moeten blijven. Hij is snel en verzint de ene stunt na de andere.
De Parson Russell Terriër is een kleine hond qua formaat, het ego van de Parson is allesbehalve klein.
Handboek voor de Parson Jack Russell Terriër van Jean en Frank Jackson