De term aromatherapie wordt de laatste tijd te pas en te onpas gebruikt. Vooral het wellness wereldje maakt nogal graag modieus gebruik van deze term. Aromatherapie is echter, zoals de term therapie al zegt, een methode om zieken met geurstoffen (aroma's) uit planten te behandelen en vraagt dan ook een serieuze begeleiding. Wat geschiedenis over deze aromatherapie!

""De term 'aromatherapie' werd voor het eerst gebruikt door de Franse apotheker René-Maurice Gattefossé in 1928, maar het gebruik van aromatische planten voor gezondheidsdoeleinden is duizenden jaren oud. De Aboriginals in Australië waren grote gebruikers van de verschillende soorten Melaleuca soorten zoals niaouli, tea tree of cajeput, deze etherische oliën zijn nu opnieuw van belang in de moderne aromatherapie. 

In India beschouwt men essentiële oliën of de geurstoffen uit planten als 'prana' (levensadem) en ze worden in de ayurvedische geneeskunde al eeuwenlang gebruikt omwille van hun medische werking. De oude Egyptenaren wisten bijzonder veel over etherische oliën, die ze onder meer gebruikten voor het bal­semen van hun doden, voor lichaamsverzorging en als basisingre­diënt voor hun parfums. De Egyptenaren gaven deze kennis door aan de Grieken, die ze op hun beurt doorgaven aan de Romeinen, die in hun bekende badcultuur royaal gebruik maakten van geurstoffen.

Het waren echter de Arabieren die aan de basis lagen van hun gebruik. De vermaarde Arabische arts Avicenna ontwikkelde rond het jaar 1000 een distilleerkolf voor de winning van etherische oliën. Zijn distillatiemethode wordt tot van­daag de dag nog gebruikt. In Europa werd Frankrijk het centrum bij uitstek van de industriële winning door stoomdistillatie. Dankzij René-Maurice Gattefossé, die de antibacteriële werking van essen­tiële oliën ontdekte en jarenlang bestudeerde, werd het gebruik van essentiële oliën populair. In 1975 introduceerde de scheikundige en aromatoloog Pierre Franchomme het begrip 'chemotype', dit is het 'chemische ras' van de plantensoort. De kennis van het chemotype zorgde voor een verfijning van de aromathe­rapie, waardoor betere resultaten konden worden bereikt. Stilaan maar zeker erkent de wetenschap nu de vele ook geneeskrachtige toepassingsmogelijkheden van de geurstoffen uit planten.

Geur in de plant

De etherische oliën worden gedistilleerd uit het deel van de plant waarin ze het meest geconcentreerd zijn. Soms is dit uit de bloemen of bloeitoppen (zoals bij rozen) soms uit de vrucht of in de schil (zoals bij sinaasappel), maar ook uit de zaden, bladeren (bij eucalyptus), het hout (bijvoorbeeld bij ceder), de schors (bij kaneel), de naalden (bij den) of de wortels (bij engelwortel). Altijd is er veel tot zeer veel plantenmateriaal nodig is om etherische olie van goede kwaliteit te verkrijgen, en dit verklaart ook waarom etherische olie meestal nogal duur is. Zo heeft men bijvoorbeeld vierduizend kilogram rozenblaadjes nodig (het equivalent van één hectare rozenteelt!) om één liter essentiële olie te verkrijgen. Voor een liter essentiële olie van Lavendula officinalis zijn 150 kilo bloei­toppen nodig. 

Enkele praktische richtlijnen

  • "" Alleen 100 % zuivere en natuur­lijke essentiële oliën hebben een therapeutisch effect. 
  • Gebruik best niet meer dan drie tot maximaal zes verschillende etherische oliën tegelijkertijd. Je neus geraakt snel verzadigd bij blootstelling aan een veel­heid van geuren. Persoonlijk geef ik de voorkeur aan het gebruik van één etherische olie, zo leer je ook de geuren kennen.
  • Bewaar etherische oliën altijd op een koele, droge en donkere plaats. De hoge vochtigheidsgraad van een badkamer is niet geschikt.
  • Etherische oliën zijn verschillend van kleur en dikte: sommige soorten zijn bijna zo dun als water (bvb pepermunt, rozemarijn), andere zijn zo dik als stroop (bvb mirre, patchouli). Sommige oliën zijn kleurloos, andere hebben een kleur die varieert van geel tot groen. Oudere oliën worden meestal geler en kunnen van geur veranderen.
  • Bij het mengen van etherische oliën met een basisolie kan de oplossing variëren van 1 tot 5 %, afhanke­lijk van de olie en het therapeutisch gebruik. Een verhouding van 2 % is bij de meeste oliën gebruike­lijk, dit wil zeggen 20 druppels etherische olie op een flesje van 50 ml basisolie.
  • Sommige etherische oliën hebben een fotosensibiliserende werking (bergamot, citroen, mandarijn). Ze maken je overgevoelig voor zonlicht en kunnen dus huidirritatie veroorzaken. Gebruik je deze oliën, wees dan voor­zichtig als je je blootstelt aan de zon.
  • Om allergische reacties te voorko­men, is het aangeraden om voor elk gebruik een test te doen en een kleine druppeltje aan te brengen op de bin­nenkant van je elleboog.

Meer informatie vind je op mijn website www.sites.google.com/sites/kruidwis
Gattefossé. Aromathérapie. Historisch 1937 
Franchomme&Pénoël. L'Aromathérapie exactement

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in