Antwerpen is een eigenzinnige stad. Het is een stad die de eigen bevolking koestert, terwijl mensen van daarbuiten er gemengde gevoelens over hebben. Vooral de arrogantie van de Antwerpenaren stuit sommige Belgen zeer tegen de borst. Niets zegt meer over de arrogantie van Antwerpen dan de bekende spreuk “Antwerpen is’t Stad en de rest is parking.” In deze rondleiding leren we Antwerpen beter kennen in haar historische context. . Toeristische trekpleisters komen er wel in voor, maar zullen minder de boventoon voeren en zullen worden uitgelegd in het historische kader van de stad. 

vervolg rondleiding

11. Dries              Hier was in de eerste eeuwen van de stad een gemeenschappelijke weidegrond gelegen.

12. Falconrui      Hier stond een deel van de muur tussen de Schelde en de Rode Poort (ter hoogte van de Rodestraat aan de Paardenmarkt) die de waterlinie verving. In de vestgracht bij de Ankerrui, Oude Leeuwenrui en Brouwersvliet (richting het Felixpakhuis) kwam een binnenhaven.

De namen “Falconrui” en “-plein” verwijzen naar het Falcontinessenklooster, dat werd gesticht door de hertogelijke muntmeester Falco de Lampagne in 1346.

13. Hessenhuis Dit pand werd in 1564 gebouwd op vraag van Duitse kooplieden. Samen met de Nieuwe Beurs (die we nog gaan zien) en het Tappissierspand (wat nu de Bourlaschouwburg is), staat het Hessenhuis symbool voor de ruimtelijke ontwikkeling van Antwerpen na 1530. Door hoge vastgoedprijzen en ruimtegebrek was het vanaf dat jaar namelijk aantrekkelijker om nieuwbouw te ontwikkelen buiten het stadshart. Deze tendens had ook invloed op het publieke leven. Zo valt rond 1700 op dat heel veel koffiehuizen zich bevonden rond het nieuwe beursgebouw.

14. Kleine en Grote Kauwenberg            De Kauwenberg was één van de stuifzandruggen waar de stad is ontstaan. Verder is deze straat bekend omdat hier een grachtje liep tussen de Meir en de Paardenmarkt. In de vijftiende eeuw werd deze gedempt.

15. Lange Winkelstraat Hier staat het zuster Annunciaten-kerk en –klooster, gebouwd door Wenceslas Cobergher in 1614. Dit religieuze bouwwerk heeft een bewogen geschiedenis gehad, want door aartshertog Jozef II is het (net als andere religieuze instellingen) afgeschaft in 1783. Na een tijd leeg te hebben gestaan, werd het gebouw een paardenstal. De Fransen probeerden het gebouw daarna te verkopen, maar aangezien dat niet lukte, werd het een militaire bakkerij. Kort erna, in 1800, werden de kerktoren en het klooster vernield door een brand. In 1821 werd het een protestantse kerk.

16. Koningstraat              Een belangrijke persoon in de ruimtelijke ontwikkeling van Antwerpen was Gilbert Van Schoonbeke. Hij was betrokken bij eenderde van de nieuwe straten in de zestiende eeuw! De meeste straten en bouwwerken in die tijd waren lucratieve kleine projecten  voor ontwikkelaars. Zo was hij betrokken bij de verkaveling van gronden hier in de Koningstraat in 1542, maar ook bij de opening van de Lombardenstraat en Korte Klarenstraat of de opdeling van een gebouwencomplex. Tevens was hij betrokken bij grote projecten, zoals de ontwikkeling van de Stadswaag, de Vrijdagmarkt en de schuttershoven in bijvoorbeeld de Arme Duivelstraat. Bij deze projecten toonde Van Schoonbeke een zakelijk en economisch instinct en een inzicht in planologie.

17. Rockoxhuis Dit pand is een zeer mooi voorbeeld van de ruimtelijke ontwikkeling van na 1585. Vanaf dat jaar werd wonen goedkoper en rijke families profiteerden hiervan door langs grote uitvalswegen panden op te kopen. Deze voegde ze vervolgens samen tot een grote stadswoning.

Hier woonde Nicolaas Rockox, die in 1603 “buitenburgemeester” (een soort burgemeester waarbij nadruk lag op ordebewaking en leiding van de gemeenteraad) werd. Nadat Rockox de naburige woningen samen had gevoegd, sloopte hij het achterhuis om er de pronkkamer genaamd “Groot Salet” te bouwen. Hier hing hij een aardige verzameling schilderijen. In de binnentuin liet Rockox bovendien een Toscaanse zuilengalerij bouwen. Zulke huizen stonden er ook in de Meir, de Lange Gasthuisstraat en de Lange Nieuwstraat, waar door middel van renovatieprojecten huizen werden verbouwd.

18. Lange Nieuwstraat  Onder de elitaire bevolking is na 1585 vooral sprake van verbouwingen en verhuizingen en niet van nieuwbouw. In deze periode gaan deze elites steeds meer aan brede uitvalswegen gingen wonen, wegens het toenemende verkeer van koetsen. Van gentrification is er echter geen sprake, want de bevolking was nog steeds zeer divers. Anders dan nu, trokken rijke assen in deze tijd armenbuurten aan. Veel woningen van armere bewoners waren de huizen van slechte kwaliteit.

In deze straat stonden een aantal van deze elitaire woningen. Hier werden niet alleen de gevels verbouwd, maar vaak ook het interieur aangepast. Één bekend en overgebleven voorbeeld is de Grooten Robijn in de Lange Nieuwstraat, verbouwd door bouwheer jonker Jan Antoni Dubois. In dit pand in rococostijl was een grandioze ontvangstruimte en had een groot wagenpark.

19. Sint-Jacobskerk        Deze kerk werd tussen 1639-1645 gebouwd in gotische stijl, net als de Sint-Pauluskerk. Deze kerk is beroemd omdat hier Rubens begraven ligt.

20. Lange Nieuwstraat/ Sint-Jacobsmarkt           In de veertiende eeuw de stadsgrens verlegd naar de Meir, Sint-Jacobsmarkt en Lange Nieuwstraat.

21. De Leien       Het verhaal van de leien hangt samen met de verdediging van de stad. Vanaf de zestiende eeuw stond hier de omwalling van de stad en onder andere op de Kipdorpvest hierachter stond een monumentale stadspoort (wat dan weer de vorm van het kruispunt verklaart). In de loop van de negentiende eeuw echter leefde de vrees dat de neutraliteit van België in gedrang was. Wegens haar transportmogelijkheden, moest Antwerpen volgens militairen een sleutelrol in de verdediging van het nieuwe land vormen. Het Antwerpse stadsbestuur was daar tegen, omdat een verdedigingslinie een remming was voor de stedelijke ontwikkeling. Ondernemers en werkgevers waren vervolgens tegen de komende verdedigingswerken uit economische motieven. Bovendien waren bewoners uit de vijfde wijk extra muros bang voor afbraak van woningen. Desondanks weeg het protest niet op tegen het militaire belang en de bestaande muur bleek niet voldoende. De verdedigingslinie kwam er dus.

Fortificatie van de stad was echter niet mogelijk door de verstedelijking in Berchem en Borgerhout. Vandaar werd voor een grotere verdedigingslinie gekozen, waarvan de bouw begon in 1859. Dit was de zogenaamde Brialmontfortengordel, genoemd naar kapitein Henri Alexis Brialmont, en ligt ongeveer ter hoogte van het tracé van de Ring. Deze gordel kwam enigszins tegemoet aan de eisen van het bestuur, want het korset van de stad werd ruimer dan de muur was en de fortificatie zou zijn. Ineens werd het beschikbaar aantal hectare vergroot van 242 naar 1650!

De nieuwe gordel maakte de oude muren overbodig. Sterker nog, de muur vormde een belemmering voor het moderne leven. Niet alleen nam ze kostbare bouwgronden in beslag, tevens vormde ze een obstakel voor het handelsverkeer. Zo moest het verkeerd naar het centrum gedirigeerd worden door slechts vijf poorten. De muur werd, samen met de gehate Citadel, afgebroken vanaf 1865, ondanks protest door historici, kunstenaars en de Koninklijke Commissie voor Monumenten. Wel maakte Edmont Fierlants een fotoreportage van de muur voor ze werd afgebroken.

Waar de muur stond werden brede ringboulevards aangelegd: de Leien (Italiëlei, Frankrijklei, Britse Lei en Amerikalei), genoemd naar de overwinnaars van de Eerste Wereldoorlog. Langs de Leien werden omvangrijke percelen in gebruik genomen door publieke voorzieningen of door de overheid. Zo kwamen er de Vlaamse Schouwburg, het Justitiepalies, de Nationale Bank en hier bij de Franklin Rooseveltplaats het Koninklijk Atheneum en de Vlaamse Opera.

 22. Meir (Hotel van Susteren/Osterriethhuis)  Deze twee panden zijn gebouwd (of eigenlijk: verbouwd) door Jan-Pieter van Baurscheit de jongere in de achttiende eeuw. Het Osterriethhuis was een patriciërswoning. Het Hotel van Susteren staat tegenwoordig bekend als het Paleis op de Meir en werd gebouwd voor een rijke koopman. Onder Napoleon werd het ingericht als paleis en dat bleef het tot het in 1969 werd overgedragen aan het ministerie van Cultuur. Tegenwoordig zit er een chocoladewinkel in en is een groot deel van het paleis te bezoeken als museum.

23. Nieuwe Beurs           Het oude beursgebouw uit de Hofstraat werd in 1531 vervangen door dit beursgebouw aan de Twaalfmaandenstraat. Hoewel de bouw planmatig was, was de verplaatsing dat niet. Net als bijna alle stedenbouwkundige veranderingen in deze periode, gebeurde ook de verplaatsing van het beursgebouw uit speculatieve overwegingen. Nieuwe straten waren klein, smal en de woningen hadden een zeer divers uiterlijk.

Zie deel I

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in