Een poëtisch uitgedrukte expressie van mijn indrukken tijdens een verblijf van drie maanden in Teheran. Mensen in mijn omgeving reageerden met angst toen ik ze van mijn geplande reis vertelde. Intussen heb ik geleerd geen angst te hebben voor mensen die ik nog nooit persoonlijk ontmoet heb, waar ik niets van weet en geef ons een kans. Misschine heeft het iets te maken met het feit dat ik al sinds elf jaar geen tv meer kijk, noch kranten lees. Ik hou mijn hersenbol liever schoon en vrij voor mijn eigen gedachtes.
Mevrouw de buitenlandse.
Ik ben aan de wandel in Teheran,
zowel mannen als vrouwen kijken me nieuwsgierig aan.
Met mevrouw de buitenlandse, spreekt men mij respectvol aan.
Ogen spreken als ze mogen, men ziet zich hier nog werkelijk in de ogen.
Op deze manier voer ik menig gesprek, aan humor is er daarbij geen gebrek.
Als gast word ik vereerd, door heimwee verteerd.
Als een fata morgana in de woestijn, lijkt dit paradijselijk plekje te zijn.
Aan een vredig kabbelend beekje, kijk ik zo in een ravijn.
In het bergdorpje zijn de wegen zo smal en stijl,
dat ik m'n lievelingsdier vaak ontmoet.
Er loopt me menig ezel voor de voet.
Mediteren in de ochtendzon
In de boomgaard zit ik op een grote platte steen,
mediteer in de ochtendzon wat voor me heen,
toen ik plotseling wist, dit heb ik lange tijd heel erg gemist.
Even was ik thuis in Het Licht.
'k Sprak met Fatima over wat ik had ervaren,
ze glimlachte en zei: "Geen wonder,
precies op dat plekje baarde m'n moeder mij."
Toen ik moslim werd hebben ze de naam Fatima,
ook op mijn papieren gezet.
Als ik daar zo loop op straat, met m'n hoofddoekje en in m'n lange jas,
voel ik me geborgen, niemand spreekt me aan.
Niemand valt me lastig, daar begint men niet aan,
dan landt men direct in een cel, dat weet men wel.
Men leidt daar twee levens,
één op straat en één privé.
Die verschillen nogal van elkaar, die twee.
Jarretellen
Weet je wat ik nou zo spannend vond?
Juist op straat, waar je als vrouw
nog geen stukje enkel bloot laat.
Daar trok ik m'n zwarte kousen aan.
Je weet wel met van die jarretellen,
plus een bilnaadslipje met passende b.h.
Krijg de vellen, moet kunnen, jezelf eens wat gunnen.
Ook hier wil ik plezier.
Daar zit ik dan bij nacht,
midden in Teheran met hoofddoek,
in een hele lange jas en pret onder m’n kaftan,
gezellig op een terras.
Ik laat me toch niet kisten, als jullie eens wisten.
Kramp in m`n bil
Oma kijkt me aan, met haar heldere stekende ogen,
ik lees in haar blik: "Dat kan nooit veel wezen, zo'n Europese,
die lopen daar allemaal half naakt op straat."
Oma en ik zitten op het tapijt in de kleermakerszit,
ik krijg kramp in m'n bil en m'n linkerbeen pit.
We bereiden heel stil het eten voor.
Dan vertelt ze over haar leven,
over de vele kinderen die ze heeft gekregen
en over degene die ze verloor.
Ook over alle vrouwen die ze moest verdragen.
Opa slijt nu z'n dagen hulpbehoevend in bed,
dat is voor oma dikke pret.
Op deze genoegdoening heeft ze liggen wachten,
in haar donkerste nachten.
'k Was ook in de bergen rond Teheran.
Is er oorlog, dan is dat de plek
waar de mensen in hun angst naartoe gaan.
En ik maak daar gezellig een picknick.
Metro naar Karaj
We wachten op de metro,
afstand houden tot hij staat is verplicht.
Het risico is groot dat hij wellicht,
met je lange mantel aan de haal gaat.
We rijden naar Karaj, het landschap is kaal,
m’n gedachten gaan met me aan de haal.
Hoe is het thuis missen ze me erg?
Tegen de rest van de tijd hier,
zie ik op als een berg.
Oma rent schreeuwend door het huis,
ze vond drie schaamharen van mij in bad,
het is een drama, nu is ze het zat.
Ik moet hier weg, wordt me vriendelijk,
maar beslist uitgelegd.
Very spiritual
We wonen bij tante Fatima, die dat wel ziet zitten,
ze vind me very spirituel, stelt me trots haar vriendinnen voor.
Ze heeft zich bewezen, deed dingen, waar andere mensen zich voor vrezen.
Gelukkig, ze spreekt Engels, ik ben één en al oor.
's Avonds komt er een zakenvrouw langs, zo'n hele sjieke ouwe,
vol met sieraden, van die grote gouwe.
Zonder veel te kunnen zeggen,
moet ik even de kaarten voor haar leggen.
Zwijgend gaat ze er weer vandoor,
betaald mij er wel in dollars, bijna een heel weekloon voor.
Alcoholverbod
De telefoon gaat: "Ja hallo."
Een stem vraagt of hij niet stoort,
maar pa's zakenrelatie heeft over mij gehoord.
Misschien heb ik even tijd, bovendien
wordt er net een heerlijke maaltijd toebereid.
Als een lopend vuurtje gaat het rond,
de hele familie is zich aan het vergaren,
ze zitten allemaal nieuwsgierig
naar m'n kaarten te staren.
Dat wordt nog wat.
Het kwam steeds vaker voor,
dat ik ze gewoon vergat.
Er heerst daar een absoluut alcoholverbod,
toch was ik regelmatig dronken.
Het was zelfgebrand, gemaakt van rozijnen,
wat ze daar inschonken.
Onder de toonbank door verkocht, in een bruine plastic tas,
in een taxi stiekem meegenomen, rijden we door deze miljoenenstad.
Ik denk: ´Mens, iedereen ruikt dat!´
Het gaat gelukkig goed, hier wil ik echt niet in de petoet.
In naam der liefde
We willen trouwen, moeten een bloedtest doen,
onze urine na laten kijken.
Als mocht blijken, dat we teveel familie
van elkaar zijn, bij ons twee is dat risico zeer klein,
dan is er geen feest.
En vinden ze drugs in je plas,
dan komt trouwen helemaal niet van pas.
Dan heb je geen fatsoen, dat mag je je kinderen niet aandoen.
Ik heb m'n papieren getoond,
waardoor ik van de verplichte tetanusprik werd verschoond.
De vrouwen daar zijn heel vriendelijk en loyaal,
maar ik zie in hun ogen de vraag:
"Waarom in Godsnaam doe jij dit allemaal?"
Natuurlijk in naam der liefde, het oude verhaal.