Het kan iedereen overkomen, een gebogen spaak of gebroken spaak. Dit kan voorkomen tijdens uw fietstochten, tijdens woon- werkverkeerof tijdens uw fietsvakantie. Het is echter zo, dat u eigenlijk niet verder moet fietsen wanneer u een spaak breekt of buigt, aangezien u daarmee uw hele velg kunt verbuigen. Het kan soms een oplossing zijn, om wanneer u toch op uw fiets verder moet, uw spaak om een gebogen of gebroken spaak, om een andere spaak heen te buigen, zodat u deze tijdelijk kunt vastzetten.

Als je de spaken gaat vervangen en het wiel gaat richten, moet je een wielrichter gebruiken. Wielrichters zijn niet al te duur in aanschaf. Daarnaast is een centreerboog geen overbodige luxe. Hiermee kun je eenvoudig meten of de velg precies in het midden staat ten opzichte van de naaf.

Alvorens men begint met het vervangen van de spaken, moet men eerst het wiel uitnemen en de banden plus velglint verwijderen.

Wiel uitnemen

  • Achterwiel uitnemen: leg voor het uitnemen van het achterwiel de ketting voor op het buitenblad en achter op het kleinste tandwiel.
  • Rem open zetten: anders lukt het niet om het wiel uit te nemen (bij een goede, strakke afstelling). Shimano-remmen hebben een hendeltje op de rem zelf, bij Campagnolo zit het hendeltje in de remgreep.
  • Laat een beetje lucht uit de band "lopen", ontgrendel de snelspanner en trek de achterderailleur iets naar achteren, zodat het achterwiel kan worden verwijderd.
  • Voorwiel uitnemen: open de snelspanner. Sommige voorvorken hebben veiligheidsnokjes, waardoor je de snelspanner ook een paar slagen los moet draaien, om het voorwiel te kunnen uitnemen.

Bij het vervangen van een spaak in het achterwiel, zit je rechts met een probleem, dat de cassette in de weg zit voor het inrijgen van de nieuwe spaak.

Handleiding voor het demonteren van de cassette.

  • verwijder de snelspanners en as.
  • plaats de freewheelafnemer op de cassette,
  • leg de cassetteafnemer op het grootste krensje (tandwiel),
  • plaats de freewheelafnemer in de sluitring van de cassette,
  • door met de freewheelafnemer in een paar kleine rukjes linksom te draaien, wordt de cassette van het wiel losgedraaid. Met de cassetteafnemer houdt je de cassette tegen bij het losdraaien van de cassette,
  • nadat je de sluitring hebt verwijderd, kun je de rest van de cassette van de body schuiven.

Een nieuwe spaak moet behalve van de juiste lengte, ook nog van dezelfde diameter zijn. Koop bij voorkeur reservespaken van hetzelfde merk: er zijn soms variaties in de schroefdraad, dan weet je tenminste zeker dat je de "oude" spaaknippel kunt hergebruiken (en eventueel het velglint kunt laten zitten). Merkspaken hebben een logootje van de fabrikant op de spaakkop geperst, zodat je kunt vergelijken.

Vervangen van gebroken of geknikte spaken

Om een nieuwe spaak in het wiel te rijgen, verwijder je eerst de spaakkop van de gebroken spaak uit de flens. Betreft het een spaak die van buiten naar binnen moet, let er dan wel op waar je met het uiteinde heen wilt. Andersom, dus met de spaakkop binnenin, heb je geen problemen, want dan kun je de spaak buiten het wiel "omklappen". In het eerste geval, murm je de spaak op een zo tactisch mogelijke plek, door het spaakpatroon aan de andere kant (dus achter het laatste kruis), zodat de spaak zonder al te veel buigwerk door het "vlechtwerk" heen kunt krijgen. Kruisende spaken moet je misschien van elkaar duwen, om de spaak "door het spaakpatroon" te krijgen. De spaak wordt wel iets gebogen, maar zeker in het midden kan hij daar wel tegen. Je trekt het later wel weer recht als de spaak gespannen wordt. Kijk goed hoe de andere spaken in het wiel zitten, met andere woorden let goed op het spakenpatroon.

Draai nu de gebroken spaak uit de nippel. Lukt dat niet met de "blote" vingers, houd dan de nippel tegen met de spaaksleutel en draai de kapotte spaak met een tang eruit. Zet nu de ingeregen spaak handvast in de "oude" spaaknippel. Span de spaak aan met de spaaksleutel en markeer de spaak voor herkenning.

Het wiel richten

Om het wiel te richten gebruik je een wielrichter en een centreerboog. Plaats het "gedemonteerde" wiel in de wielrichter. Indien er te losse spaken in het wiel zitten, moet je deze eerst weer op spanning brengen, door de bijbehorende nippels aan te draaien. Spaken hebben gewone rechtse draad, dus draai de nippels rechtsom om de spanning te verhogen. Let erop dat je de spanning van de te losse spaken niet te hoog opvoert. Houd de gemiddelde spanning van de spaken in het wiel als richtlijn. Nu de spaakspanning in het gehele wiel weer ongeveer gelijk is, zal de ergste slag er ook uit zijn. Nu kan het echte richten beginnen.

  •  Is er een zijslag, draai dan de spaak aan de "bolle" kant een 1/4 of 1/8 slag losser, en die aan de holle kant evenveel vaster. Is de slag groter, betrek er dan ook de aangrenzende spaken bij, steeds per paar. Herhaal dit met steeds kleinere slagjes totdat het wiel weer recht is.
  • Verhelp dan een eventuele hoogteslag, door de spaken aan beide kanten evenveel losser (als de velg te zeer naar binnen wordt getrokken) of vaster (waar de velg naar buiten komt) te draaien. Controleer als het wiel mooi rond is nog even of er door het verstellen niet opnieuw een lichte zijslag is ontstaan.
  • Denk er ook aan dat de velg in het midden van de as moet zitten (voorwiel). Voor het achterwiel betekent dit dat de spaken aan de kettingkant veel strakker en steiler staan dan aan de andere kant. Deze positie is te controleren met een centreerboog.
  • Een andere methode om te controleren of de velg in het midden over de naaf staat: zet het wiel even verkeerd om in het frame. Komt de velg dan weer net zo tussen de vork, dan is het wiel symetrisch. Centreer de velg door de spaaknippels aan een zijde met 1/4 slag aan te draaien: gebruik hierbij het ventielgat als referentiepunt. Draai de spaaknippels aan de andere zijde evenveel los. Controleer de centrering en herhaal dit proces tot de velg precies in het midden staat.
  • Bekijk nu de algemene spaakspanning. Is deze te laag, draai dan alle spaaknippels evenveel aan. Herhaal dit proces tot de spanning rondom hoog genoeg is.
  • Het wiel nadrukken zodat de spaaknippels zich "zetten". Doe dit door de naaf op de grond te plaatsen en rondom op de velg te duwen. Knijp ook steeds paren van spaken (naast en tegenover elkaar) naar elkaar toe. Controleer dan nogmaals of het wiel helemaal recht is, en stel eventueel nog wat bij.
  • Controleer tot slot of er geen spaken door de nippels heen steken en of het velglint goed op zijn plaats zit. Dit kan namelijk lekke banden veroorzaken.

Als het voor- en achterwiel klaar is met richten kan men de wielen weer monteren.

Wielen monteren

  • Achterwiel:  zet de cassette met de juiste inkepingen weer terug op de as en leg de losse tandwielen er correct op. Zet de afsluitring handvast. Zet de freewheelafnemer weer op de cassette en leg de casstteafnemer op het tandwiel aan de andere zijde. Geef tegendruk met de cassetteafnemer en zet de cassette met de steek- of ringsleutel vast. Draai de derailleur met de hand naar achter, manoeuvreer het wiel op de goede manier tussen de ketting en frame en breng het wiel naar zijn plaats en draai de snelspanner weer aan.
  • Voorwiel: breng het wiel in juiste positie en draai de snelspanner weer aan, als er veiligheidsnokjes op de voorvork zitten.
  • Let er op dat het wiel recht zit.
  • De snelspanner moet goed strak staan, maar zorg dat hij ook weer los kan!
  • Rem dicht zetten. Controleer of de rem weer goed werkt en niet aanloopt.
  • Ligt de ketting voor en achter op het goede tandwiel?
  • Draai het pedaal een keer met de hand rond om te kijken of alles weer goed soepel draait.

Ik heb zelf veel kennis van fietsonderhoud en ik heb Google geraadpleegt ter aanvulling van mijn artikel.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in