Op een uitloper van de Serra da Estrela, de hoogste bergketen van het vasteland van Portugal, ligt Belmonte. Het vormt een van de stadjes die deel uitmaakt van de toeristische ‘Rota das Antigas Judiarias’: een route langs goed verborgen, oude joodse nederzettingen.
Belmonte ligt op een heuvel aan de oostgrens van de Serra da Estrela, in centraal-Portugal. Gezichtsbepalend zijn een kasteel, een kerk en verschillende kapellen die samen een mooi architectonisch geheel vormen. Het eerste handvest van Belmonte – zoiets als de eerste stadsrechten – werd verleend door D. Sancho I in 1199. Belmonte was ook de residentie van het adellijke geslacht van de Cabrals. Pedro Álvares Cabral (ca. 1460-1526) was de zeevaarder die op 27 april 1500 in Brazilië landde en dit land voor Portugal in bezit nam.
Cabral
Cabral is alomtegenwoordig in Belmonte. Zijn standbeeld staat in de hoofdstraat. Hij houdt een astrolabium (een hoekmeter) in de ene en een kruis met zwaard in zijn andere hand. Bij een van de kasteelpoorten is nog het wapen van de Cabrals te zien met daarop twee geiten, 'cabral' in het Portugees. Het kerkje onderaan het kasteel is gewijd aan São Tiago (Santiago) en werd in de 16de eeuw gerestaureerd. Enkele kapitelen, de resten van 12de eeuwse fresco’s en een 13de eeuwse piëta stammen uit een eerdere bouwperiode. Rondom het kerkje staan twee kapellen.
Joden
Wat tot voor kort niemand wist, is dat zich in Belmonte heel veel Joden schuilhielden voor de Inquisitie, een rechtbank van de katholieke Kerk, belast met de opsporing, het onderzoek naar en het opleggen van straffen aan ketters. Na hun verbanning uit Spanje in 1492, werden zij vanaf 1498 in Portugal vervolgd, toen koning Manuel beval dat ze zich moesten laten bekeren tot het christendom. Ze waren gedwongen om hun eigen godsdienst in het geheim te belijden. In 1536 nam de vervolging in hevigheid toe, toen João III het Tribunaal van het Heilig Officie instelde. In twee eeuwen tijd werden meer dan 40.000 processen aangespannen door de drie tribunalen van Lissabon, Évora en Coimbra. Velen kwamen om. Toch wist in deze afgelegen streek een groep van een paar honderd marranos (eigenlijk een scheldwoord dat 'zwijnen' betekent) door de eeuwen heen het joodse geloof te behouden. Uiterlijk gedroegen ze zich als goede katholieken, maar in het diepste geheim gaven ze hun tradities door. De lichtjes die ze op sjabbat ontstaken, verstopten ze in een kast. Als een van hen overleed, wachtten ze even met het roepen van de priester om de overledene eerst volgens joods gebruik te wassen. Ze woonden in de huizen in de smalle straatjes buiten de kasteelmuren van Belmonte, waar de symbolen van hun beroepen zoals de schaar van de kleermaker nog zijn gegraveerd boven de deurposten. De straatjes zijn bijna middeleeuws en je kunt je goed voorstellen hoe de mensen hun tradities en gebruiken achter de voordeur in ere hielden.
Joods museum
Van de circa 3000 inwoners van Belmonte zijn er ongeveer 300 Joods. De gemeenschap heeft nog niet zo lang een rabbijn en beschikt sinds 1997 over een synagoge en een begraafplaats. De synagoge is niet voor publiek toegankelijk.
In 1991 werden de tot dan toe onbekende marranos van Belmonte voor iedereen zichtbaar door een film van antropoloog Frederic Brenner. 'The last Marranos' werd aan een aantal tv-stations verkocht en sindsdien staat Belmonte toeristisch gezien niet alleen op de kaart vanwege de ontdekkingsreiziger Cabral, maar ook vanwege de geschiedenis van de Joden in Portugal. Hoewel nog veel bewoners huiverig zijn om hun geloof in het openbaar te belijden, is er sinds 2005 wel een mooi joods museum, dat ook door veel buitenlanders wordt bezocht. In het museum zijn de oudste bewijzen te zien van de joodse aanwezigheid in Portugal: een muntencollectie uit de eerste eeuw en een grafinscriptie uit de vijfde eeuw. Er moet al in 1297 een synagoge zijn geweest in Belmonte, die later is verwoest. In het museum zijn verder exemplaren van oude Torahs, het heilige boek, en Menorahs, de kandelaar met zeven kaarsen te bewonderen. Aangrijpend is een lijst namen en leeftijden op de muur van de slachtoffers van de Inquisitie: Sousa, Dias, Henriques, Fernandes, Mendes, Diogo, Rodrigues.
Al in de jaren ’20 van de vorige eeuw ontdekte Samuel Schwartz (1880-1953) dat er veel Joden leefden in Trás-os Montes en in de Beiras, de twee meest noordelijke provincies van Portugal. Een joodse kapitein in het leger, Artur Carlos de Barros Basto (1887-1961) startte vervolgens een actie om de Maranen te helpen die koste wat kost hun joodse tradities geheim wilden houden. Maar het kwam toen nog niet echt tot een ‘coming out’. Pas de laatste jaren is er meer begrip en belangstelling voor de joodse geschiedenis. Dit uit zich, behalve in een museum en een film, ook in publicaties, zoals van Maria José Ferro Tavares “A herança Judaica em Portugal” ('Het joodse erfgoed in Portugal'), in toeristische folders met informatie over de joodse wijken in Covilhã, Guarda, Gouveia en Belmonte en in een Internationaal Festival van de Sefardische Geschiedenis, dat van 18 tot 21 september werd gehouden in Guarda, Trancoso en in Belmonte.
Cabral en Joden
Het zou voor de hand hebben gelegen om in het museum de relatie tussen de ontdekkingsreiziger Cabral en joodse wetenschappers te belichten, maar dit gebeurt niet. Het is bijvoorbeeld bekend dat de omvangrijke vloot van Cabral, bestaande uit 13 schepen, 200 bemanningsleden, bagage, voedsel en wapens, werd gefinancierd door de tot het chistendom bekeerde Jood Bartholomew Marchione. Andere invloedrijke Joden in het maritieme Portugal waren de Castiliaanse hofarts en kosmograaf John Faras en Gaspar de Lemos, die in India woonde toen hij werd benaderd door Vasco da Gama en de tolk en adviseur werd van deze beroemde ontdekkingsreiziger. In het museum ontbreekt ook de film van Fréderic Brenner, of stills daaruit. Hopelijk krijgen de bezoekers die in de toekomst nog eens te zien.
Zie ook: http://www.rt-serradaestrela.pt/ENG/index.html, klik op: Tourism routes, vervolgens Cultural tourism en dan The Ancient Jewish Quarters Route
http://nl.wikipedia.org/wiki/Inquisitie#Portugal