Psychotherapie met een manisch depressief persoon is geen eenvoudige zaak. Pijnpunten zijn de (blijvende) motivering tot behandeling en de differentiaaldiagnostiek. Ook het inzichtelijk werken met deze patiënten is een moeilijke  taak.

Bipolaire stoornis: beginmotivatie

De moeilijkste fase begint eigenlijk nog voor de start van de psychotherapie: hoe een manisch depressief persoon in het kabinet te krijgen. In veel gevallen neemt een manisch depressief patiënt tijdens de depressieve fase het besluit om een psycholoog te raadplegen. De dag van de afspraak geraakt deze echter het bed niet uit, of ervaart hij een manisch gevoel dat elk lijden ver weg duwt. Meestal is behoorlijk veel druk nodig van de familie of eventueel van de huisarts om iemand met manisch depressief symptomen tot een eerste afspraak te bewegen. 

Manisch depressief: symptomen

De symptomen verschillen heel sterk van persoon tot persoon. Sommigen ervaren nauwelijks depressieve gevoelens, anderen maken nooit manische episodes mee. Ook de lengte, intensiteit en frequentie verschillen sterk bij elkeen, en evolueren vaak binnnen één patiënt. Het is dan ook belangrijk om een zeer nauwkeurige symptoomanalyse te verichtenen en de ziektegeschiedenis zorgvuldig te bevragen. Het raadplegen van een psychiater is vaak een noodzaak om de mogelijkheid van het toedienen van psychofarmaca te overwegen. 

Manisch depressieve psychose

Zeker in het geval van een psychose is dit nodig. Medicatie kan hier vaak een grote hulp zijn. Naast eventueel korte opnames in een ziekenhuis en thuisbegeleiding door een gespecialiseerde instantie. Het kan vermijden dat de patiënt afglijdt in een chronische depressie.

Manisch depressief: behandeling 

Medicamenteuse ondersteuning levert een belangrijke bijdrage aan de behandeling. Maar er is meer dan dit. De actieve, steungevende en initiërende houding van de psychotherapeut tijdens een depressieve episode is een belangrijke hulp. Want vaak ontbeert de patiënt in die fase kracht en geloof in de eigen mogelijkheden. Het nadruk leggen op de realteit, het structureren en ook afremmen is dan weer een taak van de psycholoog tijdens een manische fase.

Bipolaire stoornis en inzicht

De vrije associatie is een instrument dat men voorzichtig en met mate kan stimuleren tijdens de psychotherapie van een stemmingsstoornis. Dit geldt in het bijzonder voor de manisch depressieve psychose, waar inzicht vaak destuctieve declecherende effecten kan hebben. Vooral tijdens een manische fase kunnen patiënten zich 'vergalloperen' bij hun introspectie. Ze botsen dan op inhouden die pas achteraf  bedreigend blijken voor hun psyche. Hier is het de taak van de psychotherapeut om actief grenzen te stellen.

Manische depressie: inzicht en steun combineren

Binnen nauwkeurig afgebakende grenzen kan men de patiënt helpen om toch een zeker niveau van inzicht te verkrijgen. Dit inzicht bestaat er  vooral in de stemmingswisselingen beter te begrijpen en te beseffen. Het verband tussen cognities, emoties en de realiteit is daarbij het centrale punt om te focussen. Het leren voorspellen van een stemmingswissel kan op zich al veel psychologische problemen voorkomen. Tevens zorgt het ervoor dat een patiënt actiever wordt bij een depressie en meer controle verwerft in een toestand van manie.  

Bipolaire stoornis en interne dialoog

De psychotherapeut leert de patiënt dus om een interne dialoog te voeren. 
Dit inzicht zal beide fases niet doen verdwijnen. Maar in combinatie  met  gepaste medicatie kan het wel zorgen voor een herwonnen vrijheid. 


LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in