Statige bomen zoals de paardenkastanje zijn niet alleen mooi in  parken en oprijlanen van kastelen maar ook nuttig als medicijn. De wilde kastanje wordt dan ook in de professionele fytotherapie gebruikt bij spataderen en andere veneuze problemen.

De Balkanlanden en Klein-Azië zijn de gebieden van oorsprong van de paardenkastanje. Deze statige boom werd rond 1600 in West-Europa geïntroduceerd. Nu zien we hem overal langs lanen en in parken. Sommige van deze oer­sterke bomen zijn al meer dan 250 jaar oud. Zijn naam dankt de boom aan de Turken die de zetmeelrijke zaden, de kastanje, aan hun drachtige merries gaven. Ook bij Donaeus in zijn Kruidboek van 1644  vinden we een verwijzing naar het gebruik bij paarden. ' Wilde castanien zijn zeer goed om de dempige en hoestende peerden te helpen en te genezen'' schrijft hij. Een andere mogelijke verklaring voor de naam  vinden we in het uiteinde van de bladsteel die een treffende gelijkenis vertoond met een paardenhoef.

Kastanje in broekzak?

Traditioneel werd in Vlaanderen en Nederland de glimmende kastanje in een broekzak gedragen tegen reuma. De boom kent nu echter veel meer professionele toepassin­gen. Het vruchtvlees van de kastanje is een grondstof voor zeep. Uiteraard had men vroeger al empirisch vastge­steld dat er veel saponinen, zeepstoffen in voorkwamen (schuimvorming). De bast van de boom levert een rode verfstof op. Ook zorgt de schors voor een goede darmwerking. Rond 1900 rapporteerden Franse artsen het succesvolle gebruik van kastanje-­extract bij aambeien.

Modern medisch gebruik

""In de farmacopee, het apothekersboek worden de gedroogde zaden omschre­ven als Hippocastani semen. Dit zijn de gedroogde zaden van de paardenkastanje oftewel Aesculus hippocastanum L. (Hippocastanaceae). Het product bevat niet minder dan 3% triterpeenglycosiden, bere­kend als watervrij aescine.

De preparaten op basis van het extract van de paardenkastanje die verkrijgbaar zijn in de apo­theek, drogisterij en herboristerie worden zowel uitwendig als inwendig gebruikt als venotrope en capillarotrope geneesmid­delen. Dit houdt in dat ze de tonus van de venen zullen verbeteren en de doorlaatbaarheid van de vaten zullen verminderen. Wegens zijn anti-inflammatoire, anti-oedematische en capillair-beschermende eigenschappen wordt aescine veel gebruikt in de behandeling van storingen in de kleine, perifere bloedvaten. Ook in de cosmetische sector heeft deze stof aandacht gekregen, vooral ter preventie en behandeling van cellulitis.

In de gemmotherapie waar vooral knoppen van bomen en struiken gebruikt worden is de Aesculus hippocastanum als versterkend middel voor de vaatwanden bekend. Het voorkomt ontstekingen van de spataderen en werkt genezend op reeds ontstoken aderen. Te gebruiken dus bij aambeien, spataderen en anaalkloven.

Verder zul je de zalven en gels ook tegenkomen in EHBO kit van sportartsen en trainers. Hiermee staat de sportarts klaar om builen, verstuikingen en andere kneuzingen of sport-kwetsuren te verlichten.

Gebruik: vooral goed voor het veneuze vaatstelsel

  • spataderen, open been
  • aambeien
  • vaatkrampen, nachtelijke spierkramp, zwaar gevoel in de benen
  • tromboflebitis, ontsteking van de aderen
  • oedeem, vocht in de benen
  • cellulitis

Enkele wetenschappelijk onderzoeken

  • Diehm, C., H.J. Trampisch, S. Lange, C. Schmidt. 1996. Comparison of leg compression stocking and oral horse-chestnut seed extract therapy in patients with chronic venous insufficiency. Lancet 347(8997):292–294.
  • Geissbhler, S. and F.H. Degenring. 1999. Treatment of chronic venous insufficiency with Aesculaforce Vein Gel. Schweiz Zschr Ganzheits Medizin 11:82–87.
  • Greeske, K. and B.K. Pohlmann. 1996. [Horse chestnut seed extract—an effective therapy principle in general practice. Drug therapy of chronic venous insufficiency] [In German]. Fortschr Med 114(15):196–200.  

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in