Veel mensen hebben de neiging om hun waarneming van de wereld te benoemen als DE werkelijkheid. Nu is die waarneming van de wereld niet DE werkelijkheid, maar eerder mijn of dijn werkelijkheid. Want waarnemen wordt beïnvloed door de manier waarop ons brein werkt, maar ook door wat ons is geleerd. Overigens is het simpelste voorbeeld van hoe ons brein onze werkelijkheid beïnvloedt het vreemde effect dat veel schrijvers over hun eigen taalfouten heen lezen. Alsof hun tekst al perfect is, met alle fouten er in. Vandaar dat we spellingscheckers, moderatoren en redacteuren kennen.
De werkelijkheid
In de ogen van de meeste mensen is de werkelijkheid de wereld die ze waarnemen. Goed bezien betekent dat, dat de meeste mensen in een ruimte leven met een omtrek van 5 tot 50 meter en een hoogte van ongeveer 2 meter 50 tot 5 meter als ze thuis zijn of op het werk. Terwijl die werkelijkheid iets groter wordt zodra ze buiten komen. Dan wordt hun beeldveld een bol met een straal van 5 kilometer en een hoogte van 10 km overdag en ‘s nachts vele lichtjaren. Overigens begint dat waarnemingsveld wel in het zwaartepunt van hun lichaam, want ze hebben natuurlijk ook allerlei gevoelens.
Groter
Nu zullen er mensen zijn die zeggen dat hun werkelijkheid groter is dan wat ze waarnemen, want ze weten wat er aan de andere kant van de wereld gebeurt. Ze voelen mee met de mensen aan de andere kant van de wereld over wie ze lezen in de krant. Ze geven geld aan goede doelen, omdat de beelden van rampen in de derde wereld ze raken. Maar is dat dan de werkelijkheid of hun werkelijkheid. Want er zijn genoeg mensen die niets voelen bij de beelden van rampen en alleen maar denken hoe ze voordeel kunnen halen uit die rampen. Of is dat geen werkelijkheid.
Spreekwoord
Blijkbaar is de werkelijkheid een complex iets, zoals dat eenvoudig geformuleerd wordt in het spreekwoord:
"De één z’n dood, is de ander z’n brood.”
Een spreekwoord dat de werkelijkheid van het menszijn beschrijft, namelijk dat het een einde kent. Toch kent geen enkel leven hetzelfde einde. Daarbij is het effect van die dood op de nabestaanden voor iedere nabestaande anders. Terwijl het tegelijkertijd beschrijft hoe de dood van de mens een voordeel is voor de ander die blijft leven. Waarbij je voor die ander wel tien of meer anderen kunt invullen. Want niet alleen de begrafenisondernemer en de belastingdienst verdienen aan de dood. Maar ook de overlijdensverzekeraar, de notaris, de huisarts, de gemeente, de erfgenamen, de krant en zelfs de bakker die de cake bakt en de koffieleverancier verdienen aan de dood. Maar hoeveel mensen zijn zich bewust van deze complexiteit van de werkelijkheid als ze het hebben over DE werkelijkheid. De meeste nabestaanden zullen helemaal niet geïnteresseerd zijn in die werkelijkheid van de dood van hun geliefde. Dus hun werkelijkheid wordt beperkt door hun waarneming dat hun geliefde overleden is. Terwijl ze tegelijkertijd verwachten dat hun omgeving er rekening mee houdt dat hun werkelijkheid is veranderd.
Onze werkelijkheid
Hoewel de werkelijkheid in de zin van een uniform waarneembare wereld niet bestaat, doen we dus net alsof dat wel zo is. Ook al is de werkelijkheid die we waarnemen niet de werkelijkheid die bestaat. Zoals bijvoorbeeld blijkt uit allerlei visuele illusies. Zo maakt Kanizsa’s driehoek duidelijk dat ons brein ons vertelt dat er een driekhoek met de punt naar beneden zichtbaar is. Maar waar zijn de lijnen die bewijzen dat er een driekhoek is. Het enige dat we echt kunnen waarnemen is dat er zes figuren zichtbaar zijn: drie cirkels met een hap eruit en drie haken.
De werkelijkheid die we waarnemen is dus niet meer dan een constructie, die vaak ook nog eens bepaald wordt door wat we geleerd hebben over onze omgeving. Zo is Kanizsa’s driehoek een bewijs voor het feit dat ons brein denkt dat er zoiets bestaat als continuïteit van voorwerpen. Iets wat we al heel jong leren als we begrijpen dat die hand die iemand achter zijn rug verbergt niet ophoud te bestaan. Een les die zo sterk is, dat we schrikken als we iemand een hand willen geven en die persoon blijkt geen hand te hebben.
DE werkelijkheid zoals wij denken dat die bestaat, bestaat dus niet. In plaats daarvan bestaat er natuurlijk heel veel, iets wat we kunnen vaststellen als we voorwerpen aanraken. Maar het grootste deel van de werkelijkheid die wij waarnemen is niet meer dan een constructie door ons brein. Zoals deze tekst, die uit niets anders bestaat dan lijnen, stippen, bogen en cirkels op een witte achtergrond, waar ons brein een betekenis aan toekent. Waarbij ons brein ook nog eens door het toekennen van waarde aan wat het waarneemt beslist wat het in het bewustzijn wil brengen en wat niet. Dus we zien ook nog eens niet alles wat er te zien is in de werkelijkheid. Hoeveel mensen zijn zich bijvoorbeeld bewust van het feit dat een tekst vooral bestaat uit witte achtergrond. Tja, dan wordt het natuurlijk eigenlijk wel een beetje vreemd om te praten over DE werkelijkheid, als je eigen waarneming van die werkelijkheid beperkt is en grotendeels geconstrueerd.